Louis:
Ik moet die jongen vinden. Ik wil met hem praten.
Hij is zo knap.
Maar wat moet ik dan vragen?
Wat is je naam eigenlijk?
Wauw subtiel.
Ik schaats heel het kanaal af maar geef op als ik nergens een lange jongen met bruine krullen kan vinden.
En als ik denk dat deze valentijn niet erger kan worden besef ik dat ik met blaren naar huis moet lopen.
Ik zucht chagrijnig en pak mijn beschermers die Niall bij de brug had gelegd.
Ongemakkelijk loop ik over de weg en een pijnscheut vliegt door mijn lichaam heen als ik merk dat de blaren pijnlijker beginnen te doen.
Ik bijt op mijn lip van de pijn.
'Hey.' Hoor ik achter me en draai me om.
Ik weet niet hoe maar een glimlach ontstaat op mijn gezicht als ik de knappe jongen weer zie.
'Hai.' Zeg ik terug.
Hij glimlacht terug en wijst naar mijn schaatsen.
'Hoever moet je?' Ik zucht en kijk naar de straat die wel eindeloos lijkt te zijn.
'Nog maar drie straten te gaan met blaren.' Zucht ik en blaas een plukje haar uit mijn gezicht.
'Heb je geen schoenen bij je?' Vraagt hij lief.
'Nee, mijn beste vriend zou me brengen maar hij had het druk.' Zucht ik.
'Ik heb misschien geen auto, maar ik heb armen.' Zegt hij en loopt naar me toe.
Wacht wat?!
_