13.

448 32 7
                                    

9 juli, woensdag. Middag, 12:00.

Vandaag zijn we de dag nadat ze zijn vertrokken en Michael had nog niets met me gedaan, gelukkig. Van gisteren, nadat ze zijn vertrokken, tot nu, zit ik op het hoekje van mijn bed, te denken. Denken ofdat ik hier wel weg kan geraken, denken ofdat ik mijn moeder weer ooit zal zien. Ik heb er niet eerder aan gedacht of aan kunnen denken door de angst en stress. Maar mijn moeder gaat wel thuis komen en ze gaat merken dat ik niet thuis ben en ze gaat wachten tot ik thuis kom, maar dan komt ze tot het besluit dat ik weg ben en misschien nooit meer ga terug komen. Ze gaat de politie bellen en ze gaan me vinden, hoop ik. Er is hier niet zoveel hoop meer, de grijze muren brengen me alleen maar in een depressievere staat en maken me helemaal gek. Ik kan hier echt niet blijven, ik moet hier weggeraken.

Mijn gedachten worden minder gestoord doordat mijn buik begint te knorren. Ik heb al een paar dagen niets gegeten of gedronken en ik voel me slap. Is Michael wel van plan om mij voedsel te geven of is hij van plan om mij te laten verhongeren en sterven in deze kamer. Maar Ashton had gezegt dat ze mij nog levend nodig hebben, maar het is over Michael dat ik het heb. Die gast zou niet luisteren naar andere mensen en gewoon zijn goesting doen.

Als je het over de duivel hebt, Michael komt rustig en normaal in de kamer gestapt met een bord in zijn handen. Met zijn voet sluit hij de deur achter zich toe.

'Ik had geprobeert om te koken, maar dat is niet goed geïndigt.' Zegt Michael en geeft me het bord en bestek.

'Dus heb ik gewoon een pizza opgewarmt. Ik hoop dat je dat graag hebt.' Voegt hij toe. Waarom is hij zo normaal, waarom heeft hij geen dreigende stem of dreigende blik?

'Danku.' Zeg ik kalm, ik moet nog altijd opassen voor hem, wie weet kan hij opeens uitvliegen op mij. Ik zet het bordje op mijn schoot en begin rustig te eten, ondertussen kijk ik eens op naar Michael om te zien dat hij naar mij kijkt. Creep.

'Weet je wat? Al dat lief doen is echt niks voor mij.' Zegt Michael en gooit het bord weg van mijn schoot. Het bord vliegt tegen een muur aan en een schril geluid vult de hele kamer. Michael kruipt op het bed en naar mij toe. Mijn hart begint snel te kloppen. Wat moet ik doen? Wat moet ik doen!?

'Ook al heb ik zoveel haat voor je.' Michael lacht en geeft met zijn handen aan hoeveel hij mij haat, er kan wel een olifant tussen.

'Ik heb ook wel zoveel haat voor u, hoor!' Zeg ik kwaad en mijn hart begint nog sneller te kloppen, nadat ik heb beseft wat ik net zei.

'Ik was nog niet uitgesproken!' Gromt hij. 'Ook al heb ik heel, heel erg veel haat voor u, vind ik u best wel een mooi meisje.' Lacht hij duivilig en komt dichter bij mij. Hij komt zo dicht dat onze neuzen elkaar aanraken.

'En ik heb hier al lang op gewacht.' Zegt hij met een lage stem. Michael legt zijn hand op mijn wang en begint me agressief te kussen. Ik begin op hem te kloppen en te schoppen en wild te bewegen, maar dat helpt helemaal niet. Michael duwt mij op mijn rug en kruipt over mij, handen naast mijn hoofd en knieën naast mijn heupen. Hier neem ik de kans om de jongen in zijn ballen te schoppen. Michael trekt snel terug, als ik hem heb geschopt en begint te hard te kreunen en te vloeken. Ondertussen duw ik hem van mij af en loop naar deur, die hij gelukkig is vergeten op slot te doen. Dom.

'Vuile slet!' Roept Michael, terwijl ik de kamer uit loop en de deur met een klap achter mij dicht sla. Achter die deur hoor ik Michael nog mijn naam roepen. Het eerste wat ik zie is een zetel, een tafel, een stoel, bingo. Ik neem snel de stoel en zet hem onder de klink van de deur.

Ik kijk weer rond, maar nu naar de deuren. Ik loop naar de deur dat ik denk dat de voordeur zou zijn, maar een geluid van een vallende stoel laat mijn hart voor even stoppen. Ik draai me om en zie Michael naar me toe lopen. Snel draai ik me terug om en wil net de deur openen wanneer Michael mij van achter oppakt en mij naar ik weet niet waar brengt.

Omdat ik zo hard beweeg, zet Michael me terug neer. Maar als mijn voeten de grond weer aanraken, word ik tegen een muur geduwd. Mijn armen heeft hij vast en heeft ze tegen de muur boven mijn hoofd geduwt, zijn hele lichaam is op mij.

'Het is wel leuk zo een spelletje.' Lacht hij en ik kan zijn warme adem op mijn gezicht voelen. Degoutant. Zijn lippen komen in aanraking met mijn nek en ik doe het eerst aan wat ik dacht om me te verdedigen; op zijn voeten stampen. Maar dat werkte niet echt. Hij lacht gewoon en zijn lippen knallen tegen de mijne. Hij duwt zijn tong in mijn mond en ik bijt zo hard mogelijk op zijn tong, dat werkte wel. Hij trekt krijsend terug en zijn handen gaan naar zijn nu bloedende mond.

'Fucking...' Mompelt hij en ik loop weer naar de deur. Weer geen succes; ik struikel over een omgevallen stoel en lig nu op de grond. Net als ik wou rechtstaan word ik naar achter gesleurd door Michael. Ik schreeuw en spartel tegen, mijn handen die op de vloer slepen maken een piepend, ondraagelijk geluid.

'Jij gaat nergens heen.' Lacht hij. Hoe kan hij lachen!? Ik heb zijn tong bijna afgebeten. Hij stopt en buigt weer over mij.

'Nu heb ik je.' Grijnst hij en gaat op mij zitten en pakt mijn handen vast. Hij staat weer op het punt om contact te maken tussen onze lippen, maar een geluid stopt hem.

Het is een geluid van een deur dat opent.

Als ik naar boven kijk zie ik Ashton met een niet zo blij gezicht en zijn hand dat de deurklink stevig vastheeft, zo stevig dat zijn hand bibbert. Dan hoor ik Michael iets zeggen, ik weet niet zeker wat hij mompelde, maar het leek wel op:

'Shit.'

Run Away / Ashton Irwin  ( Nederlands )Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu