Proloog

534 21 10
                                    

Was dit mijn leven?
Ieder weekend een ander feestje, altijd andere mensen, en toch leek iedereen me te kennen.
Iedere week een ander vriendje. Ik had er inmiddels zò veel gehad, dat ik niet eens alle namen kon onthouden.
Alle oudere leerlingen leken me zelfs te kennen. Als ik door de gangen van de school liep, keek iedereen mij na. Kon je ze zien denken "Tjee, daar gaat Améline, ik wou dat ik haar was." Ik had duizenden vrienden en van sommigen wist ik niet eens hun naam. Maar waarom voelde ik me dan zo alleen? Had iedereen dat?

"Améline! Schat, opstaan!" Oh ja, ouders had ik ook nog. Ze waren geweldig. Ik hoefde maar 1 ding te vragen en ik kreeg het. Zuchtend stond ik op uit mijn bed en keek rond in mijn kamer. Ik had roze behang, een grijze vloer en overal hingen prachtige foto's van mijn mooie leventje. Van jongs afaan was ik al verwend met luxueuze spullen. Er zaten foto's tussen van mijn uitbundige verjaardagsfeestjes naar bijvoorbeeld Disneyland Paris, maar ook van mijn gigantische familie. Ik had een hele grote familie, en ik kende de helft niet eens. Ik schoof de deuren van mijn veel-te-grote inloopkast open en pakte wat spullen bij elkaar om aan te trekken. Ik koos die dag voor een roze rokje, een wit met blauw gebloemd bloesje en mijn afgetrapte rode converse sneakers.
Ik deed mijn haar in een rommelig staartje en deed geen make-up op. Ik had bijna nooit make-up op, ik vond het niet nodig om je gezicht te plamuren met vieze troep om 'mooier' te lijken.
Ik at mijn ontbijt en ging gewoon naar school. Ik werd niet gebracht, mocht je dat denken. Nee, ik ging, net als ieder ander met de fiets.

Alles was normaal die dag, iedereen keek naar me op, leraren trokken mij voor en ik werd nagekeken in de gangen. Mensen kwamen naar me toe om me te vragen hoe geweldig het feest van de afgelopen zaterdag was geweest en vertrokken met tevreden blikken als ik zei dat het een geweldig feest was. Toch bleek niemand te merken dat ik gigantische wallen onder mijn ogen had en dat mijn haar bijna ongekamd was. Ze dachten waarschijnlijk dat het bij mijn look hoorde. Ik wist wel beter, het kwam door de slapeloze nachten en het eeuwige piekeren over hoe eenzaam ik wel was.
Ik haatte mijn perfecte leven, want ik stond er alleen voor.

Lonely {Nederlands}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu