ɧoofdstuk 5

272 9 7
                                    

Eindelijk was het zo ver. Mijn school was afgelopen, ik ging over een dag op vakantie! Ik had er echt enorm veel zin in. Ik moest alleen wel nog mijn koffer pakken. Ik stapte met een glimlach op mijn gezicht op mijn fiets. Ik reed tussen de bloemenvelden door en genoot. Dat had ik in tijden niet meer gedaan. Eindelijk was er een reden om vrolijk te zijn. Toen ik thuis kwam verwelkomden mijn ouders me. Ik trok mijn jas uit en ging zitten in de bank in de woonkamer. Gelukkig had ik lange mouwen aan, zodat mijn ouders mijn littekens niet zagen. We dronken thee en begonnen daarna met inpakken. Ik zat in mijn grote inloopkast rond te kijken. Ik mòèst een bikini mee, maar dat zou betekenen dat iedereen mijn littekens zou zien. Ik besloot om toch een bikini mee te nemen, maar ik dacht niet dat ik hem aan zou doen. De andere ruimte in mijn koffer gebruikte ik voor wat andere kleren. Ik stopte mijn slippers er ook in, voor het geval ik op het strand zou gaan wandelen. Na nog wat andere dingen was ik klaar. Ik had er echt zin in. Ik zette mijn koffer in de hal en ging weer naar boven om mijn handbagage te pakken. Ik gebruikte mijn gloednieuwe Chanel tas. Ik vond hem niet mooi, maar mijn moeder wilde persé dat ik hem kocht. Ik had toch geld zat.
Ik stopte mijn iPad en de oplader in mijn tas. Nog wat andere dingen om al die tijd te doen stopte ik er ook in. Mijn ogen gleden door mijn kamer, er was niets dat ik vergeten was. Daarom liep ik naar mijn studeerkamer om te kijken of ik nog iets miste. Ik keek rond, maar zag niets dat ik mee kon nemen. Totdat mijn ogen op mijn aansteker stuitten. Ik dacht dat ik hem niet nodig had, maar deed hem toch voor de zekerheid in mijn tas.

De volgende dag was het tijd om te gaan. We vertrokken 's morgens vroeg, rond half 6. Ik zat met glunderende ogen in de auto, ik kon niet wachten tot we er waren.
Toen we er waren klemde ik mijn Chanel tas tussen mijn armen. Tijdens het in-checken kon ik nauwelijks op mijn benen blijven staan. Ik was nog geen uur verwijderd van mijn reis naar Nieuw-Zeeland. Toen we bij de douane waren kreeg ik het een beetje benauwd. Ik was bang. Bang dat mensen bij aansteker zouden ontdekken in mijn tas. Bang dat mensen zouden vragen waarom ik in het bezit was van de aansteker was. Bang dat mensen mijn brandwonden zouden zien. Maar al mijn zorgen waren voor niets. De douane liet mijn tas gewoon door. Alles ging goed, alles zat mee. Dacht ik...

Want aan het einde van de vlucht ging opeens het vliegtuig heel hevig trillen. Ik bleef rustig en dacht gewoon dat het turbulentie was. De stewards en stewardessen keken elkaar aan en begonnen zweet op hun voorhoofd te krijgen. Dat was het moment. Het moment waarop mijn leven, dat langzaam weer aan het helen was, weer aan het afbrokkelen was. Het duurde geen seconde om het te realiseren, ik ging zeer binnenkort dood. En dat was het moment waarop in paniek raakte.

Lonely {Nederlands}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu