ɧoofdstuk 11

206 12 8
                                    

Ken je dat gevoel? Je helemaal machteloos voelen. Het gevoel dat je niets kan bereiken. Zo voelde ik me op dat moment. Als ik nog kon voelen. Want waren dit wel gevoelens?
Ik kon mijn eigen lichaam zien. Ik zag lijkbleek en mijn bruine haren zweefden om me heen. Mijn ooit-zo-witte bloes was geel-bruin geworden. Het voelde... anders. Ik kon niet geloven dat ik dit was. Hoe kon ik mezelf zien?

Het is allemaal een droom, bleef ik steeds denken. Maar als dit een droom was, was ik allang wakker geschoten. Toch bleef ik mezelf inpraten dat het een droom was.

Ik wilde huilen, schreeuwen, maar hoe hard ik ook probeerde, het lukte niet. De stilte van de oceaan bleef hetzelfde. Ik zag geen tekenen van mogelijke redders en de zon die zwakjes door het wateroppervlak scheen, kwam lager te staan.
Ik probeerde mijn omgeving te verkennen, maar kon me niet bewegen. Ik zag dingen dwarrelen en zinken naar de bodem van deze diepe oceaan. Mijn Chanel tas zat er ook tussen. Het kleine zesjarige jongetje ook. Zijn asblonde haren leken nog brandschoon. Zijn ogen waren open. Ik huiverde. Zijn bleke handjes zaten nog steeds om de dode vis geklemd.
Er was geen leven te bekennen in deze zee. Geen enkele vis te bekennen. Ik vond het vreemd, was er dan geen enkel wezen dat hier leefde?
Seconden leken uren en minuten leken dagen. Het zonlicht werd steeds zwakker. Of ik zonk steeds dieper...
Hoe later het werd hoe meer ik mijn oude leven miste...

Er bestond niets als slapen in deze situatie waarin ik me bevond. Het werd nacht en ik kon geen hand voor ogen zien. Alles was donker.
Totdat ik lichten zag schijnen en een vaag silhouet van een boot zag aan de bovenkant van het wateroppervlak..

Lonely {Nederlands}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu