Vandaag komt de mevrouw van het opvanghuis. Ze komt voor de laatste keer kijken of het goed gaat en daarna komt er alleen nog maar elke drie maanden een telefoontje. Dan willen ze mij en ome Theo spreken. Ik verheug me op dat de mevrouw van het opvanghuis komt. Dan is ome Theo super aardig en mag ik doen wat ik wil. Én ik krijg ranja zonder dat er een meneer komt. Gelukzalig kijk ik naar buiten. Het regent, maar dat maakt me niet uit. Als het regent vliegen er geen wespen en bijen in het gras. Die kunnen zo gemeen steken. Ik hoor ome Theo naar de deur gaan. Zal de mevrouw van het opvanghuis er al zijn? Als ik hoor dat de deur dicht valt hoor ik twee mannen stemmen. Twee mannen? Ik doe alsof het me niet deert en kijk nog steeds naar de regendruppels.
Tot ik de stem herken.
"Waar is ze?" Die woorden herken ik uit duizenden. Geschrokken kijk ik om. De nette meneer kijkt me grijnzend aan. In paniek kijk ik naar ome Theo.
"M-maar, de mevrouw van het opvanghuis komt zo. En de nette meneer is al geweest deze week." Van paniek begin ik te huilen. Ik bal mijn vuistjes. Ome Theo tilt me liefdevol op.
"Lieverd, je weet toch wat er gebeurt als de mevrouw vindt dat het hier niet goed is voor je?" Ik knik. "De mevrouw komt zo dus moet je lief zijn tegen de nette meneer, dan is de nette meneer in die tijd lief voor jou. Dan hoef je niet met de mevrouw mee. Je mag niet bang doen anders neemt de mevrouw je mee." Met trillende onderlip hang ik in ome Theo's armen.
"En als de mevrouw weer weg is?" Vraag ik fluisterend. Ome Theo zegt niets. Hij aait me alleen over mijn vlechtjes. Ja dus, ik moet met de nette meneer in de kamer..."Zullen we hier stoppen?" Vraagt Qwen als we een poosje gefietst hebben. Ik haal mijn schouders op.
"Wat jij wilt." Zeg ik dan maar. Qwen grinnikt.
"Dat zeg je altijd." Ik haal mijn schouders nog eens op en grijns. Ik voel mijn hart een sprongetje maken. Vandaag ziet er toch nog beter uit dan ik dacht. Qwen steekt vragend zijn hand uit. Ik pak hem vast. Een rilling loopt over mijn rug maar ik weet mijn paniekreactie te blocken door keihard op mijn tong te bijten. 'Je wilde helen toch?' Zegt het stemmetje in mijn hoofd. Qwen trekt me mee naar een bankje twee meter verderop. Hij gaat zitten en klopt met zijn hand naast hem. Ik ga naast hem zitten.
"Ik wil wat bekennen." Begint Qwen. Ik kijk hem vragend aan. "Het is me opgevallen dat je me leuk vindt." Zegt hij zacht.
"En?" Vraag ik teleurgesteld. Aan zijn stem te horen heeft hij andere plannen. Ik zucht en wacht tot het slechte nieuws komt.
"En nu wilde ik je vragen of..." Qwen loopt rood aan. "Of je misschien verkering met me wil want ik vindt jou ook leuk." Verbaasd kijk ik op. "Echt?"
"Ja anders vraag ik het toch niet." Een glimlach verschijnt op mijn gezicht.
"Ja natuurlijk. Maar..."
"Maar wat?" Vraagt Qwen geschrokken.
"Ik ben bang voor..." Ik krijg het bijna niet over mijn lippen.
"Weet ik." Zegt Qwen zacht. "Ik heb er ook lang over nagedacht. Maar daarom ben ik er. Ik ga het je leren. Stap voor stap." Het is even stil. "En de eerste stap is al gezet." Hij houdt onze handen in de lucht. "Ik mag je al aanraken." Hij grijnst. Ik grijns terug. "Het komt allemaal goed Eline, het komt allemaal goed."
JE LEEST
Raak me niet aan!
General FictionEen hand vol met littekentjes... Een hoofd vol met woede... Een lichaam vol argwaan... En waarschijnlijk NOOIT meer een gewoon leven... De vijfjarige Eline in dit verhaal wordt door haar pleegoom seksueel misbruikt en verkocht vanaf dag twee da...