42

1.7K 113 8
                                    

Serieus kleur ik mijn tekening in. Het moet een beer voorstellen, maar ik vind het niet zo mooi gelukt. We moesten ons lievelingsdier maken en erbij schrijven wat we er nu zo leuk aan vinden. Die van mij is een beer, omdat een beer groot en sterk is een me kan beschermen tegen ome Theo en tegen de meneren en tegen mijn vader.
Ik zit in groep drie nu. Groep drie is leuk, ik leer er nog meer woordjes en sommetjes...
Ik wrijf over de stof van mijn mouw. De mouw zit ver over mijn hand getrokken. Zo kan niemand zien dat ik streepjes op mijn hand heb. Ik kan ze niet meer tellen. Ik heb alleen nog maar geleerd om tot 30 te tellen en het zijn er al veel meer. Met mijn andere hand kleur ik. Bruin en een beetje roze voor de neus. In de oren zit ook een beetje roze en de oogjes maak ik zwart. Met vulpen schrijf ik erbij wat ik zo leuk vind aan de beer. 'Dat hij sterk is.' Staat er schots en scheef. Ik geef de tekening aan de juf.
"Wat mooi." Zegt de juf. Ik ben zo blij dat iemand de tekening mooi vind dat ik even vergeet om terug te lopen naar mijn tafeltje. Als ik thuis een tekening maak verdwijnt hij altijd zo maar en niemand zegt er iets over. Soms hang ik hem aan de muur, maar ome Theo haalt ze er weer af. Hij vindt ze vast niet mooi genoeg.
Thuis vertel ik over school aan ome Theo. Hij knikt af en toe, maar ik weet dat hij niet luistert, want hij wordt niet eens boos als ik zeg dat de beer me tegen de meneren zal beschermen. Hij roert in zijn koffie en kijkt de hele tijd op de klok.
"Er komt een meneer hè?"  Vraag ik plotseling.
"Wat?" Vraagt ome Theo.
"Er komt een meneer of niet?" Herhaal ik.
"Ja dat klopt." Zegt hij. Beduusd laat ik mijn hoofd hangen. Ome Theo reageert er niet eens meer op.

Voor zelfmoord is het nu veel te laat. Zelfmoord plegen is nu alleen nog maar de lafaard-optie. Tien jaar geleden was het nog logisch, dan had ik alle ellende niet mee hoeven maken, maar nu kan het technisch gezien alleen nog maar beter worden en dus blijf ik gewoon hier op aarde voor de komende 60 jaar. Toch blijf ik nog ff in de badkamer. Het is me iets te leuk om Saskia de stuipen op het lijf te jagen. Ik begin aan mijn coolingdown. Ik merk het, want mijn ademhaling wordt langzaam weer regulier en ik kak in.
"Eline zeg iets!" Hoor ik de gestresste stem van Saskia schreeuwen.
"Jaja oké ik kom er al uit." Mompel ik. Als ik de deur open doe, gaat Saskia door het lint.
"Ga jij maar even verder afkoelen, Jezus, Eline ik dacht echt even dat je jezelf wat aan ging doen!" Ze pakt mijn polsen en checkt ze op krassen. Als ik wegloop hoor ik haar rommelen in de medicijnen. Ze zal tot de conclusie komen dat ik niets heb genomen, alle medicijnen zijn er nog. Dat is ook wat ik schreeuw:
"Alle medicijnen zijn er nog, ik heb niets gehad!"
"O nee? Het nieuwe potje anti-deprisiva van Anna is halfleeg." Verbaasd kijk ik om de hoek van mijn deur. Saskia kijkt me een seconde geschokt aan.
"Hoe kon Anna daarbij komen?" Vraag ik.
"Waar ís Anna?!" Vraagt Saskia. Tegelijk zetten we een sprint in naar Anna's kamer.
"Eline ga jij naar beneden, ik ga naar de zolder, ze is niet hier."

Raak me niet aan! Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu