53

1.8K 115 14
                                    

Een gigantisch kabaal klinkt van beneden. De meneer waar ik mee in de kamer zit houdt abrupt op met wat hij aan het doen was.
"Waar is ze!" Hoor ik een bevlogen stem roepen.
"Theo Hulde ik arresteer u op verdenking van kindermisbruik en kinderprostitutie." Zegt een andere stem van beneden. Op de trap klinkt veel lawaai van mensen die de trap oprennen. In paniek grijp ik naar mijn kleren. Er wordt hard op de deur geklopt. Van schrik begin ik te huilen. De meneer probeert het kapotte raam te openen, waarschijnlijk wil hij weg hier, maar het raam zit vast.
"Open de deur of we trappen hem in." Hoor ik. Bang kruip ik in mijn vaste hoekje op het bed. De meneer maakt geen aanstalten naar de deur te lopen en hem te openen. Een hels kabaal klinkt. Een enorme wolk aan splinters vliegt de kamer in, mijn haar waait ervan op. Ik knijp mijn ogen dicht en schreeuw om ome Theo. Heel veel mensen in politiepakken komen de kamer in. Een paar slaan de meneer op de grond.
"Ik arresteer u wegens kindermisbruik." Klinkt het uit meerdere monden. Een paar mensen komen op mij afgelopen. Bang sla ik de dekens over me heen. Een man aait over mijn rug.
"Je bent veilig." Zegt hij, ik  herken de stem van eerder. Bang schud ik de hand van me af.
"We doen je niets." Zegt een andere meneer. "We nemen je mee Eline, je hoeft nooit meer met een meneer in de kamer. Vanaf nu ben je veilig." Ik knik, maar ik geloof het niet. Met mijn kapotgemaakte lichaampje leun ik tegen de man aan als hij me optilt. Hij aait me over mijn haren. Ik voel wel dat zijn armen anders zijn die van ome Theo of de nette meneer. Deze armen willen niets van me, alleen dat ik ze vertrouw. Deze mannen hebben geen politiepak aan, maar een gewone bloes, zie ik nu. Ik durf ze niet te vragen waarom. Nieuwsgierig zijn leidt hier bijna nooit tot leuke dingen. Ik kijk over de man zijn schouder naar de meneer waarmee ik in de kamer zat. Hij loopt achter ons, met zijn handen op zijn rug. Ik vraag me af waarom hij dat doet.
Pas voor pas loopt de man met mij de trap af. Beneden zie ik ome Theo staan. Op dezelfde manier als de meneer achter mij.
"Eline ik was toch altijd aardig voor je? Je was toch altijd een lief meisje?" Hoor ik ome Theo schreeuwen. Verbaasd kijk ik op.
"Luister maar niet naar hem." zegt de meneer die me vasthoudt.
"Ik heb je toch niets aangedaan? Straks stoppen ze me in de gevangenis! Zeg dat ik altijd lief voor je was." Smeekt ome Theo op zijn alleraardigst. Plotseling word ik boos.
"Hij was nooit aardig!" Roep ik. "Ik was altijd een stout meisje..." Voeg ik er fluisterend aan toe. Ome Theo doet plotseling niet meer zo aardig en stapt tegenstribbelend langs me heen.
"Klein kutkind..." Bijt hij me toe als hij langsloopt. Ik verberg mijn hoofd in de schouder van de man die me vast heeft.
"Ik vind je een lief meisje." Fluistert hij. Ome Theo en de meneer gaan allebei in een andere politieauto. Ik mag met de meneer die de blouse aan heeft mee in een gewone auto.
"We gaan naar het politiebureau, is dat oké?" Ik knik. De man ziet het in de spiegel.
"En daarna?" Vraag ik voorzichtig. "Waar ik ga daarna heen?"
"Het ziekenhuis."
"En daarna?"
De man zucht.
"Moet ik dan weer naar een nieuwe meneer?" Vraag ik zachtjes. "Ik wil niet naar een nieuwe meneer, ik wil naar mama." Ik trek mijn knieën op.
"Je kunt niet direct terug naar je mama, maar je hoeft ook niet meer naar een nieuwe meneer." Stil laat ik mijn traantjes lopen.
"Er is een mevrouw waar je mee mag, er zijn daar nog meer kinderen." Sust de man. Ik veeg mijn traantjes af. Ik ben een grote meid. Tenminste, dat praat ik mezelf aan, dat praatte ome Theo me aan.
"Komt ome Theo nooit meer terug?"
"Nee." Zegt de meneer. "Ome Theo komt nooit meer terug..."

Op het politiebureau mag ik op een bankje op de gang zitten. Ik zit een hele poos alleen op het bankje. Met mijn knieen opgetrokken kijk ik over het randje van mijn broek naar de vele ogen die naar mij kijken. Heel veel mensen kijken naar me. Waarschijnlijk zie ik er ook niet uit. Ik pluk aan de rand van mijn tuinbroek. Iemand hurkt voor me op de grond. Een beetje schrikkerig kijk ik op.
"Hey kind, jij bent Eline toch?"
"Ja ik ben Eline." Zeg ik zachtjes.
"Hallo Eline, kijk eens wie ik heb." Ze houdt meneer Aap en Barbie voor me. Gretig ruk ik ze uit haar handen en druk ik ze tegen me aan. "Ik ben Saskia ik ga je helpen, goed?" Ze steekt haar hand uit maar ik weiger.
"Kun jij me beschermen tegen ome Theo?" Vraag ik met mijn ogen terneergeslagen. Saskia knikt.
"Ome Theo is voor altijd weg..." Fluistert ze overtuigend.
"Oké..." Fluister ik voorzichtig. Saskia lacht naar me. Ik lach schamper terug.






O man, ik vind het zelf bijna te zielig... Gelukkig weten we al dat ze niet halverwege zelfmoord pleegt want ze is inmiddels zeventien...
Maar dit is dus het laatste wat jullie ooit gaan lezen over de kleine Eline! Het volgende hoofdstuk gaat helemaal over de grote Eline, zoals deze helemaal over de kleine Eline ging, en dan is het uit...

Raak me niet aan! Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu