Hoofdstuk 14 - Raine

84 11 58
                                    

Nadat Raine Madelyns appartement had verlaten, al bijna een week geleden, was ze teruggestormd naar het hoofdkwartier van de AMO. Ze had geweten dat ze Celia er nog zou aantreffen. De vrouw leefde tenslotte zo goed als in dit gebouw.

Ze had min of meer verwacht dat ze gestraft zou worden voor haar ongehoorzaamheid, maar dat kon haar niet schelen. Ze was teruggekomen om om die handboeien te smeken, of om een cel, of een andere uitweg. Celia had die haar niet willen geven. Ze had gezegd dat ze al voor een andere oplossing had gezorgd en dat de mutante vooral kalm moest blijven. Zelfs toen het meisje eenmaal in een woordenwaterval had uitgelegd wat er precies gebeurd was, wilde haar leidinggevende haar niet opsluiten.

Raine begreep niets meer van Celia's gedachtegang. Ze had haar sowieso nooit echt begrepen, nooit echt geweten of haar leidinggevende haar nu mocht of niet, of ze aan haar kant stond of niet. Maar langs de andere kant, hoe kan je de leiding hebben over een anti-mutanten organisatie en toch achter een mutant staan?

Twee dagen later, na de vrije dag die het meisje verplicht had moeten nemen - een hel dag, als je het haar vroeg -, had Celia haar mee naar een cel genomen in de kelder. Die cellen werden zelden gebruikt, alleen als er eens een crimineel langer dan één dag moest blijven voor verhoor.

Ergens had Raine de hoop en misschien de angst gehad dat ze haar toch in een cel zouden stoppen, als een soort tussenstapje voor ze weer terugging naar een echte gevangenis. Niet dat ze daar zoveel prettige herinneringen aan had. Dat ze daar niet zo snel iemand pijn zou doen, stond haar dan wel weer aan. Misschien zou ze er zelfs aan één of andere drug kunnen komen die haar gave tijdelijk uitschakelde. Dat klonk bijna te mooi om waar te zijn.

Helaas - of gelukkig - had Celia haar niet naar een lege cel gebracht. De cel die ze te zien kreeg was zelfs best knus. Dekentjes in geel-, rood- en blauwtinten lagen verspreid over de koude, harde vloer als een donzig tapijt. De lichtelijk versleten matras was aangekleed met bijna luxueuze lakens en drie kussens. Nog drie andere, grotere kussens lagen naast het bed, net als een hoge toren boeken, als een soort leeshoekje.

Voor het bed zat een man in kleermakerszit - Nicholas, kwam ze later te weten. Hij hield zijn handen plat tegen elkaar en zijn ogen gesloten, alsof hij aan het bidden of mediteren was.

De man had een wilde bos donkerbruin haar, borstelige donkere wenkbrauwen en een lichtbruine huid. Op zijn wangen, zijn kin en onder zijn neus stond het vol met grof geschoren stoppels. In niets liet hij merken dat hij hun aanwezigheid had opgemerkt.

Pas toen Celia een bewaker de celdeur liet opendoen, opende hij zijn ogen. Toen al was het grijnzen begonnen.

Het was ook niet zo dat Raine per se een probleem had met de altijd grijnzende, vuurspuwende half-gevangene, maar echt vrolijk werd ze er ook niet van wanneer ze hem weer moest zien.

Die eerste dag hadden ze vooral gebruikt om elkaar een beetje af te tasten. Nick had maar een sprankje laten zien van wat hij echt kon met zijn gave en Raine had hem laten voelen aan haar handen en uitgelegd wat de situatie was, in grote lijnen. Waarschijnlijk wilde hij gewoon weten of zij hem misschien meer zou vertellen dan de andere mensen van de organisatie.

Celia had haar helaas opgedragen geen woord te zeggen over de AMO, haar normale job, Fathia's snufjes of haar persoonlijke leven. Eigenlijk mocht ze dus alleen praten over haar gave en de training. Dat leek haar vrijwel onmogelijk, tenzij ze haar mond selectief zouden dichtnaaien.

De rest van de dag en de twee dagen nadien hadden ze gefocust op meditatie, het wegleiden van alle emotie en dat soort onzin. Raine had er het geduld niet voor. Dat maakte Nicks humeur er ook niet beter op.

Toen het weekend aan was gebroken had hij haar gezegd dat ze moest blijven oefenen thuis en dat ze moest stoppen met het allemaal zo nonchalant over zich heen te laten komen. Als ze vooruitgang wilde boeken moest ze er zelf iets voorover hebben. Ze kon niet met één vingerknip leren hoe ze haar vuur moest onder controle houden en gebruiken.

Over Macht en MenselijkheidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu