Hoofdstuk 18 - Raine

64 10 18
                                    

Op vrijdagochtend kwam Raine met een glimlach aan op het werk. Het grote gebouw torende boven haar uit, maar voor een keer liet ze dat haar humeur niet verpesten. Ze keek omhoog, naar de zevende verdieping, waar ze Celia meende bij het raam te zien staan. Die hoefde ze vandaag hopelijk niet van dichtbij te zien.

Ze rekte haar vingers voor zich uit en keek naar de achterkant van haar handen, terwijl de wind met haar zwarte lokken speelde en ze in haar ogen deed waaien.

Haar handen waren niet te warm meer. Echt. Ze kon een houten stok aanraken en hem niet doen branden, ze kon een oorbel aanraken zonder bang te moeten zijn dat ze hem zou omsmelten... ze zou Madelyn vanavond aan kunnen raken zonder haar pijn te doen.

Onbewust krulden haar mondhoeken nog wat meer omhoog.

Het idee dat haar handen zomaar weer gloeiendheet konden worden, had ze al ergens in een hokje achter slot en grendel gestoken. Nu ze haar handen weer op een "normale" temperatuur had gekregen, was ze er zeker van dat het maar een kwestie van tijd zou zijn tot ze de volledige controle had.

Concentratie en controle, de twee c's, zoals Nicholas het erin had gedrild, die had ze naar eigen zeggen bijna onder de knie. Ze vroeg zich wel eens af of hij stiekem ook mutanten in de gevangenis had geleerd hoe ze hun gave moesten gebruiken. Dat had hij haar destijds ook wel mogen leren. Niet dat ze zich kon herinneren of ze hem daar ooit gezien of gesproken had. Ze had die herinneringen ver genoeg weggestoken.

Voor even sloot ze haar ogen en ademde ze de frisse buitenlucht in. Het was een heerlijk koude dag. De hemel was grijs van de wolken en overal hing nog de geur van regen, na de zware buien van afgelopen nacht.

Vandaag zou een topdag worden.

Geen zorgen om haar gave. Geen zorgen om één of andere brief van één of andere rare figuur. Alleen maar positieve dingen.

Toen ze eindelijk het gebouw in liep, begroette ze de paar mensen die ze tegenkwam met een vriendelijk hoofdknikje. De schok op hun gezichten deed haar mondhoeken alleen maar hoger omhoog kruipen. Ze wist niet of ze bang voor haar waren of gewoon verbaasd dat ze eens vriendelijk deed. Het maakte ook niet uit.

Tevreden liep ze naar de kelder. Haar handen had ze in de zakken van haar groene hoodie gestoken, nu dat weer zonder problemen kon. Op haar mouw stond in grote donkerblauwe letters Freedom for the wicked. Het was haar lievelingskledingstuk.

Eerst ging ze langs haar kantoor om te kijken of er nog nieuw papierwerk geleverd was, maar dat was niet het geval. Het begon saai te worden om elke dag bij Nick te moeten spenderen in zo'n kleine cel, wat afwisseling zou leuk zijn. Ze had echt gehoopt dat ze naar de trainingszaal hadden kunnen gaan, maar dat mocht blijkbaar niet.

'We kunnen Nick niet vertrouwen,' had Celia gezegd, maar Raine geloofde niet dat dat de echte of enige reden was.

Ze liet haar tas achter bij haar bureau en knipoogde nog even naar de camera. Dit was ook de eerste keer dat ze had laten merken dat ze wist waar die stond.

Vrolijk neuriënd liep ze vervolgens richting de cellen. Nog een paar mensen die ze passeerde keken vreemd naar haar om. Was het echt zo raar dat ze neuriede? Ze hield van muziek, dan mocht dat toch.

Zoals gebruikelijk vond ze Nick al lezend in zijn hoekje met kussens. Het leek een klassieker te zijn waarin hij bezig was, oordelend op de kaft, maar de titel kon ze van op deze afstand nog niet lezen. Het boek hield hij in zijn ene hand, in de andere hield hij een ketting. Het bedeltje liet hij voortdurend tussen zijn vingers heen en weer glijden en ging van de ene kant van zijn hand naar de andere.

'Ga je daar zo blijven staan of ga je nog binnenkomen?' vroeg hij door de traliedeur heen.

'Ik vind dit wel een goed plekje eigenlijk.'

Over Macht en MenselijkheidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu