hoofdstuk 1 hem.

48 2 0
                                    


Door de bossen rende ik en Clay snel, door alle bladeren. Langs elke boom gleed mijn hand langs de stam. Ik had alleen hem uitgenodigd voor mijn 11de verjaardag. Hij was mijn beste vriend, mijn alles. Iemand die ik vertrouwde. Vlak na mijn verjaardag ging hij opeens weg. Soms zie ik hem voor me, hij rent met een bloedvaart naar me toe en tikt me aan. Het moment dat ij me aanraakt schik ik wakker, of dat denk ik. Dan hoor ik mijn moeders stem, ze roept ons. Het eten is klaar! Deze herinnering is mijn favoriet. Dan word ik echt wakker. Het felle licht schijnt in mijn ogen. Weer een dag om door heen te gaan. Niks is meer hetzelfde zins hij weg is gegaan. Ik denk niet vaak meer aan hem. Al snel voel ik me lam worden. Wil niet uit bed. Het is koud en ik ben nog moe. Kan niet meer slapen s 'nachts. Max heeft afschuwelijke nachtmerries en jankt het hele huis naar de grond. Maar mijn moeder en ik houden van hem! Zodra ik bijna weer wegzak hoor ik hem aan komen lopen. Zijn voeten hoor ik zachtjes op de traptreden. Mam had gedacht aan naar het bos gaan vandaag. In het weekend maakt Max me vaker wakker. Meestal is het erg vroeg maar mama had gevraagd aan hem om het deze keer niet te doen. Iedereen zou naar het bos gaan, ook Pebble onze hond! Nou ja bijna iedereen, pap is een week geleden weer opgeroepen. Mam gebruikt het bos om niet aan pap te denken. Ze wordt altijd zo depressief zonder hem. Ze mist hem heel erg en het is altijd te zien. Ik hoor haar vaak huilen s 'avonds, het breekt me maar ik moet door. Ik ben al 17 en weet waar ik heen wil gaan. Maar zij blijft erin hangen. Begrijp me niet verkeerd ik hou van haar. Maar ik zou nooit iemand zo lang lief kunnen hebben. Ik heb wel eens 'liefde' gevoeld maar het voelde nooit goed of correct. Liefde is voor de gelovige. En ik ben daar niet 1 van. Zodra Max binnenkomt springt hij het bed op. Hij denkt dat ik nog lig te tukken en begint met lachen. Ik kietel hem. Mam roept dat we moesten opschieten, en ik kleed me aan. Ik trek een lange licht blauwe spijkerbroek aan een T-shirt dat is gesigneerd door een van mijn vaders vrienden die beroemd was vroeger. Ik pak een zwarte pet van mijn peten collecties di ik indirect heb gestolen van mijn vader. En een bloesje met een streepjespatroon. Het geeft herfst vibes en is erg comfortabel. Zodra ik klaar ben schreeuw ik naar onder 'ben klaar maar ga nog even de was doen!' ze reageert niet maar ga er van uit dat ze met de hond wandelen is en ze me het niet heeft verteld. Ik pak de stapel met rotzooi op en breng het naar de zolder. Er zijn hier veel verbouwspullen. Pap en mam zijn het huis aan het omtoveren naar een bleu surburban. Of zoiets. Dat wilde mijn moeder graag. Alleen is het verbouwen erg tegen gevallen en kost het meer tijd dan ingeschat, waardoor het nog niet af is. Zodra ik de rotzooi op de grond gooi voor de wasmachine zie ik hoe een goor beest het bijna op het springen zet in een verfbus. Ik jaag het weg maar het valt me aan. En met een grote sprong naar achter kom ik tegen de muur aan 'auw!' ik ben echt niet handig. Ook bijt het beest vervolgens en ik heb geen zin meer in de dag. Ik hoor het geluid van de wasmachine die is wakker geworden van niet in een stopcontact zitten. Het geluid is ontiegelijk luid en echt volledig afschuwelijk. Maar zodra ik het hoor zoek ik uit wat wit en of gekleurd is en de gekleurde stop ik in de wasmachine. Ondertussen hoor ik onder de deur opengaan en ik roep gedag. Al zodra ik de eerste medeklinker van mijn tong heb hoor ik mijn moeders luide stem. 'HOIIII!' echt een plaatje. Op meerdere manieren. Ik lach een beetje en keer weer terug naar de was. Ik klik het knopje aan en al snel voel ik de trillingen op de niet stevige zoldervloer. Ik schrik ervan, elke keer dat het gebeurt. Plots alsof ik nog niet genoeg ben geschrokken voel ik een trilling in mijn kontzak. Mijn telefoon! Ik pak hem uit mijn zak en kijk wie het is. Onbekend nummer, raar. Ik herken het niet en negeer het. Zodra ik denk dat het nummer me nu met rust gaat laten gaat mijn ringtoon weer over. Ik kijk nog een keer. Zelfde stappen nogmaals. Hoor mijn ringtoon, pak mijn telefoon, kijk wie het is en nogmaals hetzelfde nummer. Ik wil het nu al blokkeren. Toch laat ik het met rust. Stop hem terug in mijn broekzak en loop naar beneden waar mijn moeder met Max zit te praten. Ik word nog een keer gebeld. Ik zet mijn geluid uit. Ik pak een boterham met ham en kaas en loop naar mijn moeder. Neem een hap van mijn broodje. Ik realiseer dat ik mijn tanden nog niet heb gepoetst. Eet met haast mijn broodje op en ren naar boven. Ik poets mijn tanden en stap de auto in. Een nieuwe dag om mooie herinneringen te maken. Ook al halen deze slechte dingen terug. Niks moet je kunnen tegenhouden als je oud wil worden. Je kan niet in iets blijven hangen. Dat is altijd een stap terug, maar ik moet naar voren. Geen keus.

hemWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu