8.

0 0 0
                                    


Het zwaard drong diep in mijn lichaam en voor een paar seconden voelde ik me als verlamd. Ik zakte door mijn knieën en de brandende scherpe pijn verspreidde zich als een soort gif door mijn lichaam. Snel en dodelijk. Met betraande ogen keek ik zwijgzaam naar de eigenaar van het zwaard. Felblauwe ogen keken me kil aan. Er zat geen emotie in het gezicht en hij trok met een snelle slag het zwaard uit mijn buik. Nog een felle pijnscheut ging door mijn lichaam en een dun straaltje bloed liep uit mijn mond. Ik wilde iets zeggen, maar de woorden kwamen niet over mijn lippen. Het leek wel alsof me lichaam al dood was en alleen mijn geest nog leefde. De grond zakte onder me vandaan en met een doffe klap kwam ik op de grond neer. Ik hoorde voetstappen en hij knielde voor me neer zodat hij me nog kon aankijken. Hij legde zijn zwaard neer en raakte zachtjes mijn wang aan. Mijn zicht vertroebelde en langzaam werd hij een wazige vlek. 'Zara...' zei hij zacht. Zijn lippen wilde nog een zin vormen maar alles werd al zwart. Een vreemd maar kalm gevoel overspoelde me en ik wist dat het klaar was. Alles was over nu.

Een plons met koud water werd in mijn gezicht gegooid en ik schrok wakker. In een vreemde reflex greep ik meteen naar mijn buik, maar er zat geen wond in. Een mollige vrouw met een schort aan keek me chagrijnig aan. 'Je kijkt net alsof je een geest hebt gezien,' zei ze. 'Sta op, want als je hier wilt blijven moet je ervoor werken.' Ze gooide een bezem naar me en ik kon hem nog net op tijd ontwijken. Met krampen in mijn spieren stond ik op. Ik had heel de nacht op de koude grond van een schuur geslapen en erg fijn lag dat niet. Nadat ik het kasteel uitgetrapt was, had ik nog uren rond gelopen in het kleine dorpje. Na uren zoeken had ik eindelijk een klein maar praktisch onderkomen gevonden. Geld had ik niet, dus het enigste wat ik kon aanbieden was arbeid. Met een zucht pakte ik de bezem op en begon ik de vegen. 'Pas, als ik terug kom, stop je. En ik waarschuw je alvast: ik hou je in de gaten, dus waag het niet om niks uit te voeren,' zei de vrouw en ze priemde met haar vinger naar mij. Ze liep met grote stappen weg en deed de houten deur met een klap dicht. Ik bleef vegen en na twee uur begonnen mijn armen toch echt moe te worden. Ik besloot een korte pauze te nemen en ging op een hooiberg zitten vlak bij het raam. Buiten regende het, en het dorpje zag er meteen een stuk somberder uit. Ik merkte dat door de regen mijn eigen humeur ook achteruit ging. Ik wist niet of het kwam door het slechte weer, het vegen of het feit dat ik nog steeds vast zat in deze verdomde wereld. Vroeger had ik de regen altijd leuk gevonden en zelfs rustgevend. Maar op de een of andere manier kon ik er vandaag niet van genieten. Ik was nu al een week hier, maar voor mij voelde het veel langer. Ik vroeg me af wat mijn moeder nu aan het doen was. Was ze bezorgd? Vast wel. Een steek van verdriet ging door me heen. Ik mistte mijn moeder en ik wilde niet dat ze zich rot voelde, door mijn stomme fouten. Ik had nooit achter het jongetje aan moeten gaan... 'hé! zit je nou te niksen? Ik zei toch dat ik je in de gaten hield. Opschieten! pak die bezem en ga aan de slag.' zei de vrouw. Ik schrok van haar plotselinge schelle stem en krabbelde over eind. 'Sorry, ik was gewoon heel moe, en ik wilde even een korte pauze,' legde ik uit. 'Onzin, je bent gewoon lui. Je krijgt pas pauze als ik dat zeg,' schreeuwde de vrouw en ik kromp in elkaar door haar schelle stem. Ze gooide een vieze doek naar me en spuugde op de grond. 'Opschieten!,' beval ze. Gauw pakte ik de bezem op en begon gauw weer verder. De vrouw keek nog even toe en liep toen weer weg. Ik was het niet gewend op bevelen te krijgen, in ieder geval niet op een manier hoe zij het overbracht. Ik voelde me net een persoonlijke slaaf, maar ik wist dat het nodig was. Dit was misschien het enigste waar ik zolang kon verblijven. Ik moest gewoon zo snel mogelijk een uitweg vinden, en zodra ik die gevonden had ging ik hier zo snel mogelijk weg. De rest van de dag ploegde ik stug verder en ik zag langzaam de zon weer ondergaan. Voor dat ik het wist was de dag alweer voorbij en viel ik in een diepe slaap. De dagen erna waren hetzelfde, en ik raakte langzaamaan gewend aan het dagelijkse ritme. Ik protesteerde niet meer en deed me werk. Ik kreeg blaren op mijn hand en steken in mij zij maar ik bleef doorgaan. Het leven hier was saai en veel gebeurde er niet. Ik was daarom ook verrast toen er iets opmerkelijks gebeurde in de vierde nacht. Ik was aan het slapen in mijn standaard hoekje met wat stro toen er opeens een felle lichtflits verscheen voor het raam. Verward en een beetje bang kroop ik overeind. Ik stond op en ging met mijn rug tegen de koude muur staan. De lichtflits was zo fel dat het zeer deed aan mijn ogen. De grond trilde langzaam en ik hoorde voetstappen vanuit de andere kamer komen. Ik kneep mijn ogen samen om beter te kunnen zien wat het was. Een vage gedaante van een jongen verscheen. 'Wie ben je en wat kom je doen?' z ei ik dreigend. 'Ik ben gewapend,' loog ik. Ik hoopte dat dit de vreemdeling zou afschrikken, maar het licht kwam juist dichterbij. Terwijl de jongen dichterbij kwam vervaagde het licht. Een koele hand pakte mijn hand vast en ik slaakte een gil. Gauw werd er een hand voor mijn mond geslagen en mijn stem werd gedempt. 'Ssst' werd er in mijn oor gefluisterd. Ik raakte in paniek en gaf degene achter me een harde stomp in zijn maag met mijn elleboog. Ik hoorde een laag gekreun en de hand werd van mijn mond gehaald. Ik rende naar de muur en pakte de brandende fakkel die er aan hing. Ik scheen met het licht van de vlam in het gezicht van de indringer en tot mijn grote verbazing zag ik dat het Nylian was. 'Wat doe jij hier?' vroeg ik. 'Ik dacht dat ik je niet meer terug zou zien,'. 'Ik kom je weghalen uit deze rottende schuur,' zei hij. 'En bedankt trouwens voor de stomp in mijn maag,'. Ik voelde me opeens schuldig, het was een actie uit pure paniek geweest. 'Sorry, ik wist niet dat jij het was,'. Nylian zuchtte even en haalde zijn hand met een vermoeid gezicht door zijn zilverblonde haar. 'Maakt niet uit, ik kom je hier weghalen omdat ik een geheime doorgang heb gevonden zodat je het kasteel ongezien in kan komen,' zei hij. 'Waarom zou ik het kasteel nog ingaan? Er is daar toch niemand die me kan helpen,' zei ik en ik dacht terug aan de keiharde afwijzing van de koning. 'Jawel, ergens in het kasteel moet een aanwijzing liggen waar in word uitgelegd waar alle doorgangen zijn,' zei Nylian. 'En je weet dat zeker?' vroeg ik sceptisch. '98 % zeker. Kom nou maar mee, dan gaan we hier weg. En doe die fakkel weg, je valt teveel op zo,'. 'Maar het is super donker, zonder dit zie je niks,' zei ik. 'Maak je maar geen zorgen om het licht, daar zorg ik wel voor.' zei Nylian. Ik snapte niet helemaal hoe hij nu aan licht kon komen, maar ik besloot niet aan hem te twijfelen en hing de fakkel terug. Donkerte omringde ons weer en ik kon niet langer Nylians gezicht zien. 'Wat nu?' fluisterde ik. 'Wacht,' fluisterde Nylian terug. Uit het niks verscheen een klein wit vlammetje. Het was klein, maar genoeg om het pad voor ons te verlichten. Het kleine lichte vlammetje zweefde boven de hand van Nylian. Met grote ogen keek ik naar zijn hand en ik kon niet geloven dat hij zo iets kon creëren. 'Wauw, ik wist niet dat dit kon doen,' zei ik. Nylian glimlachte en staarde ook naar de vlam. 'Ik kan veel meer dan je denkt, ik ben niet helemaal nutteloos hoor,' grapte hij. 'Niet alle elven kunnen dit doen, maar er zijn een paar, net als mij, die bepaalde gaven hebben,'. 'Kan je dit al lang?,'. 'Ja, al vanaf mijn geboorte.' Het gekraak van een houten deur onderbrak ons gesprek en mijn naam werd geroepen. Nylians gezicht betrok en hij stopte met glimlachen. 'Kom dan gaan we, we hebben niet veel tijd meer,' zei hij. Ik knikte en ik nam de uitstekende hand van Nylian aan. Met snelle passen liepen we de deur uit en rende we weg. Een golf van gemengde gevoelens raasde door me heen en het ontsnappen uit de schuur gaf me een soort kick. Ik gaf een kneepje in de hand van Nylian en samen rende we de donkere nacht in.

The Valor's ChildWhere stories live. Discover now