Hoofdstuk 1

156 16 51
                                    

Ik heet Lily.
Lily Menori. Ik ben vijftien jaar oud en op de vlucht.

Waarom?

Ik ben een moordenaar.

Het voelt nog echter nu ik dat op heb geschreven, maar het lijkt me wel zo verstandig om te doen. Het is voor als - nee, wannéer - ik op word gepakt. Misschien zal ik hierdoor meer tijd krijgen om mijn verhaal te vertellen en zal men misschien wel in mijn o̶n̶s̶c̶h̶u̶l̶d̶  geloven.

Waarom schreef ik onschuld op? Ik ben niet onschuldig.

Je kan wel zeggen dat ik geen alledaagse vijftienjarige ben. Een normale puber zou haar moeder niet hebben vermoord.
Spreekt het voor mij als ik zeg dat ik het niet expres heb gedaan? Hoe noemen ze dat? Dat ik het niet met voorbedachte rade deed.

Nee, het was verre van dat. Maar ze ís dood en dat kan niet anders dan mijn schuld zijn. Ik was de enige in haar buurt. Hopelijk kan de politie wijs worden uit dit gebrabbel. Met uitgesproken woorden zal ik mijn... kant van het verhaal niet goed genoeg kunnen vertellen. Dus daarom schrijf ik het op.
Al heb ik het idee dat ik het er op dit moment niet veel beter vanaf breng.

Was er maar iemand die mij vertelde wat ik nu moet doen. Mijzelf aangeven durf ik niet. Ik heb teveel films gezien waarmee het niet goed met de hoofdpersoon afloopt. En diegenen waren nog onschuldig ook.

Ik niet. Ik heb haar ineen zien zakken, terwijl ik haar vermoordde.
Wat moet ik nu? Ik durf niet meer naar huis - zelfs als dat mogelijk was. De reden heb ik al verteld.
Misschien moet ik me niet bezighouden met de gevolgen van mijn verschrikkelijke daad, maar met het hoe en waarom.

Het was slechts een meningsverschil. Mijn moeder noemde me 'een echte puber'. Nou vraag ik je: welke echte puber zou daar niet pislink van worden?

Het was ook niet dat ik iets bij haar deed. Nee, zij raakte me aan en toen... toen ging het fout.

Nu heb ik geen thuis meer. Geen moeder. Mijn vader weet nog van niks.
Ik heb net vanuit de plaatselijke snackbar het alarmnummer gebeld om mijn misdaad anoniem aan te geven. De eigenaresse probeerde me daarna tegen te houden. Ik dacht dat ze niet had meegeluisterd, maar ik kon na die actie met zekerheid zeggen dat ze dat wel deed.

Nu bezit ik slechts de kleren aan mijn lijf. Alles, zelfs mijn telefoon, ligt nog... daar. Op de plek waar ik ooit woonde.
Geen sleutels, geen geld. Zelfs geen tandenborstel.

Het duurt nog jaren voordat ik volwassen word. Ik heb zelfs nog maar net de pubertijd bereikt.
Waar moet ik heen en wat moet ik nu?

Ik dacht dat iets dergelijks alleen maar in films voorkwam. En waarom voel ik me niet speciaal? Ik weet waarom: de misselijkheid en angst overheersen. De afschuw.
Naar school gaan kan ik vanaf nu wel vergeten. Mijn hele wereld is door die ene actie door elkaar geschud. De wereld: een wrede plaats.

En ik? Ik ben verre van onschuldig.

Vergeef me alsjeblieft.

▬▬▬

Twijfelend kijk ik naar het papier in mijn hand. De letters zijn bibberig geschreven omdat ik geen harde ondergrond heb en het lijkt alsof de geur van mijn omgeving zich al aan het blad heeft gehecht. Voor zover mijn poging tot het bijhouden van een dagboek.
Misschien kan ik het schrijven maar beter aan anderen overlaten.
Zal ik het weggooien? Hier heeft niemand wat aan. Maar ja, dan zit ik weer met mijn oorspronkelijke probleem: mijn daden zal ik nooit uit kunnen spreken. In ieder geval niet zonder volkomen voor gek uitgemaakt te worden.
Zorgvuldig, misschien weet ik daardoor mijn trillende vingers voor de gek te houden, vouw ik de brief op en stop het weg. Waarom heb ik het weinige dat ik in mijn jaszak had zitten verspild aan deze onzin? Mijn moeder, de steek door mijn hart bij de gedachte aan haar neem ik voor lief, noemde me altijd zo liefdevol haar 'vuilnisvatje'. Helaas was een eerdere opmerking van haar (dat ik twee weken kon overleven op de inhoud van mijn jas) schromelijk overdreven.

Dodelijke dans [onc2022]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu