Epiloog

66 7 14
                                    

"Het was degene van wie we het het minst verwachtten, die ons versteld deed staan,*" zegt Catalena uiteindelijk. "Hij heeft het tot de raad geschopt, we vertrouwden hem."
Ze klinkt nog steeds geschokt. Iedereen is een beetje in de war door alle ontboezemingen van het afgelopen uur.

De Gedrochten, uiteindelijk ook gewoon Anderen - net zoals de bewoners van Onderwater - worden mak gehouden door Marie. Ze heeft hun geheugen gewist en nu staan ze onzeker te schuifelen op het stukje asfalt dat hen is toegewezen. 
Marc zal nooit meer praten, maar Zoë heeft het van hem overgenomen. 

Uiterlijk gevoelloos heeft ze de haar bekende feiten opgenoemd en ik kon merken dat Catalena er geloof aan hechtte. Ze heeft beloofd dat ze alles grondig zou onderzoeken en Zoë zei daarop: "Dat is alles waar ik dit moment op kan hopen."

Ik ben bang voor haar, ik heb per slot van rekening haar broer vermoord - niet te vergeten dat ze míj heeft vermoord - maar de ene keer dat onze blikken elkaar kruisten, gleed de hare gewoon verder. Alsof ze me niet zag. 

"Ze heeft een berekenende geest," zegt Valentijn. Hij staat opeens achter me en ik kijk hem geschrokken aan. 
Hij knikt naar Zoë en ik kijk automatisch ook. Ze zegt, met die uiterst kalme stem van haar, enkele dingen tegen Marie. Ik kan eruit opmaken dat ze vraagt of het geheugen van de soortement gevangenen ook weer teruggeplaatst kan worden.
Ik hoop dat dat kan. 
"Of je hem nou per ongeluk of expres hebt vermoord, doet haar niks. Maar ze weet dat hij begon," praat Valentijn verder. Zij heeft me inderdaad al eens vermoord, op zijn verzoek - dat is waar.

"Ga er maar vanuit dat ze geen wraak of iets dergelijks zal nemen." Mijn broer klinkt nuchter.
"Pas als jullie paden elkaar opnieuw kruisen, zal ze de strijdbijl weer opgraven."
 Ik geloof hem.

"Goed," nu klinkt hij zakelijk en ik keer me volledig naar hem toe. Dit klinkt serieus. "Over ons."

Ik knik hem bemoedigend toe. Dat werd tijd.

"Marc had het niet helemaal goed," zegt hij dan nuchter. "Er bestaat wel degelijk een verschil tussen de kinderen van demonen en engelen, en ik ben er dan ook van overtuigt dat deze wapenstilstand een tijdelijke is."

Ik wil reageren, maar hij heft zijn hand op: "Jij mag zo, laat me even uitpraten," verzoekt hij vriendelijk en dat doe ik. 
"Er zijn echter uitzonderingen. Marc en zijn zus zijn zo'n uitzondering." Hij zwijgt even, maar ik onderbreek hem niet. 
"Wij tweeën zijn ook zo'n uitzondering."

Ik begin bijna te grommen uit frustratie. Dat zijn wel heel veel uitzonderingen in één zin. 

"Er bestaan verboden liefdes in elke laag van de mensheid," zegt Valentijn nuchter. "Engelen en demonen zijn dan niet van deze wereld, maar bij hen is de liefde geen uitzondering. Hun nazaten zijn het bewijs."

"Praat door," gebied ik hem. Schiet eens op!

"Onze ouders zijn uniek, Lily," zegt hij ernstig. "Onze vader is een engel, onze moeder is een demon**."

Oké, dat had ik niet aan zien komen en het kan zijn dat mijn mond even onelegant open blijft hangen. Valentijn praat intussen gewoon door en ik vind het hartverwarmend dat hij doet alsof hij niks merkt van mijn complete verbluftheid.
Hij heeft het erover dat hij achter hun verboden liefde kwam toen hij twaalf werd en in de pubertijd kwam. Zijn gave openbaarde zich en toen hebben zijn ouders, ónze ouders, hem apart genomen. 

Het was teveel voor hem en hij is die nacht nog vertrokken. 
Ik kan me niet voorstellen wat al deze informatie met zo'n jong iemand heeft gedaan. Ik ben zoveel ouder met mijn vijftien jaar, waardoor ik me al veel meer klaar voel voor deze wereld. 

Ik knik hem toe; mijn broer. Het leven is tot nu niet makkelijk voor ons geweest, maar het heeft ons geleerd over alle verschillende variaties van wat familie echt kan betekenen***. 

"Hoe kan het dat ik mijn gave ineens weer terug had?" vraag ik me plotseling af. Valentijn kijkt me verrast aan en ik zeg ongemakkelijk: "O ja... daarover gesproken. Ik was die dus een tijdje kwijt."
Valentijn rolt met zijn ogen, maar niet op een neerbuigende manier. Ik merk dat dat alle verschil maakt. 

"Je bent duidelijk een lader," zegt hij. "Je laadt je gave op, totdat je op je max zit. Het betekent in jouw geval dat je in theorie eeuwig zou kunnen leven."

Zijn uitleg geeft hij zo nuchter, dat ik weet dat een lader geen uniek verschijnsel is. 
Waarom ben ik niet eerder met mijn problemen bij hem gekomen? Het is goed als we dichter bij elkaar komen, als de broer en zus die we zijn. 

In een opwelling haak ik mijn arm door de zijne en hij laat het glimlachend toe. We laten al het dood en verderf even achter ons en wandelen de zonsopgang tegemoet. 
We hebben nog zoveel te bepraten, over onze vader bijvoorbeeld. Misschien wordt het tijd dat we die snel eens op gaan zoeken: gezamenlijk. 
Hoewel ik weet dat er wel weer nieuwe problemen op ons pad zullen komen, ben ik blij dat alles voor nu perfect is. Ik wou dat ik voor altijd in deze wereld kon blijven leven.

EINDE

▬▬▬

*Prompt 99. Het is altijd wie/wat je het minst verwachtte dat je versteld doet staan.

**Prompt 79. Een liefde zo verboden dat het niet eens mocht worden uitgesproken. Wie had er ooit gedacht dat een Engel voor een Demon zou vallen?

***Prompt 51. Het leven is niet makkelijk geweest, maar het heeft je geleerd over alle verschillende variaties van wat familie echt kan betekenen.


Dodelijke dans [onc2022]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu