Hoofdstuk 2

74 10 51
                                    

Met mijn jas dichtgeritst tot mijn kin en mijn handen diep in mijn zakken weggestopt volg ik de kat. Mijn kat. Af en toe kijkt hij om en ik kan zijn blik niet anders beschrijven dan 'tevreden', elke keer als hij ziet dat ik hem nog steeds bij weet te houden. Ik moffel mijn handschoenen uit nu die even niet nodig zijn en speel krampachtig met de pennen in mijn zak. 
De maan is achter enkele donkere wolken verdwenen, terwijl de wind tegelijkertijd minder van zich laat horen. Het late tijdstip zorgt voor rust op straat. Daar ben ik blij mee, want ik bevind me nog steeds veel te dicht bij de plek van de... moord. Ik vind het verschrikkelijk wat ik heb gedaan en hoewel ik in mijzelf absoluut de dader zie, wil ik niet de gevangenis in. Was ik maar dapper genoeg om mezelf aan te geven. Mijn schuldgevoel wordt afgewisseld door intense schaamte, maar hoe heftig ook: het is niet voldoende om op mijn schreden terug te keren en mijn misdaad aan te geven. 
Het enige voordeel van dit hele vreselijke gebeuren is dat ik geen honger heb. Ik betwijfel zelfs of ik ooit nog wat kan eten. 

In de tussentijd let ik, behalve op de kat, goed op mijn omgeving. Ik ben redelijk bekend met Weskog, aangezien ik hier op de middelbare school zit. Ik kreun even, want dat kan ik nu wel vergeten. Ik zat hier op de middelbare school. 
Laahketel heeft wel twee basisscholen, maar voor verder onderwijs is het te klein. Ik shop graag in deze stad - althans, dat was in de periode die ik inmiddels als 'mijn vorige leven' betitel - ook al is het niet zo groots als de hoofdstad, Uterdam. 
De buurt waar ik nu ben is me echter onbekend. De geur van de zee wordt wel steeds sterker, wat betekent dat ik dicht bij de kade ben. Overal is wel iets zoutigs te ruiken, dat krijg je bij een kustplaats, maar dit wordt wel erg intens. Andere geuren, zoals rottend hout en zeewier, blenden samen. 
De smalle weg hier is overtrokken met asfalt, maar er schiet onkruid door gebroken stukken omhoog en de aangrenzende, dicht op elkaar staande huizen zien er overvol en slecht verzorgd uit. Hoewel Weskog een belangrijke stad is, doordat ze het dichtst bij het vasteland ligt, is dit niet de beste wijk. Ik merk op dat huizen af worden gewisseld met grote loodsen, maar het ontbreekt hier aan huizen van plezier, zoals gokhuizen, cafés en bordelen. In geen van die gelegenheden ben ik ooit binnen geweest, maar het heeft altijd een onweerstaanbare aantrekkingskracht op me uitgeoefend. De sfeer voelt er zo uitgelaten en vrij aan.
Westerland is een land van grote uitersten. Het kan zichzelf goed bedruipen, maar door de aanvoer van luxeartikelen blijft een kustplaats als Weskog populair, zeker gezien de grote haven die het heeft. 

Ik merk dat ik ben afgeleid en werp verschrikte blikken om me heen. Mijn ogen houd ik ter hoogte van mijn knieën omdat Phoenix ineens nergens meer te bekennen is. Even voel ik me verpletterend eenzaam en ik kijk bijna wanhopig alle richtingen op. 
Als ik eenmaal opkijk, wordt mijn beeld compleet bepaald door het oude huis waar ik recht voor sta. Het lijkt wel alsof het leegstaat, wat mij verbaast. Westerland is groeiende, we beginnen uit onze voegen te barsten. 
Waar ik vandaan kom is een verlaten huis een curiositeit.
Aan de andere kant: het is wel een perfecte oplossing voor mij. Heeft Phoenix mijn woorden werkelijk gehoord en anticipeert hij er nu op?
Hij komt op datzelfde moment tevoorschijn vanaf de achterkant van het pand. Hij mauwt weer op zijn gebiedende manier en ik lach kort en opgelucht. Ja, baas.

Voorzichtig loop ik het nauwe steegje in dat tussen een loods en het huis is gelegd. Zoals ik gewend ben, is hij ontzettend smal. Het is dat ik slank ben, anders had ik me er zijdelings doorheen moeten worstelen. 
De maan kiest exact dat moment uit om wat licht op de zaak te werpen en ik zie nu dat ik in een kleine verwilderde achtertuin terechtgekomen ben. Het onkruid staat minimaal een meter hoog en ik ben blij met de gebroken tegels die iets van een pad naar de achterdeur vormen. Het geeft wat overzicht.
De complete tuin wordt omringt door loodsen met blinde muren en ziet eruit als een perfecte schuilplaats: heel wat beter dan mijn eerdere toevluchtsoord. De zilte geur, vermengd met aarde, is zoveel meer te prefereren boven die van rottend afval. 
"Bedankt, Phoenix," zeg ik opgelucht. Ondanks mijn overtuiging dat wij de enige levende wezens zijn in de directe omgeving, demp ik automatisch mijn stem. 

Dodelijke dans [onc2022]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu