Hoofdstuk 3

47 6 29
                                    

"Wat nu?" vraag ik mijn kat. Hij is zo evenwichtig, ik schaam me er niet voor om hem om hulp te vragen.
Phoenix kijkt me aan en zijn blik spreekt boekdelen, alsof hij blij is dat dat gegeven eindelijk in mijn botte hersens doordringt. Zijn ogen hebben een hypnotiserende glans en het duurt een eeuwigheid tot hij ons contact verbreekt.
Hij lijkt tevreden te knikken: het is ons allebei duidelijk wie van ons tweeën het overwicht heeft.

Er is een klein langwerpig raampje in de muur aan de achterkant van de keuken. De maan kiest dit moment uit om een heldere straal de volgestouwde ruimte in te werpen. Automatisch volg ik de lichtbundel en laat mijn blik richting de vloer glijden.
Wat zie ik daar?
Phoenix laat een zacht geblaas horen om dan elegant enkele stappen opzij te zetten. Hij geeft mij de mogelijkheid om het perfect cirkelvormige gaatje, met een diameter van zo'n twee centimeter, te bestuderen.
Ik hups onhandig dichterbij en bekijk het even zwijgend. Dan haak ik mijn vinger erin en trek. Ik voel hoe de vloer meegeeft.

Geluidloos opent het luik zich voor mijn verbaasde ogen en als ik niet beter wist, zou ik denken dat Phoenix net met zijn ogen rolde.
Het duurt hem allemaal te lang en hij glipt lenig tussen mijn armen door, om rechtstreeks in de onbekende ruimte te springen. Dat zegt mij voldoende over de veiligheid van die kelder en ik open het luik verder. Er heerst een schimmige duisternis en ik wilde dat ik een zaklantaarn bij me had.
Phoenix heeft me de kans ontnomen om de keuken beter te onderzoeken, want ik merk dat het luik een maximaal standje heeft en niet compleet opengeklapt kan worden. Ik heb het hart niet om hem in de enge duisternis op te sluiten, ook niet voor even, en dus ben ik genoodzaakt de kat te volgen.
Mijn ogen prikken en ik kan niet zeggen of dat door moeheid of door de vergoten tranen komt. Ik heb het idee dat ik deze nacht, inmiddels heb ik het gevoel dat het tegen middernacht loopt, niet veel aan slapen toe zal komen.

Al voelend met mijn voet merk ik een stevig en kil aanvoelende trap op die naar de lagere verdieping leidt en ik kijk een laatste keer rond in de onbekende stoffige keuken, gezien van mijn huidige locatie onder de tafel.
Ik daal af en als ik gedwongen wordt het luik weer op zijn plek te leggen, zie ik in mijn directe omgeving geen hand meer voor ogen. Het zwarte duister hier is volkomen, al lijkt het alsof ik verderop wel wat kan zien.
"Phoenix?" sis ik paniekerig. De sfeer in deze ondergrondse bergplaats is vochtig te noemen. Het lijkt alsof ik ergens water hoor sijpelen, maar als ik stilsta op de betonnen tree, hoor ik niks. Geen gedruppel en geen kat. De geur van schimmel en zout is overheersend.
Er strijkt iets langs mijn benen en ik gil onwillekeurig. Maar natuurlijk is dat Phoenix, die poolshoogte komt nemen. Waarschijnlijk is het een goed teken dat ik zijn gezichtsuitdrukking nu niet kan zien.

Uiterst voorzichtig loop ik de trap af, elke trede tast ik eerst zorgvuldig af voordat ik mijn volle gewicht er op zet. Het zal net iets voor mij zijn om ineens in open water te liggen spartelen - hoewel dat hopelijk niet tot de mogelijkheden behoort. Maar we zíjn per slot van rekening erg dicht bij de zee.
Ik kan wel zwemmen, maar mijn voorkeur gaat daar op dit tijdstip van de nacht niet echt naar uit. Bovendien heb ik ook geen zin in het gedeelte waarin ik verdrink.
Voordat ik mijzelf in zwartgallige gedachten kan verdiepen - dat heb ik vandaag wel voldoende gedaan - merk ik dat ik de relatief droge vloer van de kelder heb bereikt. 
Phoenix strijkt weer langs me heen en ik voel me beter nu ik weet dat ik hier niet alleen ben.

Ik strek mijn hand. Aan mijn linkerkant was eerst de trap en nu voel ik een koude - lichtelijk vochtige - muur. Het patroon geeft bakstenen weer, voorzien van een slijmerig laagje. Mijn handschoenen zullen er intussen niet meer uitzien, maar ik weiger ze uit te doen. Het lijkt alsof ik in een gang loop, met aan het einde daarvan een steeds duidelijker spookachtig schijnsel. Is het verstandig om naar een licht aan het einde van een tunnel te lopen? 
Maar ik ben te nieuwsgierig en niet bijgelovig genoeg, en weet mijn voetstappen steeds sneller en doelgerichter te zetten tot ik uiteindelijk, door middel van een verzakking in de vloer, mijn blik in een groter gedeelte kan werpen. De teleurstelling is groot. Is deze bedompte zooi de plek waar Phoenix me zo graag wil hebben?
Wat ziet hij hierin?

Dodelijke dans [onc2022]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu