VI
In mijn gedachte verzonken loop ik het balkon op. Ik kon de slaap niet meer vatten. De realisatie dat mijn hart zoveel salto's maakt als ik mijn DOCENT zie vind ik best, hoe moet ik het noemen, vreemd? Aan de andere kant, hij kan toch ook niet niets voelen. Hij tilt me op én legt een hand op mijn rug. Bovendien hebben we constant vurig oogcontact waarbij hij naar me blijft kijken, en niet met een normale blik. Hij kijkt met een blik alsof hij het diepste van m'n ziel wil kennen en tegelijkertijd elke millimeter van mijn lichaam. Niet dat ik dat erg vind overigens. Mijn gedachte gaan naar hoe het zou zijn als Nathan en ik met ons tweeën zouden zijn. Hoe zou het voelen als zijn vinger over elk plekje van m'n lichaam zou strijken met een vederlichte aanraking. Als hij me kusjes zou geven in mijn nek terwijl we bezig zijn. Hoe zijn adem zou klinken in mijn oor en hoe het zou zijn als we elkaar intens zoenen.
Ik word wakker uit mijn gedachte van een koude bries dat over mijn gezicht waait. Ik pak het sigarettenpakje dat ik verstopt heb onder een plantenpot en neem er eentje uit. Even mijn hoofd wat rust gunnen. Ik maak een kommetje van mijn handen en pak de roze aansteker die met glittersteentjes is bekleed. Een project van Joey en mij. Ik inhaleer de rook en laat het naar mijn longen glijden. Ik blaas uit en zie de grijze rook in een rechte lijn uit mijn mond gaan. Een sigaret doet me zo erg denken aan de periode dat ik vijf uur per dag sliep omdat ik constant op straat hing. Om mijn negatieve gedachte te verzetten bel ik mijn moeder, Julia. Na een paar keer overgaan neemt ze gelukkig op.
'Hoi mam. Heb ik je wakker gebeld?'
'Nee hoor lieverd, je vader en ik zijn nog even televisie aan het kijken.'
'Wat zijn jullie aan het kijken?' Ik inhaleer nog een keer diep en blaas het uit terwijl mijn moeder een beetje babbelt over het programma dat ze kijkt. Het is een huizenverbouw programma, iets wat ik ook altijd keek met mijn ouders.
'Gaat alles verder goed met je?'
'Oh ja hoor mam, ik ben verhuist. Dat wilde ik je eventjes vertellen.' Ik hoor mezelf en weet dat mijn moeder direct doorheeft dat er meer aan de hand is. Ik wil haar niet vertellen dat ik een terugval heb, ze zou zo teleurgesteld zijn.
'Je bent verhuisd! Dat is geweldig nieuws liefje. Gaat alles echt goed?'
'Ja hoor mam, ik ben gewoon moe van het tillen.'
'Dat kan ik me voorstellen. Ga maar gauw slapen, nog even een kopje thee zetten en dan je bed in duiken.'
'Ga ik doen mam, doe papa nog de groetjes van me.' We sluiten af en ik leg mijn telefoon neer. Leunend achterover leg ik mijn hoofd in mijn nek. Ik zucht hard, op sommige momenten wordt het gewoon even teveel. Dan wil ik weg, terug naar mijn oude leven met alle verdovende middelen die helpen om vooral niet aan jezelf te denken.Er waait nog steeds een fris windje en ik ga naar binnen. De waterkoker gaat af en ik duik zoals mijn moeder aanraadde mijn bed in. Al snel val ik in een onrustige slaap.
Ik heb honger, zoveel honger, ik kan me niet meer herinneren wanneer ik voor het laatst gegeten hebt. Of dat aan het dronken zijn ligt of omdat het zolang geleden is weet ik niet. Wat ik wel weet is dat ik honger heb. De rest van al mijn geld heb ik uitgegeven aan de fles die ik nu vast heb. Een vieze whisky fles. Het is het enige wat me nog een beetje warm houdt. Mijn enige echte vriend. Ik begon met genoeg geld, genoeg om een tijdje mezelf te voorzien. Al snel werd het steeds minder. Ik wist niet dat drank en ander spul zo duur waren. Ik kan niet terug naar mijn ouders, het kan echt niet. Schamen doe ik al een tijdje maar het werd nu wel heel erg. Mijn moeder heeft me letterlijk drank zien stelen uit onze kast. Het was een fles alcohol die blijkbaar sentimentele waarde had. Dat kon ik toch niet weten?
Ik kijk om me heen. Ik zit op een bankje in een parkje. Mensen kijken op me neer, ik hoor ze letterlijk denken. Ze denken over hoe vies ik eruit zie, of waar ik vandaan kom, of waarom ik zo dom ben dat ik met whisky in mijn hand zit. Om eerlijk te zijn. Het boeit me niet. Niks boeit me meer. Ik heb mezelf als verloren opgegeven. Het nadeel is alleen, ik weet niet hoe ik mezelf eten moet geven. Whisky is niet genoeg. Het begint ook koud te worden, heel koud. De winter staat voor de deur en ik heb geen onderdak. Ik moet een brok in mijn keel onderdrukken. Zou ik dood gaan? Ik wil echt nog niet dood, het lijkt misschien zo omdat ik mezelf de vernietiging inbreng maar ik wil het echt niet.
De fles houd ik weer dicht tegen mijn mond aan en het goedje giet ik naar binnen. Eerst brand het een klein beetje daarna voel ik mezelf opwarmen. Dat gevoel gaat snel weer weg, daarom moet ik blijven drinken. Mijn ogen worden ook zwaarder en ik word loom. Heel erg loom. De nacht valt en mijn hoofd word zwaarder. Het licht hield me eerst nog wakker, nu valt de schemer in. De slaap komt. Ik ben bang voor de slaap. Je weet nooit wat er gaat gebeuren. Misschien zijn er wel enge beesten of enge mensen. Misschien gaat het regenen en dan heb ik nog steeds nergens om heen te gaan. Af en toe verlang ik naar mijn slaapkamer, het bed wat daar staat met van die dikke donzige dekens. Misschien kan ik daarover gaan dromen. Of over de pasta die mijn vader altijd maakt. Of over het haardvuurtje dat we wel eens aansteken als het koud wordt. Wat verlang ik toch naar een haardvuurtje. Ik begin langzaam het bewustzijn te verliezen. Zou ik nog wakker worden?Ik hoop het wel, maar de stilte is ook wel lekker moet ik zeggen.
'Meisje, meisje? Wordt eens wakker?'
'Leeft ze nog wel?'
Ja! Ja! Ik leef nog. Ik wil het zeggen maar ik kan nog niet praten. Mijn ogen gaan nauwelijks open. Ik voel een hand tegen mijn nek. Het is een warme hand.
'Ze leeft nog. Ze is heel dun. Wat in vredesnaam is er met haar gebeurt?'
'Laten we haar meenemen naar het bureau.' Twee handen tillen me op en ik hoor een klinkend geluid. 'John, is dat een drankfles?'
'Ja, dat is het. Dit meisje is nog nauwelijks 18, hoe komt zij aan drank?'Er komt een warmte me tegemoet. Het voelt als een warme deken dat over me heen wordt geslagen. Ik word neergelegd en mijn hoofd rust op een zacht iets.
'Hoe zou ze heten?'
'Laten we een vrouwelijke agent roepen, misschien kan zij haar ID vinden.'Even later voel ik twee handen in mijn zakken. Ik probeer haar tegen te houden maar het lijkt alsof mijn handen bevroren zijn in twee ijsblokken. 'Jongens, ze heet Sophie Miller, ze is inderdaad nog maar net 18. Arm kind.'
'Bedankt, we zullen haar ouders informeren.'
Eindelijk is er weer stilte.'Is Sophie hier? Sophie?' Ik hoor een bekende vrouwenstem mijn naam roepen.
'Rustig mevrouw, ze is hier, ze slaapt. We vonden haar in een park met een whisky fles. Ze was onderkoelt. Kunnen we eerst nog een paar vragen stellen aan u?'
'Mag ik eerst mijn dochter zien alstublieft?' klinkt de wanhopige stem. 'Ja tuurlijk mevrouw.'Twee warme handen raken me aan, eerst mijn haar, daarna mijn oor. 'Ze slaapt heel diep.' hoor ik de vrouwenstem zeggen. 'Ja klopt mevrouw, ik denk vanwege de drank en de kou. De fles was bijna helemaal leeg.'
'Och meisje toch. Hoe kon ik je problemen nou niet zien. Wordt alsjeblieft wakker. Ik hou zoveel van je Sophie. Lieverd, je mama is hier. Wordt wakker alsjeblieft?'
Sophie, Sophie dat was mijn naam. Ik probeer mijn ogen open te doen. Ik voel hoe warme handen over mijn haar en gezicht strijken. Ik realiseer me dan hoe vies ik ben, ik geloof ook dat ik heel erg stink. Er komt een klein straaltje licht door. Dan probeer ik mijn handen te bewegen. Het lukt weliswaar. Het zijn geen ijsblokken meer. 'Geen ijsblokken.' mompel ik. Ik voel dat ik weer wordt weggetrokken door de slaap. Ik wil wakker blijven. 'Mama'
'Ja, ja, lieverd. Wat is er?'
'Handen, geen ijsblokken' mompel ik.
Ik voel dat ze mijn handen vastpakt. 'Nee lieverd, je handen zijn geen ijsblokken.' Ik probeer te glimlachen. Ze geeft een kneepje in mijn hand en ik beweeg mijn hand ook. 'Ik hou zoveel van je Sophie. Nooit meer weglopen alsjeblieft. Papa en ik maakte ons zo'n zorgen.' Er glipt een traan mijn ooghoek en ik moet even glimlachen tot ik weer in een diepe slaap val.Ik schrik wakker. Ik voel dat heel mijn shirt aan me plakt door het zweet. Deze droom, waarom? Hoezo krijg ik nu deze droom? Komt het door mijn terugval. Ik snap het niet. Dit was een oprechte nachtmerrie die ook nog eens hyper realistisch was aangezien dit drie jaar geleden is gebeurd.
JE LEEST
My problems and the teacher
RomantiekSophie, de dochter van Mason en Julia is een ongelooflijk feestbeest en student. Haar vriendje is verschrikkelijk en het loopt dan ook met een slecht einde af. Haar docent is een strenge maar ongelooflijk knappe man. Ze hebben in eerste instantie g...