VI: Boksen met een grote B

30 2 0
                                    

Hanne en ik blijven elkaar aanstaren.

Totdat Hanne precies doet wat er van haar verwacht wordt. Ze begint ook te stoten. Na een tig aantal stoten verander ik van techniek en oefenen we samen de kaakstoot. Ook ik help haar, door haar polsen voorzichtig vast te nemen en deze te roteren in de gewenste richting, "Zo zoek je dekking."

Na een enkele uren springen, stoten, lopen en door het dollen heen te zijn, neemt Hanne haar fiets.

"Het wordt donker. Jij kan ook beter naar huis gaan." En met een laatste glimlach, draait ze zich om en fietst het bos uit.

Mij laat ze achter, maar dat vind ik niet erg. Ik ken heus wel de weg naar huis.

"Daaag!" Ik zwaai dolgelukkig in haar richting, waar geen Hanne mee te bespeuren is. Ik weet niet of ze me gehoord heeft.

Toch is de eerste stap richting vriendschap gezet. Ik ben tevreden.

Nu is het ook voor mij tijd, om moe en voldaan, naar mijn vertrouwde nestje te fietsen.

Wanneer ik thuis aankom, plaats ik mijn fiets in het daarvoor bestemde fietsrekje voor de deur van Campus B, de boks-club van mijn ouders. Pa geeft les en Ma doet de administratie en alle andere dingen achter de schermen. Het is Pa zijn levenswerk en Ma doet maar wat graag mee. Eerst was Pa zelf topbokser en Ma huisvrouw om voor ons, hun drie kinderen, te zorgen. Toen Pa te oud werd om te boksen, kochten ze een pand en gingen samen een boks-club oprichten. Deze noemden ze 'Campus B' - Met een grote B voor boksen.

"Dag Beertje!" zegt Ma als ik binnenkom.

"Waar heb jij nog zo laat gezeten, jongen?", vraagt Pa cynisch.

"Ik heb na school nog een beetje in het bos getraind." Antwoord ik, want geeneens gelogen is. Ik heb inderdaad mijn training van vandaag er al opzitten, mijn zweetgeur is daarvan het bewijs.

Terwijl ik me douche, hoor ik Ma zeggen tegen Pa dat hij mijn training vandaag maar eens moet overslaan. "Maar waarom? Die jongen is zot van boksen." Antwoordt Pa.

"Ja, zo zot dat hij zelfs na schooltijd in de bosjes gaat trainen."

"Ik ben trots op Noah, hij neemt boksen zo serieus."

"Alstublieft Ward, hij is nog maar een kind."

"Ik heb hem anders nog nooit horen klagen."

"OMDAT hij naar je opkijkt, die jongen doet alles wat jij zegt."

Hun discussie stopt zodra Bo binnenkomt, ook zij heeft gedaan met basketbal. Ondertussen bewonder ik mezelf in de badkamerspiegel. Eigenlijk ben ik best wel trots. Ten opzichte van vorige zomer zijn mijn spieren enorm gegroeid. De krachttraining van Pa werken echt hun vruchten af.

Vanaf 12 jaar mag een kind in de familie 'De Smidt' beginnen met krachttraining. Iets waarna ik al jaren uitkijk. Deze zomer werden ik en Bo eindelijk twaalf en kon Pa beginnen met mij om te vormen tot een echte bokser. Mijn grote droom. Toen we jonger waren, deden Dante en ik ook al enkele sessies in Campus B mee. Echter speelden we meer dan dat we echt vooruitgang boekten. Nou, dat is deze zomer zeker en vast veranderd. Ik kijk uit naar volgend jaar. Dat is het jaar waarin mijn jongere broertje Dante 12 jaar wordt. Dan kunnen we samen trainen en sparringpartners worden. Als een echt 'de Smidt' één team vormen. Met Ma, als mentale coach, Pa als trainer, Noah en Dante de boksers en Bo, onze lievelingszus, wijsneus en nummer-1-supporter.

Terug in de tijdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu