XVII: De Familie Dubois

9 1 1
                                    

Hier loop ik dan op de tuinpad van het herenhuis, hopende dat Hanne het waard is. Ik weet niet waar deze weg me brengt, maar ik ben onbetwistbaar. Zelfs het gezelschap van Sam kan mijn route niet omkeren. Genadeloos loop ik op mijn doel af. Sam zeurt de oren van mijn hoofd. "Noah, je zou eens moeten komen zwemmen. Of in de hot-tub". Ik geef geen gehoor.

Het tuinpad stopt en ik doe elke takken aan de zijkant die in Sams gezicht belanden. "Noah! Auw!", gilt hij al een echte dramaqueen. Ik rol enkel met mijn ogen.

Voorzichtig kijk ik door het struikgewas, en zie een kleine schuur staan. Ik weet niet wat ik moet denken. Het is een klein huisje, te klein om een huis te zijn. Echter ook te bewoonbaar om een gewone schuur te zijn. De muren zijn van stenen platen gemaakt, de ramen zijn oud en bestaan voornamelijk uit enkel glas, sommigen met hier en daar een barst. De tuin is bezaait met bloemen, in alle geuren en kleuren. Deze fleurigheid doet me denken aan Louise en ik beseft dat ze niet zou mis staan tussen al deze betoverende fauna en flora.

Ik knijp mezelf: 'Noah De Smith, je bent hier niet voor Louise, maar voor Hanne'.

Sam verschijnt achter mij en zegt: 'Hier woont Hanne!'. Ik schrik: Hij zegt het luid, te luid.

'Sam, Kop dicht!' fluister-roep ik.

Maar het is al te laat.

Er komt een dame buiten.

"Ik dacht al dat ik iets hoorde. Hallo" zegt ze zacht en lief.

Sam zwaait overdreven: "Hallo, mevrouw Dubois"

Ik geef een zacht knikje.

"Kan ik jullie helpen?" de vrouw is teder en vriendelijk, ze geeft me meteen een vertrouwd gevoel. Toch ben ik zo overweldigend, dat ik niets over mijn lippen krijgt. Want wat kan ik zeggen?

"Is Hanne thuis?" vraagt de altijd ongegeneerde Sam.

De vrouw knikt: "In de achtertuin met de jongens, ga maar kijken"

De vrouw leidt ons naar een grasveld achter het huisje. In tegenstelling tot het huis, is deze plek een waren klimbos. Klimrekken, banden, touwen... alles wat mijn jongenshartje maar begeert, was hier allemaal op één plek.

"Hannepan" roept de vrouw, "Bezoek!"

Hanne springt uit een boom, waar ons meisje -ik bedoel Sam- van schrikt.

"Noah? Wat doe jij hier?"

Ik kan niet denken, want ineens komt er een zwerm jongens op Sam: "Sammm!" schreeuwen ze allemaal door elkaar.

Mijn hoofd weet even niet meer wat denken.

Hanne zucht: "Noah, dit zijn mijn kleine broertjes: Kobe en Wout. De tweeling -Jens en Lars- liggen binnen te slapen. Vake zit ook binnen en dit is mijn moeke".

Ik vind het schattig dat ze 'Vake' en 'Moeke' tegen haar ouders zegt, kom je niet zo vaak tegen.

Wanneer ik naar Sam kijk, zie ik hoe hij wordt ingemaakt door jongetjes die hoogstens 6 jaar oud zijn. Ik grinnik, maar besluit hem niet te helpen.

"Dus Hannepan" plaag ik haar met een knipoog.

Hanne kan er gelukkig om lachen, maar hierna zet ze haar aandacht op haar broers "Kobe, Wout! Sam moet geen platte pannenkoek worden" probeert zij de schade te beperken.

Haar moeder is opnieuw naar binnen en ik neem een van de twee jongetjes vast. In tegenstelling tot Sam, kan ik wel tegen een stoot. Al snel wordt duidelijk dat ze mij niet kunnen overmeesteren er richtten ze hun pijlen opnieuw naar Sam.

En zo liepen we door de tuin. Sam liep weg, Wout en Kobe achter hem aan en Hanne en Ik probeerde Sam zo goed mogelijk te beschermen van deze ettertjes... Maar ach, het zijn pas kinderen.

Echter hadden we geen besef van tijd en toen ging de zon onder...

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Aug 30 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Terug in de tijdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu