Hoofdstuk 2

17 0 0
                                    

Mijn vader weet het, mijn familie weet het, iedereen, behalve mijn beste vriendin en klas. Mijn moeder heeft het aan iedereen uit de familie vertelt, dus ik weet hun reacties niet, maar misschien wil ik die ook niet weten. Het is beter als ik me daar niet op focus, ik heb al genoeg aan mijn hoofd. Ze begrijpen het vast wel als mijn ouders ze alles vertellen en ik zelf niks deel, ik heb er echt even geen zin in. Mijn klas en beste vriendin, hoe zouden die reageren? Zal ik het vertellen of zal ik komende week gewoon doen alsof er niks aan de hand is? Dat laatste klinkt beter in mijn hoofd. Ik wil geen ziek meisje zijn, en ik wil al helemaal niet zo gezien worden. Als ik ooit kaal moet ga ik niet meer naar school, dan zeg ik wel dat ik griep heb. Kaal naar school is geen optie voor mij. Mijn klas is niet de gezelligste en er wordt best veel gepest. Niet vanwege ziektes, maar wel vanwege andere dingen. Daarom lijkt het me beter als ik het gewoon niet zeg. En als mijn vriendin het weet gaat ze zich alleen maar zorgen maken, daar heb ik ook geen zin in. Het is beter als ik het geheim houd. Ze komen er vanzelf wel achter, en misschien nooit. Ik hoop op dat laatste. Gewoon na een maand weer beter zijn, dat wil ik. Ik lig al de hele middag op mijn bed, na te denken over alles. Morgen moet ik naar school en volgende week moet ik naar het ziekenhuis. Ze wilde dat ik eerder kwam, maar alles zit vol. Daar kunnen hun niks aan doen, maar ik wil niet dat het straks te laat is. Ik ben pas 15, ik heb nog zoveel jaren voor me. Ik wil nog studeren, geld gaan verdienen, meezingen bij concerten en het liefst een oude oma worden van meer dan 100 jaar oud. Ik wil niet dat het bij 15 jaar al ophoud. De enige aan wie ik verteld heb dat ik naar het ziekenhuis moest is Loïs, mijn beste vriendin. We doen alles samen, al sinds klas 1. We doen nu samen 3 Havo en volgend jaar gaan we allebij dezelfde kant op en komen we weer bij elkaar. Ik moet het eigenlijk wel aan haar vertellen, want wat moet ik anders zeggen? Ik kan moeilijk gaan liegen als ze vraagt hoe het ging. Of kan dat wel? Ik weet het niet. Mijn hoofd geeft me twijfels. Altijd hebben Loïs en ik onze geheimen gedeeld, ik heb nog nooit tegen haar gelogen. Zou ze nog wel mijn beste vriendin willen zijn als ik lieg? Ik weet het niet, nu niet, straks niet, morgen niet. Ik moet het gewoon niet zeggen, nee, gewoon niet. Anders gaat ze zich zorgen maken en huilen. Ik wil niet dat ze om me huilt. Ik wil met haar kunnen lachen tot het echt niet meer gaat. Ik wil niet nu al in een sombere wereld leven. Misschien als de toekomst donkerder wordt, maar niet nu. Ik ben en blijf hetzelfde meisje, alleen dan ziek. Dat hoeft ze alleen nu nog niet te weten, dat komt wel een keer.

"Emy, wakker worden. Je moet naar school", zegt mijn moeder zachtjes als ze naast mijn bed komt staan. Ik rek me uit en stap mijn bed uit. In de spiegel bleef ik even staan. Nu heb ik nog haar, lichtblond stijl haar, met een paar golfjes onderin. Ik hoop dat dat niet weg zal gaan, ik wil mezelf blijven, met mijn haar. Ik kijk naar de grond om mijn tranen tegen te houden. Ik voel een hand op mijn schouder. "Het komt goed", fluistert een lieve, warme stem in mijn oor. Ik kijk naast me en zie een onbekende mevrouw naast me staan. Ik schrik even, tot ik zie dat mijn moeder erachter staat.

"Dit is de zuster die ons de komende week thuiszorg bied. Je zult merken dat je af en toe licht in je hoofd kan worden of hulp nodig hebt met iets, omdat je lichaam te moe is. Zij is hier om ons, maar vooral jou te helpen." Ik kijk mijn moeder aan en daarna kijk ik in de ogen van de zuster. Ze ziet er lief uit.

"Ik ben Suzan, ik ben er voor je."
Ik kijk naar haar en wil iets terug zeggen, maar er komen geen woorden uit mijn mond. Ze geeft me een schouderklopje en loopt mijn kamer uit. Ik kijk opnieuw in de spiegel en denk weer aan Loïs. Ik ben Emy, ik blijf Emy, niets kan dat veranderen. Op de fiets naar school denk ik na over hoe ik ga reageren op vragen over gisteren. Loïs gaat sowieso vragen hoe het was. Nog voordat ik antwoord kon geven op mijn eigen vraag hoor ik een stem achter me.

"Emy!! Wacht op mij!"
Ik draai me om en zie Loïs aankomen fietsen.
"Jij begint toch altijd later?", vraag ik als ze naast me fietst.
"Eerst wel, nu niet meer. Hoe was het gisteren?"
Shit, nu al, wat ga ik zeggen, wat ga ik zeggen....
"Het was niks ergs, gewoon een klein bultje door teveel zon", het floepte eruit, zon, het is winter, sukkel.
"Teveel zon?"
"Ja, vorige zomer teveel in de zon gezeten denk ik", zeg ik lachend, in de hoop dat ze me geloofd. Ze lacht terug en we fietsen verder. Gelukkig had ze niks door, wat was dit voor stomme smoes.

Bij de fietsenstalling keek Loïs me nog een keer goed aan, ik probeerde een pokerface op te zetten om geen gevoel vrij te geven. "Teveel zon toch?", lois lachte, "wees eens eerlijk." Ik voelde dat ik warm werd en voelde angst en woede naar boven komen. Zonder dat ik kon nadenken kwamen de woorden uit mijn mond.

"Wat nou eerlijk, teveel zon ja, wat wil je dan dat ik zeg? Dat ik dood ga ofzo? Heb je dat liever?"
Het kwam eruit zonder dat ik erbij stil stond, Loïs haar gezicht verkleurde en ze keek me geschrokken aan. "Sorry, nee, dat bedoelde ik er niet mee. Ik wil alleen de waarheid weten." De waarheid, die mocht ze niet weten, nu niet, later. "Oke prima, er zit een ontsteking en die gaan ze weg halen. Is niets ergs, ik wil er geen aandacht aan besteden op school, gewoon een beetje een ontstoken arm." Loïs glimlachde en gaf me een knuffel. "Het is oké, ik snap je. Een ontsteking kan geen kwaad gelukkig." De woorden kwamen binnen en Loïs bleef weer staren. "Gaan ze hem vanmiddag weghalen? En ben je er dan morgen weer vanaf?" Ik knikte en samen liepen we naar binnen. Het leek me beter om ja te zeggen. Dan ben ik er morgen vanaf.

Ziek of Dapper?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu