Een maand later.
Ondertussen hangen er al weer heel veel kralen aan mijn kanjerketting. Ik ben trots op elke kraal. Ik kan dit. Ik ben nog steeds kaal en deel nog steeds een kamer met Hanna. Bij ons beide is de kanker nog steeds niet weg en ook niet minder geworden. Er is nog geen uitzicht op winnen van de kanker, maar gelukkig ook niet op niet meer kunnen genezen. Ik voel me sterker dan ooit, maar tegelijkertijd ben ik nog nooit zo zwak geweest.
Suzan en ik hebben ondertussen een nog betere band opgebouwd. Ook Esmee, de zuster van Hanna, ken ik ondertussen een stuk beter. Op de dagen dat Hanna en ik geen chemokuur krijgen, spelen we vaak spelletjes met zijn vieren. Hanna en ik zijn echt onafscheidelijk geworden. Loïs komt zo af en toe eens langs en speelt dan spelletjes mee. Ze is volgens mij wel gewend aan het idee dat Hanna er nu ook bij is. Ze is nog steeds jaloers, dat zie ik vaak aan haar, maar ze snapt me en heeft het geaccepteerd. Niet volledig, maar dat komt nog wel, het heeft even tijd nodig.
Over acceptatie gesproken, ik ben mijn kanker steeds meer gaan accepteren. Het is heel moeilijk, maar blijven huilen heeft geen nut. Ik moet genieten van de dingen die ik heb en niet van wat ik niet heb! En met de dingen die ik heb bedoel ik natuurlijk niet de kanker, maar de lieve mensen die ik heb leren kennen en de leuke dingen die ik met hun doe!
Mijn familie zie ik helaas maar weinig, omdat ze op de intensieve dagen niet aanwezig mogen zijn. Daar ben ik te zwak voor.
Vandaag krijgt Hanna te horen of haar vorige behandeling gelukt is. Ik krijg dat pas morgen te horen. Dit is een van de eerste keren dat we de spanning niet samen kunnen delen. Ze proberen het goed voor ons te plannen, maar helaas lukt dat niet altijd. Niet dat ik nu geen spanning heb, want ik ben super bang voor Hanna haar uitslag. Het zal vast meevallen, maar dan nog, het is wel mijn kankerbestie. Zo noemen we elkaar de laatste tijd. We zochten een naam die voor ons samen zou passen, maar konden niks bedenken. Esmee kwam met deze naam. Misschien niet een hele positieve benaming, maar het is wel de waarheid. Zonder kanker kenden we elkaar niet.
Vandaag mag ik niet bij de uitslag van Hanna zijn. Ik zal moeten wachten. Haar moeder komt en ze gaan dan samen in gesprek met de arts over een verder plan etcetera.
Het is nu 15:47 en ze heeft om 16:00 haar afspraak. Ik lig dus even alleen op de kamer, want ze is al van de kamer af. Ik ben zo zenuwachtig. Net, voordat ze wegging, heb ik haar gezegd dat het goed zal komen en het vast niks ergs zal zijn, maar wat als dat niet klopt? Ik moet er niet meer over nadenken, het geeft me alleen maar meer zenuwen. Ik kijk een YouTube filmpje en wacht.
Een uur later komt Suzan de kamer inlopen. Ik kan niet aan haar gezicht zien wat de uitslag was. Is dat positief of negatief? Ik weet het niet. Hanna zal het vast zo komen vertellen.
'De uitslag is bekend, leg je telefoon even weg, dan leg ik het uit' zegt Suzan ineens.
Waarom zij en niet Hanna zelf? Ik leg mijn telefoon weg en ga rechtop zitten. Suzan pakt een stoel en komt naast mijn bed zitten.'Ik zal maar met de deur in huis vallen. Hanna haar kanker is niet meer te genezen. Het spijt me.'
Dit kan niet, echt niet, Hanna vecht super hard! Dit mag echt niet gebeuren. Ik knijp mezelf, maar het is geen droom, het is echt, Hanna gaat dood.
'Hoelang zal ze hier nog zijn....?' vraag ik met tranen in mijn ogen.
'Dat weten we niet, de verwachting is dat ze binnen nu en 2 weken zal overlijden.'
Suzan en ik praten verder en ik stel haar nog meer vragen, maar de antwoorden kan ik niet onthouden. Het enige wat in mijn hoofd rond gaat is dat Hanna ieder moment kan overlijden. Hoe moet ik dit zonder haar doen? Dat kan ik echt niet.Een tijdje later komt Hanna de kamer weer binnen. Ze loopt naar me toe en slaat haar armen om me heen. Ik probeer haar te troosten, maar weet niet wat ik moet zeggen. Na een lange knuffel laat ze me los en gaat ze in haar eigen bed liggen.
'Ik wil even alleen zijn, oké?'
Ik knik naar haar en ze sluit het gordijn rond haar bed. De tranen stromen over mijn wangen. Ik probeer zo zachtjes mogelijk te doen, zodat ze me niet hoort. Voor haar is het natuurlijk nog veel moeilijker.Suzan en Esmee lopen de kamer in. Suzan loopt naar me, ziet dat ik huil en geeft me een kus op mijn voorhoofd. Esmee loopt naar Hanna en ze verdwijnt binnen het gordijn.
Een paar minuten komt Esmee weer tevoorschijn en doet ze het gordijn bij Hanna haar bed weer open.
'Spelletje doen? We maken er het beste van!'
Esmee kijkt in de spellenkast en pakt er meerdere uit. We gaan met zijn vieren aan de tafel in de kamer zitten en pakken een spelletje van de stapel.Een hele hoop spelletjes later liggen Hanna en ik weer allebei in bed. Ze kijkt me aan.
'Waar je ook bent, wat je ook doet, ik ben altijd bij je. Als ik straks vanaf boven op je neer kijk ben ik nog steeds even trots op je. Je doet het nooit alleen en wat er ook gebeurt, mijn hulp verlies je niet. En als je een sunset ziet, dan zwaai ik naar je, zo zie je me af en toe toch nog even.'
De tranen stromen over mijn wangen en na een lange stilte doe ik mijn mond open.
'I love you, het is beter voor om geen pijn meer te hebben. Ookal staat kanker op dit moment tussen jou en het leven, niks of niemand komt tussen ons. Met welke afstand dan ook. Dat beloof ik je.'
Ze reageert niet, maar de stilte zegt meer dan woorden. Ik sluit mijn ogen en val in slaap.
JE LEEST
Ziek of Dapper?
RandomEmy leeft haar leven en geniet, maar wanneer ze op een dag schokkend nieuws krijgt staat haar hele leven op z'n kop. Ze ziet zichzelf als een ziek meisje, iemand die niks kan. Ze komt nauwelijks meer op school en ligt dagenlang in het ziekenhuis. Ha...