9; het huis

230 9 2
                                    

Ik stapte voor het eerst het grote gebouw binnen. Ik keek verwonderend om me heen. De constructie van het gebouw was uniek en de glas-in-lood ramen waren prachtig. Ik werd begeleid door een zuster. Ze zou me alles uitleggen wat ik zou moeten weten. "Mooi hè?" Vroeg ze toen ze zag hoe ik om me heen keek. "Het gebouw dan, ik snap dat je de rest alles behalve mooi vindt." Zei ze erachteraan. Ik glimlachte kort, maar mijn mond trok daarna weer in een grimas. Ik kon niet genieten van het gebouw, wetende wat me hier allemaal voor klote dingen te wachten stonden.

"Ik zal je een rondleiding door het huis geven en je ondertussen de dingen vertellen die je moet weten. Dit alles zal wel even duren, ondertussen gaan we even wat eten en wat drinken. Wanneer je je naar of moe voelt, moet je het gelijk aangeven, dat is de regel. Oké?" Zei de zuster. Ik knikte. De zusters wilden er gelijk bij zijn als iemand zich niet lekker voelde.

Samen liepen we het grote huis door. Er was een grote gemeenschappelijke hal. "Hier eten we met iedereen, ontbijt, lunch en avondeten. Elke dag is het eten verzorgd, daar hoeven de patiënten zich geen zorgen over te maken." Zei ze. Bij het woord "patiënten" liep er een rilling over mijn lichaam. "Er is elke dag zelfbediening en er is keuze in meerdere soorten eten. Zo willen we het zo goed mogelijk maken voor onze bewoners en ze laten weten dat het niet een soort strafkamp is." Vertelde de zuster verder. Tuurlijk wist ze zelf wel dat het eigenlijk een strafkamp was, maar, aangezien ik er nu weinig meer aan kan doen, stop ik even met zeuren. Laat ik voor de verandering alles eens van de positieve kant proberen te zien: de zuster heeft wel gelijk, het had ook elke dag aardappelen, vlees en groente kunnen zijn. Zie je het voor je, elke dag hetzelfde, waarschijnlijk, onsmakelijke eten? Nou heeft ze natuurlijk niet verteld hoe gevarieerd het zal zijn, maar het woord variatie stelt me in ieder geval een beetje gerust.

"We hanteren vaste eettijden. Ontbijt is om 10:00 uur, lunch om 13:00 uur en avondeten om 18:00. Soms worden er uitzonderingen gemaakt, maar niet zonder een goede reden. Om deze tijden is iedereen van het huis verplicht om naar de grote zaal te komen, indien er, opnieuw, een goede reden is om er niet bij te zijn." Legde de zuster me uit. Prima tijden, kon erger. Ik knikte naar haar en probeerde te glimlachen, wat ze waardeerde. Zij deed ook maar haar best, grote kans dat haar hart van binnen brak vanwege het werk dat ze doet.

We liepen verder. Het eerste wat we tegen kwamen waren toiletten, niet zo bijzonder. "Er mag natuurlijk altijd naar het toilet gegaan worden, wanneer je in de les zit of wanneer je je in de grote zaal tijdens het eten bevindt, dien je dit wel even eerst te melden. We zullen geen nee zeggen op een toilet bezoek, maar we willen wel de melding voor ons overzicht." Vertelde de zuster. Logisch. Ik knikte weer.

We liepen door aangezien de toiletten niet zoveel uitleg vergden. Aan het einde van de lange gang bevond zich nog een grote zaal. Samen met de zuster stapte ik naar binnen. De zaal was erg groot, net iets kleiner dan de eetzaal. Ik keek rond; ik zag van alles. Een kast vol met spelletjes, een platenspeler met een toren vol platen ernaast, een oude tv met een licht versleten bank ertegenover, verschillende tafels, kasten vol met dingen waarmee je je kan vermaken.

"Dit staat bekend om de vrije tijd zaal. Elke dag is er vrije tijd voor de bewoners en dat kan onder andere hier doorgebracht worden. Er zijn verschillende attributen om je te vermaken en om je even af te leiden van wat er misschien in je hoofd omgaat." Zei de zuster terwijl ze me lief aankeek. Ik knikte. "Hier komt ook iedereen samen, wat de sociale verbinding in dit huis versterkt, waar je vrienden kunt maken." Zei ze. Ze probeerde me een hint te geven dat ik hier vrienden maak. Of dat gaat lukken, ik betwijfel het, maar dat zijn zorgen voor later.

We liepen verder naar de andere kant van het gebouw. Dit was de rechterkant, we lopen nu richting de linkerkant. We kwamen langs verschillende lokalen. "Hier zullen jullie les krijgen, net als op school. Natuurlijk werkt het iets anders, maar de basisprincipes zijn hetzelfde. De vakken die je verplicht worden zijn wiskunde, Nederlands en Engels, net zoals je normaal had, en daar kies je een aantal vakken naar keuze bij." "We geven les in de vakken Frans, Duits, Natuurkunde, Scheikunde, Biologie, Tekenen, Maatschappijwetenschappen, Bouwkunde en Spaans." Ik was blij om dit te horen, vooral bouwkunde. Ik ben dol op bouwkunde, en ook al weet ik dat ik er nu nooit meer wat mee kan gaan bereiken, stelt het me toch een soort van gerust dat ik in ieder geval nog wel in staat ben om mijn favoriete vak te kunnen volgen. "Hoeveel vakken moet ik erbij kiezen?" Vroeg ik aan de zuster. "Dat mag je zelf weten, maar je dient er minimaal 3 te kiezen." Antwoordde ze. Ik knikte. Ik wist al precies welke vakken dat gingen worden: bouwkunde, natuurkunde, scheikunde en tekenen. Ik ben dol op bouwkunde en natuurkunde, scheikunde ben ik goed in en met tekenen kan ik mijn creativiteit de vrije loop laten. Soms met tekenen kom ik tot een geweldig idee voor bouwkunde.

"Les is meestal van 9:00 tot 3:00, maar dit verschilt soms per dag. Om het net als een echt schoolrooster te laten lijken, zijn de tijden op dagen vaak verschillend en zullen er soms lessen uitvallen. Verder wordt er ook stof getoetst, misschien lijkt dat nu minder belangrijk dan op de school waar je op zat, maar wij bevelen de leden van de groep, en dus jou ook, aan om er toch wel serieus mee om te gaan."

Ik snap precies wat ze bedoelde. Ik hield van school; ik hield van dingen leren en al helemaal nu, dit was één van de enige mogelijkheden om mijn hoofd een beetje te kunnen afleiden van de werkelijkheid, maar er zijn natuurlijk voldoende kinderen die bot zullen zeggen: "Waarom de fuck zou ik nog iets voor school doen als ik sowieso binnen een paar jaar sterf?!" Er zit wat in, die zin is natuurlijk gewoon de harde waarheid. Je zult in de buitenwereld niet iets kunnen met wat je nog gaat leren, dus wat heb je er ook aan? Eigenlijk niets, dat is gewoon een feit. Maar ik stoor me er niet aan. Ik ben blij dat hier school is.

We lopen weer verder.

"Hier is de meidenslaapzaal, hier zul je dus niet in aanmerking voor komen. Het is voor de jongens verboden om de meidenkamer te betreden. Verder is het contact met meisjes op de groep wel gewoon oké, zoals in de klas of in vrije tijd, maar over de slaapzaal wordt niet gesproken. Wanneer je deze regel overschrijdt zullen daar ook consequenties voor zijn, dus doe het maar gewoon niet." Zei de zuster. Dat was ook zeker niet mijn bedoeling, dus ik knikte braaf. "Goed zo." Zei ze.

"Dan was dit de onder verdieping. We kunnen later nog wel een kijkje nemen in de tuin, maar ik denk dat we daar nu beiden niet zoveel trek in hebben." Zei ze lachend terwijl ze naar buiten wees. Het plensde. Glimlachend schudde ik mijn hoofd. "Zullen we dan maar naar boven gaan?" Vroeg de zuster. Ik knikte instemmend. "Volg mij." Zei ze.

Ik volgde de zuster de trap op. Het was een grote trap, met grote trap leuningen. We liepen de trap op, hij was ook nog eens hoog. Ik merkte vermoeidheid bovenaan de trap. Ik irriteerde me eraan, normaal kan ik wel 50 keer de trap op en neer! Ik werd lichtelijk boos op mezelf en vroeg me af waarom ik na 1 trapje al moe was, tot het besef weer even in kickte: "Je bent ziek, Matthyas." Zei ik tegen mezelf in mijn hoofd. "Anaxima, weet je nog? De hele reden dat je hier bent?" Zuchtend zette ik mijn voet op de laatste trede.

"Zwaar?" Vroeg de zuster. Ik bekende. Alsof ze het zou geloven als ik nu opgewekt zei: "Nee hoor, het gaat prima!" Natuurlijk niet. Zij weet honderd keer meer zoveel van deze ziekte als ik, dus ik kan maar beter gewoon luisteren.

"Vanaf vanavond krijg je medicatie die de verschijnselen van de ziekte zo goed mogelijk bedrukken. Dingen die inspanningen vergen, zoals de trap beklimmen of een actieve activiteit doen, kunnen nog wel eens lastig zijn. Wij stimuleren om zoveel mogelijk proberen te bewegen, maar hebben ook een lift hier bij de trap, voor als het echt niet gaat. Hier is geen toezicht op, maar we willen jullie wel op het hart drukken het te proberen. Dus echt alleen wanneer je voelt dat het echt niet gaat de lift gebruiken, oké?" De zuster keek me doordringend maar lief aan. Ik knikte.

Ik liep achter haar aan op de bovenverdieping. "Hier hebben we nog een aantal lokalen, maar deze zijn leeg. We weten op dit moment nog geen invulling voor de lokalen, maar brainstormen over ideeën. Jullie mogen ook met ideeën komen, trouwens." Zei ze. Voor nu liepen we verder.

"Ook hier zijn weer toiletten, spreekt voor zich." Zei ze terwijl we weer langs een strook wc's liepen. Aan het einde van de gang was een deur. "Hier mag je nooit naar binnen gaan zonder toestemming. Dit is het kantoor van Moeder, je zult hier alleen zijn wanneer ze je uitnodigt om bij haar in het kantoortje te komen." Vertelde de zuster. Ik vond het idee maar niks, maar ik knikte braaf.

"En dan hier, aan de linkerkant, de jongensslaapzaal. Hier zul je samen met de andere jongens in het huis slapen." Zei de zuster. We liepen samen naar binnen en ik zag op één van de bedden een tas staan. "Dit wordt jouw bed, en in de tas zitten dingen die je nodig zult hebben. Ondergoed, kleding, school artikelen. Kijk straks maar." Zei ze. Ik knikte weer.

We liepen de zaal uit. Samen liepen we weer terug naar de trap naar beneden. Ik zag inderdaad een lift naar beneden, gewoon een kleine lift. Maar aan de andere kant van de trap, was een grote lift die er heel anders uitzag dan de andere lift. "Wat is dat voor lift?" Vroeg ik nieuwsgierig aan de zuster. Even keek ze verschrikt en slikte ze even. "Die gaat naar het sanatorium." Zei ze zonder uitleg.

Maar ik had ook geen uitleg nodig.

Iedereen weet dat er niemand terug komt uit het sanatorium.

ANAXIMAWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu