15; stick around

210 11 4
                                    

Die nacht heb ik heel onrustig geslapen. Nadat de liftdeuren weer dicht waren gegaan, wachtte ik nog een paar minuten voordat ik de wc uitliep om terug te gaan naar de slaapzaal.

Eenmaal weer aangekomen bij mijn bed ging ik er weer in liggen, maar staarde met mijn ogen open naar het plafond. Ik kon niet in slaap komen. Dit was de eerste keer dat ik ook echt iemand werkelijk, dood zag gaan. Hier. Het is dus echt. Ergens achterin mijn hoofd bleef ik volhouden dat het misschien allemaal één grote test was. Dat er helemaal niks aan de hand was met niemand. Maar dat is er wel.

Ik kreeg het benauwd. Ik wilde het liefste weg, maar dat kon natuurlijk niet. Ik wilde huilen, schreeuwen. Alles. Het leek alsof er geen tijdelijke oplossing was. Een tijdelijke pijn om dit even uit mijn hoofd te zetten.

Maar natuurlijk was die er wel. Het was zelfs maar een paar meter van me verwijderd toen ik in mijn bed lag.

Ik wilde het niet meer doen, maar op dit moment kon het me eigenlijk niets schelen. Ik had paniek en dit is hoe ik mijn paniek oplos. Tijdelijk, dan.

Ik stond op en liep naar de badkamer. Ik sloot de deur zachtjes achter me en knipte het licht aan. Ik keek mijn angstige gezicht aan in de spiegel. Diepe wallen waren onder mijn ogen gegraveerd. Mijn haar zat warrig. Mijn ogen groot.

Ik pakte de wasbak vast en probeerde gecontroleerd adem te halen. Het lukte nauwelijks.

Mijn handen schoten langs de wasbak, op zoek naar een scheermesje. Eerst voelde ik hem niet, maar na een scherp gevoel langs mijn hand te voelen wist ik dat ik hem te pakken had.

Opnieuw rukte ik de houder eraf. Ik krijg een deja-vu naar mijn eerste dag hier. Daar deed ik precies hetzelfde. Ik had het sindsdien niet meer gedaan.

Ik drukte het mesje diep mijn arm in. Direct schoot er weer een pijn door mijn lichaam. Ik liet met de pijn mijn andere gedachtes van me afstromen. Het enige woord wat zich nu nog in mijn hoofd herhaalde was "pijn." Het deed zoveel pijn maar het voelde zo goed.

Mijn arm begon hevig te bloedden. Ik pakte een zwarte handdoek en probeerde het te stelpen maar natuurlijk lukte dat niet. Bloed belandde in de hele badkamer. "Fucking Hell." Fluisterde ik hardop. Ik legde het scheermesje weer neer en begon met een andere handdoek de vloer weer schoon te maken. Niemand mocht de volgende ochtend weten wat ik gedaan heb.

Nadat ik alles opgeruimd had en het bloedden gestopt was keek ik weer teleurgesteld naar mezelf in de spiegel. 0 dagen.

Ik liep weer terug naar bed en deed een crewneck aan. Ik had geluk dat het toch al aan de koude kant was vannacht. Ik wilde niet dat de jongens de ochtend hierna mijn armen wilde zien. Dat zou me nog zwakker maken.

Mijn hoofd bonkte. Eigenlijk had ik alweer spijt van wat ik net heb gedaan. Ik had mezelf zo beloofd het niet weer te doen, maar de schok die ik kreeg van het feit dat iemand voor het eerst naar het sanatorium gaat sinds ik hier ben, kwam hard aan. Ik zou net zo goed de volgende kunnen zijn. Iedereen.

Misselijk ging ik weer in mijn bed liggen. Misselijk omdat ik dacht aan mijn toekomst.

Gek genoeg viel ik snel als een blok weer in slaap. De inspanningen van het afgelopen kwartier vergden veel energie. Mijn hoofd was op. Mijn lichaam was op. Ik was op.

De volgende ochtend werd in de eerste seconden normaal wakker maar daarna realiseerde ik me wat er vannacht gebeurd was. Direct speelde de hoofdpijn weer op. Ik weet niet hoe lang ik dit nog volhou. Fysiek natuurlijk, maar ook mentaal.

En voor het eerst sinds ik hier ben, heb ik echte twijfel. Tot nu toe heb ik het me elke keer van me afgezet, maar ik kon op dit moment echt niks anders meer dan echt twijfelen.

ANAXIMAWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu