Weer een week verder. Ik slik mijn pillen nog steeds niet. Ik snap er niks van, die rotpillen doen gewoon echt niks. Ik besloot het op een subtiele manier aan één van de zusters te vragen, dezelfde zuster als die mij toen rondleidde in het huis toen ik hier kwam.
"Ik zit hier al bijna 3 maanden, maar heb me nog helemaal niet ziek gevoeld. Hoe zit dat?" Vroeg ik zo nieuwsgierig mogelijk aan de zuster. Ze glimlachte. "Dat komt doordat je je medicijnen slikt." Antwoordde ze. Bullshit, want dat is dus juist hetgeen wat ik niet doe. Maar dat kon ik natuurlijk niet zeggen. "Maar, waarom hebben anderen dan wel bijwerkingen van de pillen?" Vroeg ik. De zuster keek me nog steeds veel te lief aan. "Dat ligt aan het immuunsysteem per persoon. Jij bent heel sterk, dat staat ook in ons dossier. Maar je vriend Koen bijvoorbeeld, heeft een slechtere weerstand en daarom meer bijwerkingen dan dat jij van je pillen hebt."
Allemaal leuk en aardig, maar ik slikte die focking pillen niet. Dus ze loog. Recht in mijn gezicht. Ik besloot het nog één stapje verder op te voeren. "Wat zou er dan gebeuren als ik mijn medicijnen niet zo slikken?" Vroeg ik. De zuster haar glimlach trok weg. "Je wilt niet weten hoe je onder deze ziekte komt te leiden wanneer je je medicijnen niet slikt. Na een dag wordt je gillend gek. Daarom moeten jullie allemaal verplicht onder ons toezicht jullie medicijnen innemen." Antwoordde de zuster.
"Na een dag wordt je gillend gek." Ik slik ze al meer dan 2 weken niet. Er gebeurt niks met me. Het klopt gewoon niet.
Terwijl ik terug liep naar de woonkamer, het was een zaterdag, piekerde ik me suf. Het is allemaal zo vaag. Ik voel me gevangen. Gevangen is dit huis maar ook in mijn eigen gedachten. Terwijl ik weer de woonkamer in kwam, ging ik weer tegenover Koen zitten. We wilden net beginnen aan een potje schaak. "Mat, wat is er?" Vroeg Koen terwijl ik zag dat hij mijn gezicht aan het aflezen was. Hij zag wederom gelijk dat er iets niet klopte. Ik keek even vlug om me heen, het was hier te druk. "Niet hier." Zei ik zachtjes. Koen snapte de hint en stond op. "Dat wordt een rondje buiten lopen." Zei hij terwijl hij zich naar de deur begaf. Ik volgde hem.
Samen liepen we naar buiten. Het was warm, maar niet te warm. Het was lekker warm. Ik bond mijn vestje om mijn middel. We begonnen richting het bos te lopen, naar ons plekje. Terwijl we liepen begon ik mijn verhaal. "Koen." Begon ik. "Ja." Zei hij. "Het klopt gewoon niet. De zuster zei dat als je één dag je pillen niet slikt, je dan gillend gek wordt. Maar, ik slik ze al minstens 2 weken niet. Ik voel me prima, goed zelfs. Helemaal niks aan de hand." Zei ik. Koen mompelde wat. "Het is gewoon bullshit! Ik zweer het, straks ben ik helemaal niet ziek!" Zei ik hard. "Sssh, Mat, niet zo hard." Suste Koen me. Hij heeft gelijk, maar ik was gewoon boos. "Matthy, je bent ziek. Ik bedoel, je bloed is getest. Omdat dit zo bijzondere ziekte of weet ik veel wat is, testen ze je bloed vast vaker dan één keer." Zei Koen. Godver, hij had ook wel een punt, maar toch geloofde ik het nog steeds niet. "De medicijnen kunnen voor iedereen anders werken, toch? Ik bedoel misschien is je immuunsysteem gewoon veel beter dan bijvoorbeeld die van mij." Zei Koen erachteraan.
"Maar Koen, ja dat zei de zuster ook, maar daarna zei ze dat je na één dag slikken gillend gek wordt maar daar is gewoon geen sprake van." Zuchtte ik. Koen pakte mijn arm waardoor ik stilstond. "Ik weet het niet Matthy, ik wou dat ik het wist. Ik weet ook niet hoe je het wel te weten kunt komen, maar ga er nou maar gewoon van uit dat je ziek bent, oké?" Zei Koen. Hij was serieus. Ik keek hem aan. Toen zag ik het pas. Van schrik liet ik gelijk Koen's arm los.
Koen schrok van mij. "Wat, Mat, wat is er?" Zei hij geschrokken. "Mat, je trekt helemaal wit weg, wat is er?" Vroeg Koen serieuzer en harder dit maal. Terwijl hij dit zei bekeek ik de jongen zijn nek. Allemaal rode vlekken. Donderrode vlekken. "Koen, je, je... Nek." Fluisterde ik, terwijl ik nog steeds geschrokken naar hem keek. "Mijn..." Mompelde Koen voordat zijn ogen naar zijn hals afdwaalden. "Fuck!" Zei hij hard. "What the fuck is dat?!" Zei hij nog harder. Op mijn manier suste ik hem door zijn schouders weer rustig vast te pakken. "Mat, wat is dat?" Vroeg Koen met een trilling in zijn stem. Vlak daarna begon hij te hoesten. Ik zei een paar seconden niks.
"Het is de ziekte." Zei ik. "Jij bent ook ziek, Koen." Antwoordde ik. Ditmaal keek Koen me bang aan. Bijna floepten de woorden "het komt goed" weer uit mijn mond, maar ik hield ze tegen. Ik wist niet zo goed wat ik moest zeggen, dus ik nam hem in een knuffel. Hij klemde zijn armen stevig om me heen. Zo stonden we daar, ik weet niet voor hoe lang, te knuffelen.
Op geven moment trok Koen weg en keek hij me diep ik mijn ogen aan. "Dankjewel." Fluisterde hij. Ik knikte lichtjes. We keken elkaar nog even aan voordat hij zijn lippen op de mijne drukte.
JE LEEST
ANAXIMA
FanfictionHoe ga je met een terminale ziekte om? Kinderen leven in een groot internaat op een afgelegen eiland. Allemaal hebben ze één ding gemeen: Ze zijn terminaal ziek. Niemand redt het boven de 20. De piepende banden van de brancard voorspellen maar één...