7; het afscheid

200 10 5
                                    

Ik bleef lopen totdat ik bij de Lek aankwam, de rivier die door ons dorp stroomt. Het was er heel vredig, geen ziel te bekennen. Alleen ik was er. Ik knielde neer naast het water. Ik zag de reflectie van mijn gezicht me aankijken. Ik glimlachte. Ik zag mijn reflectie veranderen. Mijn glimlach verdween terwijl ik met mijn hand mijn reflectie weg probeerde te slaan. Water spatte over mijn echte gezicht en kleding, die al doorweekt was. Heel even kwam de gedachte om in het water te springen en mezelf te laten verdrinken. Maar opnieuw hield ik mezelf tegen.

Ik liet me in het gras vallen. Het gras plakte gelijk aan mijn al natte shirt, maar het maakte me geen bal uit. Ik sloot mijn ogen en voelde de regen op mijn gezicht vallen. Ik opende mijn mond, regen kletterde naar binnen. Het smaakte een beetje zuur. Na een poosje spuugde ik de regen weer uit en sloot mijn mond weer. Ik opende mijn ogen en kwam overeind. Ik keek even voor de uit en zag dat de zon langzaam opkwam. Ik ging comfortabel zitten en bleef minutenlang kijken naar de zon die langzaam naar de bovenkant van de horizon klom.

Ondertussen zong ik mijn favoriete nummer in zijn geheel.

Know you're gone, I know you're gone
But I don't feel what I know
I know you're gone, I know you're gone
But my mind ain't in control

'Cause it's my heart that's been missin' you
And it's the heart I need to listen to
And it's been singin' songs for tender dreams
But when you sang to help us sleep

And one day I will sing those songs
Sing 'em 'til they sleep
Just like you sang to me
Just like you sang, sang to me

From the day that I met you, I stopped feelin' afraid
In your arms I feel safe, in your arms I feel safe
From the day that I met you, I stopped feelin' afraid
In your arms I feel safe, in your arms-

I miss you so, I miss you so
And I'll miss you 'til I'm old
I miss you so, I miss you so
But my fears will fade, I know

'Cause it's my heart that you helped to build
Love is my compass still, yeah
Love will fill the holes I've got
'Cause you will never hold me

But I know that you are with me and
I know that you have peace
'Cause you, you let us sing ya to sleep (yes)
You let us sing your heart to sleep

From the day that I met you, I stopped feelin' afraid
In your arms I feel safe, in your arms I feel safe
From the day that I met you, I stopped feelin' afraid
In your arms I feel safe, in your arms I feel safe

And I know that you are with me
And I know that you have peace
'Cause you, you let us sing your soul
Your mind and heart to sleep

From the day that I met you, I stopped feelin' afraid
In your arms I feel safe, in your arms I feel safe
From the day that I met you, I stopped feelin' afraid
In your arms I feel safe, in your arms I feel safe

From the day that I met you, I stopped feelin' afraid
In your arms I feel safe, in your arms I feel safe
From the day that I met you, I stopped feelin' afraid
In your arms I feel safe, in your arms-

I miss you so, I miss you so
And I'll miss you 'til I'm old

Ik kan niet zingen, verre van, maar het voelt alsof ik dit nummer zojuist vanuit mijn ziel heb gezongen. Ik zal hem nooit meer kunnen horen, alleen mijn eigen stem die de woorden van het nummer projecteert.

De zon stond bijna bovenaan de horizon. Ik stond op en liep weer richting de straten. Het was tijd om naar huis te gaan en de laatste paar uurtjes met mijn familie door te brengen. Daarna zie ik ze nooit meer. Langzaam liep ik terug richting mijn woonwijk. Bij alles kon ik de woorden "de laatste keer" toevoegen. De laatste keer dat ik over deze stoep loop, de laatste keer dat ik de gevel van Bistro Bientje zie terwijl ik erlangs loop, de laatste keer dat ik de grootste boom van het dorp zie, de laatste keer dat ik bij de Lek heb gezeten.

Mijn huis doemde op in de verte. Ik bleef ernaartoe lopen. Ik heb geen telefoon bij me en ik heb mijn horloge niet om dus ik heb geen idee hoe laat het is, maar ik schat tussen 6:00 en 7:00 uur. Ik stond voor de voordeur en grabbelde in mijn zak naar mijn sleutel. Ik opende de voordeur. Met mijn natte kleding en schoenen stapte ik binnen. Mijn sokken waren kletsnat en klotsten in mijn schoenen. Ik trok eerst mijn schoenen uit en daarna mijn sokken en legde ze bij de verwarming. Terwijl ik dat deed vroeg ik mezelf af waarom ik dat eigenlijk deed. Het was niet dat ik beide ooit nog aan zou doen.

De kamerdeur opende en mama stond in de deuropening. Haar gezicht gevuld met tranen. Ze bleven maar lopen. Na vandaag zou ze één van haar zonen niet meer zien en natuurlijk brak dat haar. "Wat heb je gedaan, lieverd?" Bracht ze met moeite uit. Even bleef ik stil. "Een rondje gelopen. Het kon nog." Antwoordde ik stil. Langzamerhand begon ik toch ook bang te worden voor wat me te wachten stond. Ik was er nog lang niet klaar voor, al kun je voor zoiets eigenlijk nooit klaar zijn. Mijn moeder knikte langzaam. "Ik vind het zo erg." Snikte ze luid. Ik knikte. Ik vond het ook heel erg. Ik liep naar haar toe om haar een knuffel te geven. Ze hield me stevig vast en ik sloeg mijn armen ook stevig om haar heen. Ondanks onze botsingen soms, houden we allebei zielsveel van elkaar. Mijn moeder, mama.

Na een tijdje liet ze me los. "Hoe laat is het?" Vroeg ik aan haar. "8:00." Snikte ze terwijl ze op haar horloge keek. Iets later dan in verwacht had. Dat betekende dat ik nog maar 4 uren de tijd had.

Ik mocht niks meenemen. Ik mocht alleen kleren aanhebben op de weg naar het huis toe. Ik mocht geen eens schoenen aan. Alles wat ik nog nodig zou hebben zou daar te vinden zijn, werd er gezegd. Verder moest ik alles thuislaten en mocht ik in alle tijd dat ik er zit tot ik doodga geen contact hebben met de buitenwereld. Het is echt een verschrikkelijk vooruitzicht. Hoe zal het daar ook zijn? Hoe zijn de kinderen? Hoe ziet een dag eruit? Ik heb geen flauw idee.

"Wil je proberen te ontbijten?" Vroeg mijn moeder. Maar ik was op slag zo misselijk dat ik wist dat ik niks door mijn keel zou krijgen. "Misschien zo." Antwoordde ik. Mijn moeder knikte. Al denk ik niet dat de misselijkheid verdwijnt.

Ik hoorde voetstappen op de trap. Het waren veel voetstappen. 4 mensen verschenen in de woonkamer: Papa, Ezra, Jesse en Jaïr. Het hele gezin was weer compleet. Iedereen zijn gezicht stond somber en verdrietig. Normaal gesproken zou ik proberen iedereen op te beuren om de stemming te bevorderen, maar wat had dat nu voor zin? Het is hoe het is en het is gewoon behoorlijk kut. Fucking kut. En daar is niets aan te veranderen.

4 uren. 240 minuten. 14.400 seconden. Dat is de tijd die ik nog heb, thuis, met mijn familie. Carlos heeft gister gedag gezegd, hem zal ik niet meer zien. Nooit meer voetballen met Carlos, nooit meer gedachteloos met hem kunnen praten over van alles en nog wat. Het doet pijn.

Al mijn gezinsleden kijken me aan. Een lege, starende blik. We weten allemaal eigenlijk niet wat we moeten zeggen. We staan met z'n allen in de iet wat krappe hal, niks te zeggen.

En toen kroop de tijd voorbij. We zaten wat in de woonkamer, stil te zijn. Wat moest je zeggen? Geen idee.

Het laatste uur ging in. Knuffelen, knuffelen, tranen, tranen, knuffelen en zo ging het door. Iedereen huilde. Het kwam nu heel dichtbij. En voor ik het wist, zag ik dat zwarte busje met geblindeerde de oprit oprijden.

ANAXIMAWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu