Voorbij

hoofdstuk 12

Als Kim buiten is heeft ze joggingbroek aan en haar vest. Ze loopt richting het park. Als ze er is gaat ze op een bankje zitten en alles op een rijtje zetten wat er net was gebeurd. Als ze tien minuten in het park is ziet ze in de verte een schim die haar bekend voorkomt. Als ze na een tijdje goed kijkt ziet ze dat het Lola is. Ze weet meteen wat ze moet doen: rennen voor haar leven. Even achter haar ziet Lola ook dat het Kim is. Ze weet ook wat haar te doen staat: als een gek naar Kim rennen. Ze rent als een malle kip en een gek naar Kim. Kim merkt dat ze wordt achtervolgt. Ze probeert hard te rennen maar haar conditie houdt het niet. Lola haalt haar in en probeert oogcontact te maken maar Kim ontwijkt het steeds. Kim luister! Zegt Lola, ik weet het, ik heb een grote fout gemaakt en ik moet het goed maken. Nee Lola, het is voorbij. Zegt Kim woest en loopt verder. Lola blijft midden op de weg staan en roept haar na: geef me gewoon een kans, alsjeblieft. Maar Kim negeert haar en loopt verder. Lola geeft het op en loopt naar haar huis. Jij vuile bitch, ik maak het nooit goed. Denkt Kim en loopt naar het ziekenhuis.