h2) de dreiging

53 5 0
                                    

Ik zit al 3 dagen bij m'n neef, Baston. Hij krijgt het steeds moeilijker. Hij heeft al niet genoeg te eten, en dan moet ik ook nog eten krijgen. Er zijn al een paar keer vredebewakers langs geweest, om te kijken of ik hier misschien ergens zou zijn.
Ik denk dat ik hier wel goed zit. Ik zit hier al drie dagen, en ze hebben me nog steeds niet gevonden. Ik weet nog steeds niet wat ik bij de boete deed. Ik dacht niet na. Mijn benen bewogen, en ik kon ze niet sturen. Ik heb m'n moeder en broertjes ook nog niet gezien in die drie dagen.
Maar nu op de derde dag, horen we weer geklop op de deur.
"Vlug Jo. Verstop je" fluistert Baston.
Ik doe wat hij zegt en ga in de kast zitten.
Er wordt nog harden op de deur gebonkt, en Baston doet open.
"Ah, president Snow. Welkom" hoor ik Baston zeggen.
"Hallo. Is Johanna Mason hier?" Vraagt een van de vredebewakers.
"Nee, sorry. Hier is ze niet"
"Ah, ja oké" hoor ik president Snow fluisteren.
"Mag ik jullie dan verzoeken om.weg te gaan?" Vraagt Baston op een irritante toon.
"Nee." Antwoord Snow droog. "Pak hem, en doorzoek heel het huis."
Ik probeer m'n adem in te houden, maar dat heeft totaal geen zin. Twee seconden laten trekt een vredebewaker de kastdeuren open. "Wel wel. Snow, kijk eens wat we hier hebben."
"Ah prachtig." Zegt Snow.
"Breng die jongen weg naar de kerkers."
"Euuh wat!" Zegt Baston.
"Ja jongenman. Op liegen tegen de president staat een grote straf" zegt Snow bijna lachend.
Wat?! Heb Ik er voor gezorgd dat Baston weg moet? Ik had gewoon dat podium op moeten lopen, dan was hij nu veilig geweest.
"Wel wel, Miss Johanna." Zegt Snow tegen me. Ik kijk nu recht in Snows slangenogen.
"Kom mee naar de woonkamer. Daar kunnen we praten." Steld Snow voor. Zonder iets te zeggen loop ik de kast uit en ga aan tafel zitten. "Weet u Miss Johanna, dat door u de spelen een week later worden gehouden. Alleen omdat jij nog steeds niet op die verdomde trein zit."
Ik geef geen antwoord. Het lijkt wel of Snow m'n mond aan elkaar heeft gelijmd. "Weet je. Als je niet van gedachte veranderd, kunnen er misschien mensen dood gaan." Zegt hij met een lach. Vind hij het leuk of zo om mensen te vermoorden? Hij haalt een foto uit z'n zak en zet hem op tafel. De foto is van twee jaar geleden. Ik sta er met m'n twee broertjes op. We hebben hem met m'n vader meegegeven toen hij voor z'n werk naar het buitenland trok.
"Oh nee, m'n broertjes" besef ik. "Doe hen alstublieft niets aan?" Smeek ik.
"Als jij nu naar die trein gaat, zal ik ze niet meer aanraken." Beweert Snow.
"Hoezo 'niet meer?!" Vraag ik.
"Haha. Hoe denk je anders dat ik aan die foto ben geraakt.
"Papa" fluister ik. "Wat heb je met hem gedaan!?"
"Daar zul je wel achterkomen op de begrafenis."
Il haat hem. Ik haat Snow. Hij heeft m'n vader vermoord. En nu wild hij m'n broertjes iets aan doen. Ik wil wenen, maar ik laat m'n tranen niet vrij komen. Ik wil Snow niet gewonnen geven.
"Miss Johanna. Zie dat je om 6uur op het station staat. Of anders..." hij wijst naar de foto van m'n broertjes, en ik weet al direct wat m'n beslissing is.

Johanna's hunger gamesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu