Hoofdstuk 13

58 2 2
                                    

TINEKE:
Vandaag is de eerste dag dat Koen en ik weer gaan werken sinds we samen zijn. Het zou nog enorm lastig worden om tegen iedereen te liegen. Vooral tegen Floor. Zij komt altijd alles wel te weten. "Klaar voor?", vraagt Koen als ik beneden kom. "Helemaal!", zeg ik vol overtuiging terwijl ik een kop koffie maak voor mezelf. Als Koen en ik helemaal klaar zijn stappen we samen de auto in en rijden we naar kantoor. "Goede morgen samen", begroet Patrick ons vanachter het onthaal. "Goedemorgen!", zeggen Koen en ik in koor. "Zijn jullie samen gereden?", vraagt Patrick. Daar heb je het al.. "Ja, Koen is mij komen ophalen, mijn auto wilde niet starten", lieg ik. Patrick knikt begrijpend en samen lopen Koen en ik door naar de refter waar al een paar mensen zitten. "Goedemorgen!", begroet Koen iedereen in de refter. We horen verschillende antwoorden terug. Het is nog vrij rustig op kantoor, tot Floor binnen komt. "Halloooo!", roept ze enthousiast. "Oh nee, hebben we die weer", grap Koen, wat hem vervolgens een klap van Floor oplevert. We praten druk met elkaar tot de chef binnen komt met de takenverdeling. "Goedemorgen iedereen, ik moet zo snel weg dus een snelle takenverdeling", begint de chef. "Floor en Obi, jullie gaan in de voormiddag op patrouille en de namiddag doen jullie papierwerk. Koen en Tineke, jullie doen het omgekeerde. Brigitte en Eric, er is een lijk gevonden in het park, ga daar eens kijken. Femke en Robin, hele dag patrouille", de chef loop weer weg en langzaam begint iedereen aan zijn werk. "Joepie papierwerk," zegt Koen sarcastisch. "Met mij is het toch wel leuk?", vraag ik. "Met jou altijd", zegt Koen iets zachter zodat niet iedereen het hoort. Ik glimlach zacht en volg Koen naar ons bureau. "Eén ding weten we zeker", begint Koen. "We zijn voor nu alleen op kantoor", zegt hij en geeft me een kus. Ik geef Koen gelijk, we zijn voor nu alleen, maar we moeten alsnog oppassen. "Koen we moeten alsnog oppassen hè, voor je het weet staat één van onze collega's opeens hier", zeg ik na onze kus. "Hup aan het werk", zeg ik en duw Koen naar ons bureau. Koen en ik doen braaf ons papierwerk, we lachen heel wat maar voor we het weten zijn we klaar en komen Floor en Obi weer binnen gelopen, maar die gaan snel weer weg doordat ze een oproep krijgen. "Tijd voor pauze!", roep ik onverwachts. "Zot..", zegt Koen die schrok. Ik lach en loop naar de refter en zet een kop koffie voor mij en Koen. Koen komt de refter binnen gelopen en pakt zijn kop koffie van mij aan, hij kijkt of er niemand is en geeft me dan snel een kus. Ik glimlach en zet ook een kop koffie voor mezelf. "Gaan we zo eens op patrouille?", vraagt Koen en wilt een slok van zijn koffie nemen. "Pas op das heet!", zeg ik nog, maar ja Koen blijft Koen en verbrand zijn mond aan de koffie. "Aaaah das heet", zegt hij. "Oh ja joh? Ik dacht dat het koud was. Onnozelaar", zeg ik lachend. Als Koen en ik klaar zijn met onze pauze, gaan we meteen naar buiten zodat we op patrouille kunnen gaan. We zitten nog niet tien minuten in de auto of er komt geluid uit de radio. "Dispatch voor Alfa 210", klinkt het zoals altijd. "Alfa 210 luistert!", zeg ik mijn standaard zin. "Begeef je naar de parkietstraat nummer 24, er is daar een inbraak gemeld", klinkt het uit de radio. Ik kijk naar Koen die knikt en de auto omkeert omdat we de verkeerde richting inreden. Ik geef aan dispatch door dat we ons ter plaatse begeven en zet de blauwe op. "Parkietstraat 24 was het toch?", vraagt Koen. "Jij moet eens beter luisteren jij, ik zit naast je en nog hoor je het niet, maar ja parkietstraat 24 was het", zeg ik lachend tegen Koen. Vlak voor we arriveren zet ik de sirene af. Koen parkeert de auto in de straat en we stappen uit. "Tineke de deur staat open", zegt Koen tegen mij als we de oprit van het huis op lopen. "Ga maar naar binnen dan", zeg ik tegen hem. Koen knikt en doet langzaam de deur van het huis verder open. 

KOEN:

Tineke en ik lopen samen zachtjes naar binnen. Plots horen we allemaal gestommel van boven komen. "Dat komt van boven", fluister ik naar Tineke. Ze knikt en doet teken dat we naar boven gaan. Ik loop zachtjes de trap op en Tineke volgt. Tineke legt haar hand op mijn schouder en zo lopen we samen naar boven. We checken alle kamers tot er nog één kamer over blijft. Als we dichter komen horen we duidelijk dat het geluid uit deze kamer komt. Ik kijk naar Tineke en ze telt op haar vingers af van drie naar nul, als ze bij nul is doe ik de deur open en stap naar binnen. "Politie! Maak u kenbaar!", roep ik naar de man die in de kamer staat. De man draait zich met een ruk om en pas dan zie ik dat hij een mes in zijn handen heeft. "Meneer leg dat mes neer!", zegt Tineke meteen. De man luistert niet en komt dichterbij. "Meneer leg nú dat mes neer", zegt Tineke nog een keer. Ik kijk naar Tineke en ik zie dat ze bang is en ik weet ook precies waarom, ze denkt aan de dag dat Maarten haar aanviel met een mes. "Meneer leg dat mes alstublieft neer", zeg ik streng tegen de man in de hoop dat hij luistert en Tineke niet nóg banger maakt. Als de man richting Tineke loopt twijfel ik geen moment, ik loop naar de man toe en schop tegen zijn hand zodat het mes uit zijn hand valt. "Koen wat doe je!", roept Tineke, ik hoor het verdriet in haar stem. Ik zit op de man en probeer zijn boeien uit te doen. Ik zie dat het Tineke allemaal te veel word dus ik doe teken dat ze even buiten de kamer moet gaan. Tineke knikt en loopt weg. Ondertussen roep ik versterking op, als die er zijn nemen ze de man mee en ga ik opzoek naar Tineke. "Tin?", roep ik door het huis. Tineke komt uit de keuken gelopen met rode ogen, ze heeft gehuild. Ik hoef niet eens iets te zeggen of Tineke stort zich in mijn armen. "Je denkt aan Maarten hè?", vraag ik als ze wat gekalmeerd is. "Ja sorry, ik zag alles weer voor me", zegt Tineke schuldig. "Je moet geen sorry zeggen", zeg ik en druk haar stevig tegen me aan. "Je hebt er wel voor gezorgd dat hij me niet verder aanviel, dankjewel Koen", zegt Tineke. "Das niks lieverd. Ik hou van je", zeg ik zacht. "Ik ook van jou", zegt Tineke zacht terug en geeft me een kus. Tineke en ik vertrekken naar het commissariaat waar de dader van de inbraak op ons zit te wachten. "Weet je zeker dat je dit verhoor wilt doen", vraag ik aan Tineke voor we naar binnen lopen. "Ja heel zeker", zegt ze. We lopen naar binnen waar de man al op ons zit te wachten. Tineke en ik nemen plaats tegen over de man en beginnen aan ons verhoor. "Bon, meneer wat deed u in dat huis?", Begin ik tegen de man. "De keuken schoonmaken", zegt de man bot. "Kent u de mensen die daar wonen?", ga ik verder. De man zwijgt en kijkt naar beneden. "Mijn collega vraagt iets meneer", zegt Tineke streng tegen de man. "Ja dat hoor ik ook wel", zegt de man brutaal. Ik kijk naar Tineke en ze knikt. "Bon, meneer we gaan u even in de cel steken dan kunt u wat rustiger worden, want dit gaat niet werken", zeg ik terwijl Tineke en ik opstaan om de man naar de cel te brengen. Na een uurtje halen Tineke en ik hem weer uit de cel en proberen we hem nog een keer te overhoren. Dit keer met wat minder moeite. Het blijkt dat de man geld nodig had en op het plan was gekomen om in het huis van zijn ouders in te breken voor geld. Tineke en ik steken hem weer in de cel en doen nog wat papierwerk tot het tijd is. "Gaan we eens vertrekken", vraagt Tineke aan mij als ze haar laatste papier weglegt. "Ja, is goed!", zeg ik en verzamel mijn spullen. Tineke en ik lopen samen naar buiten. We checken nog even of niemand ons in de gaten houd en dan stappen we samen in de auto en rijden naar huis. "Eindelijk thuis", zeg ik en laat me vallen in de zetel. Tineke komt naast me zitten en legt haar hoofd op mijn schouders. Ik weet dat ze nog steeds aan Maarten denkt. "Je hebt het goed gedaan vandaag, ik ben trots op je", zeg ik en geef haar een kus op haar haar. Meer woorden zijn er niet nodig nu.

----------------------------------------------------------------------

Ik ben echt zo inspiratie loos (nu al oops)! Als je ideeën hebt, let me knowww!

Met vallen en opstaan ~ BuurtpolitieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu