Proloog

50 9 0
                                    

Daar stond hij dan. Recht voor me. Ik kon mijn ogen niet geloven. Ik kon het echt niet. 'U hoort toch...' begon ik aarzelend, maar al gauw begonnen de tranen over mijn wangen te rollen. 'Altijd al zwak geweest.' Zei hij hoofd schuddend. Ik keek hem raar aan. 'Hoe bedoelt u?' Vroeg ik snikkend. 'Ik bedoel dat jij niets anders kan dan huilen. Zo ben je altijd geweest. Je laat je overnemen door je gevoelens en dat is waarom ik je zus boven jou heb verkozen.'
'Stilte!' Riep ik door de zaal. Zijn woorden kwamen aan als scherpe messen die stuk voor stuk mijn huid doorboorden. 'Zei ik het niet?' vroeg hij geniepig lachend. 'Je laat je te snel overnemen door je gevoelens en dat is nummer een fout die je kunt maken.'
Hij liet even stilte de zaal inkomen. Van beide kanten werd er niets gezegd. Ik voelde zijn ogen in mijn huid branden. Hij denkt dat ik nog die kleine Res ben die snel begon te huilen na de kleinste dingen. Hij denkt dat ik die kleine Res ben die te bang is om te vechten. Hij denkt dat ik nog die kleine Res ben, maar ik kan hem vertellen wie ik echt ben.
'Sorry dat het zo moet eindigen, maar ik moet nu weg.' Zei hij speels. Ik begon te lachen wat leidde tot een verbaasde blik van hem. 'Is er iets grappig?' Vroeg hij. Ik hield mijn zwaard bij de hoes vast. Ik knikte glimlachend. 'Nou vertel me de grap. Ik zou graag mee willen lachen.' Ik trok de riem van mijn zwaard los dat om mijn middel zat en gooide het ver weg aan mijn linker kant. Het zwaard maakte nog een paar keer klinkend geluid met de grond, dat nog even door de zaal bleef galmen, tot het tot stilstand kwam. Ik hield mijn vuisten omhoog en ging in vechters positie staan. 'Ik vind het gewoon grappig hoe de man recht voor mij vertelt dat ik zwak ben als ik mijn gevoelens naar boven haal een hele groep heeft opgericht om zijn eigen verleden te wreken.' Zijn ogen sprongen open. 'Je moet mij niet onderschatten. Ik ben slimmer dan je denkt en ik ben ook zeker sterker dan je denkt.' Ik liet een halve gemene glimlach op mijn gezicht verschijnen zodra ik wist dat hij mijn gevecht zou accepteren. Hij kraakte zijn vingers en liet zijn nek nog even strekken. 'Laten we zien wie hier sterker is, maar ik kan je vertellen dat ik niet makkelijk zal spelen en ik ken geen genade.'
'Hoeft ook niet. De enige hier die zal smeken om zijn leven te sparen zal jij zijn,

Caesar.'

HoopWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu