9

8 3 0
                                    

Er klopt niets meer van wat er in deze stad gebeurt. Niemand is te vertrouwen. 

Niemand.

Nog steeds stond ik bij de deur. Mijn hart klopte op en neer. Ik wist niet meer wat ik moest doen, maar ik weet nu honderd procent dat de Cotta Corps iets te veel over ons weet. Dat ze precies wisten waar ik woonde, vond ik maar te raar. Ik heb nooit mijn adres gegeven en voor een 'medewerker' bij de Cotta Corps wist ze wel iets te veel. Ik sloot m'n ogen en zuchtte diep. 

'Res?' 

Toen ik mijn ogen opende stond mijn moeder bezorgd voor me. 'Waar was je al deze tijd. Je weet dat het snel donker wordt.' 

'Ik nam een omweg.' loog ik snel.

'En wie was dat in de auto? Je weet wel, de auto waar je uitstapte.' Ze keek me ondervragend aan. 'Wie bedoelt u?' zei ik alsof ik echt niet wist wie het was. 'Res, je weet donders goed dat je mij niet voor de gek kunt houden. Ik zag je met mijn eigen ogen de auto uitstappen en voor zover ik weet liegen mijn ogen niet!' Op dat moment wist ik geen smoesjes meer te bedenken. 'Het was iemand van de Cotta Corps. Ze brachten me thuis in verband met het snel donker worden.' Ik rolde m'n ogen en wilde naar mijn kamer lopen, maar nog steeds werd ik tegengehouden door m'n moeder. 'De Cotta Corps zeg je?' zei ze met stralende ogen. Ik knikte, maar het liefst wilde ik op dat moment mijn hoofd schudden, want mijn moeder begon te stralen van geluk. 'De Cotta Corps hebben zelfs mijn dochter gered van het kwaad. Ik kan ze niet genoeg bedanken.'

'Moeder, het was echt niet zo erg. Ik kon gerust nog zelf naar huis lopen.' 

'Wat een goede mensen. Ik moet ze zeker nog eens bedanken.'

'Moeder, het was nog vrij licht dus ik kon echt zelf naar huis gaan.' 

'Moet ik ze een bos bloemen geven? Nee, dat is niet genoeg.' 

Ik gaf het maar op. Moeder luisterde toch niet, dus er was geen mogelijkheid voor een discussie. Ik gaf een zoen op haar voorhoofd en wenste haar een fijne nachtrust toe. 


Het was al bijna middernacht en nog steeds was mijn kamer verlicht door het kleine bureaulampje dat ik op de hoek van mijn bureau geplaatst had. Ik zat voorovergebogen aan het bureau te pennen in mijn nootboek dat nu al bijna vol was. Vol met onzin, al moet ik het zelf zeggen. Ik zette de laatste punt en leunde tegen de rugleuning. Mijn pen klikte ik dicht en liet het over mijn rommelige bureau rollen. Ik was slaperig en moe. Mijn oogleden begonnen zwaar te worden. Ik liet mijn hoofd rusten op mijn hand en mijn elleboog op het bureau. Van alle plannen die ik bedacht had, is er geen een goed. Ik stond op om uiteindelijk toch maar naar bed te gaan, want ik kon echt niet meer plannen bedenken, die wel mogelijk waren, maar juist op dat moment ging de deur van mijn slaapkamer open. Ik draaide me om richting de deur en zag Minerva in de deurpost staan. Slaperig met verward haar. 'Wat doe je nog zo laat?' vroeg ze zachtjes. Zo zacht dat je het bijna niet verstond. Ik gaf haar een kleine glimlach. 'Ik ga nu naar bed. Ik moest nog leren voor een belangrijke toets.' Ik draaide me om om in bed te stappen. 'Ik geloof er niets van.' hoorde ik achter me. De deur sloot en voetstappen kwamen dichterbij, totdat Minerva op mijn bed ging zitten. Ze klopte op het dekbed als teken dat ik tegenover haar moest gaan zitten. Ik plaatste mezelf op het bed en keek Minerva vragend aan. 'Wat is er?' vroeg ik. 'Wat denk je zelf?' Ik trok een wenkbrauw op. 'Je weet best dat je niet kunt liegen, Res.' zei ze antwoordend op mijn gezichtsuitdrukking. 'Het was nooit je beste kant, dus tegen mij liegen kun je zeker niet. Ik ken je eenmaal langer dan vandaag. Vertel me, wat is er? Waarom ben je nog zo laat op? Ik ben je zusje, dus je kunt me alles vertellen.' Op dat moment wist ik niet of ik Minerva hierbij moest betrekken of dat ik haar gewoon erbuiten moest laten. Ik wist dat ze de Cotta Corps sowieso niet mocht, maar of ze mijn ideeën en theorieën wel zou geloven, dat was nog een grote vraag. Maar ja, hoe krijg je antwoord als je de vraag nog niet eens hebt gesteld? Maar toen stond ik nog echt stil bij het punt of ik Minerva hierbij wilde betrekken. Ze is nog zo klein en je weet maar nooit wie deze Cotta Corps kunnen zijn. Allemaal beelden van verschrikkelijke dingen die met haar konden gebeuren flitsten voor mijn ogen. Ik schudde met mijn hoofd om weer tot mijzelf te komen. 'Ik...' begon ik. Ik slikte even en wist niet of ik door wilde gaan met mijn verhaal, maar zoals ik al zojuist zei: Hoe krijg je antwoord als je de vraag nog niet eens hebt gesteld? Ik keek Minerva recht in de ogen aan. 'Ik heb het gevoel dat deze Cotta Corps ons juist in de weg staat in plaats van helpt en ik wil de waarheid weten en dat is maar op een manier te doen; erop uitgaan.' 

HoopWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu