5

18 4 0
                                    

En vanaf dat moment was alles vredig in Venenum. Alles ging goed toen de Cotta Corps ons redde. 

Alles was te mooi om waar te zijn. 

Mijn hand gleed langs mijn gezicht terwijl ik het lokaal inliep. Ik was moe en wilde naar huis. Ik plaatste mijzelf op de stoel achter een houten tafel achterin de klas. 'Nog een les.' dacht ik terwijl ik zuchtte. Ik liet mijn tas op de grond vallen en mijn hoofd op te tafel. Ja, je leest het goed. Ik zit weer op school. Sinds de Cotta Corps ons heeft 'bevrijd' is er weer een school geopend in het centrum van de weer rijzende stad. Ik legde mijn hoofd op mijn handen en bekeek de klas. Iedereen was al gaan zitten en de lerares kwam het lokaal al in gesneld. Ik herkende geen enkel gezicht van mijn klas. Ik probeerde ook nooit een praatje te maken noch aandacht te krijgen. Mijn mond was zo goed als dichtgenaaid. Nooit is er ook maar een woord uitgekomen van mijn kant hier op deze school. Niet eens tegen een leraar. Ik kneep in mijn handen om ze warm te maken. De kou van de klas werd me teveel. Het leek wel het paleis van de ijskoningin!

Ik hoorde de woorden die uit de mond van de leraar liepen, maar ik wist dat ik toch niets zou onthouden, dus ik pakte mijn nootboek uit de tas die ik naast mijn tafel gesmeten had. Ik opende het schriftje op een willekeurige pagina met een hoop tekst en plaatjes. Hier en daar heb ik slordig getekend, maar tekenen is ook niet mijn beste kant. Ik bladerde er even doorheen, totdat ik op de pagina kwam waar ik op rekende. Het was een lijst met opsommingen. Het blaadje was bijna vol op vier regels na. Ik klikte mijn pen open en ging half gebogen over mijn schrift hangen. Mijn pen raakte het blad aan, maar er kwam niets uit, behalve een stip op de volgende regel. Nee, het was niet de pen die leeg was, maar mijn hoofd. Ik kon geen plannen meer bedenken. Je vraagt je nu ook vast af wat ik aan het doen ben en als ik eerlijk moet zijn weet ik het zelf ook niet. Het was namelijk 'mission impossible'. Nou laat het me je vertellen waar ik het over heb. Zoals je misschien al weet ruik ik een smerig luchtje als het eenmaal over de Cotta Corps gaat en omdat zij iets met mijn vader te maken kunnen hebben moet ik wel een plan bedenken om mijn vader eerder te vinden dan de Cotta Corps, want je weet maar nooit. Het zou best kunnen dat ze naar mijn vader zoeken, maar ik laat niemand mijn vader weer van mij afpakken als ik hem eenmaal ook kan vinden. Maar zoals ik dus al zei, is dit een plan dat echt onmogelijk is. Ik weet niet waar mijn vader is, hoe hij eruit ziet en of hij misschien nog wel leeft. Bij de laatste gedachte slikte ik even. 'Het zou toch niet echt...?' Ik schudde de gedachten uit mijn hoofd en begon plannen te pennen die ik uiteindelijk nooit zou gaan uitvoeren, maar het gevoel dat ik met deze plannen op kwam, voelde goed. Het geeft me nog een beetje hoop: iets wat als laatste in een mens blijft, net zoals in de doos van Pandora, die al het kwade over de wereld verspreid heeft, maar Pandora was hoop te snel en sloot de doos voordat hoop zich ook maar een centimeter kon bewegen. En dat is ook de rede waarom elk mens nog altijd een beetje hoop in zich heeft.

Ik schrok uit mijn gedachten door de bel die rinkelde aan de muur boven de deur van het lokaal. Iedereen had blijkbaar al ingepakt en liep het lokaal als een kudde schapen uit. 'Is het uur nu al over?' dacht ik. Ik pakte mijn tas en legde deze op de tafel terwijl ik mijn boeken in de tas deed. Ik schoof mijn stoel aan en gooide de tas over mijn rug. Ik greep snel naar het nootboek, totdat ik werd aangesproken van achteren. Ik draaide me om en kwam oog in oog met de lerares en voor ik het ook maar kon realiseren begon ze te spreken: 'Res was het toch?' vroeg ze met een klein glimlachje waardoor haar lachrimpels verschenen. Ik knikte op haar vraag. 'Res, ik heb een vraagje. Ik zie je vaak, ja hoe noem je dat... afwezig? Ja, dat is wel een goed woord. Je bent vaak afwezig. Je gedachten zijn niet bij de les. Hoe komt dit? Is er iets aan de hand waardoor je niet goed kunt concentreren?' Ze boog zich voorover en keek mij aan met een klein glimlachje, maar haar ogen doorboorden mij. Nou daar gaat dus mijn record van het langst niet praten op een school, want ik moet zojuist antwoord geven. 'Alles gaat goed hoor, mevrouw.' zei ik terwijl ik mijn hoofd schudde. 'Dat is dan goed om te horen, maar je weet dat je altijd bij me kan zijn als er wel iets gaande is.' Ik knikte en glimlachte om de vrouw van me af te schudden, maar haar ogen richtten zich op mijn nootboek. 'En wat is dat als ik vragen mag?' Ik volgde de richting waarop haar ogen gericht waren. 'Dit is mijn nootboek, mevrouw.' zei ik nerveus. 'Aha! En wat staat daarin als ik dat mag vragen?' 

HoopWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu