10

9 3 1
                                    

Minerva keek me recht in de ogen aan. Ze rilde van de kou en haar ademhaling werd steeds sneller. Haar lippen werden bijna paars, maar toch klaagde ze niet. 'Ik snap je niet helemaal.' zei ze met haar hoofd schuddend. 'Wat probeer je me nu te vertellen? Wat wil je dat ik doe? Kan ik je met iets helpen? Vertel me eerst maar wat je precies probeert te zeggen'. Ze liet een klein glimlachje verschijnen, maar ik wist dat ze dat alleen deed om mij een plezier te doen. Ik weet wel wat ze denkt. In haar hoofd spelen de woorden 'dom', 'gek' en 'raar' die mij proberen te beschrijven. Ik zuchtte even en begon te denken. Denken over of ik Minerva wel hierin moest betrekken. Kan ik haar wel vertrouwen? Het is mijn zusje, dat is waar, maar zoals ik al zei: Niemand is te vertrouwen. Opnieuw zuchtte ik. Ik stond op en liep naar de deur. Ik zette m'n oor op de koude kale vlakte en luisterde of moeder al sliep. Zo stond ik een minuutje helemaal stil en zodra ik zeker wist dat moeder sliep, liep ik terug naar mijn bed, waar de zo nieuwsgierige Minerva met grote glazen ogen zat. Ik plaatste mezelf op het bed en keek haar recht in de ogen aan. Ik hield haar schouders vast en schudde haar even. 'Minerva, ik weet nu wat je denkt. Je vindt mij nu vast raar, maar ik kan je verzekeren dat ik de waarheid spreek. Ik ga je precies uitleggen wat ik bedoel. Het zit dus zo: Je weet dat jij en ik groente en fruit over de stad hebben rond gedeeld, toch?' 

ze knikte.

'Mooi.' Ging ik verder. 'Waarom neemt de Cotta Corps het dan op hun naam over? Ik snap niet waarom ze die daad op hun namen hebben over genomen. Ze moeten dus wel weten dat iemand die daad heeft verricht en dat betekent dat ze al langer dan vandaag met de Cotta Corps bezig zijn. Waren ze aan het wachten tot iemand de eerste stap zou zetten? En dat is dan nog niet het laatste. Ze hebben de stad zo snel kunnen overnemen. Iedereen staat nu aan hun kant zonder enige aarzeling. Dat valt gewoon niet te vatten. En dan moet je nagaan dat vandaag een 'medewerker' mij naar huis heeft gebracht, zonder dat ik ook maar iets heb verteld over waar ik woon of wie ik ben. Voor een medewerker bij de Cotta Corps is dat wel iets te veel informatie. Minerva, ik denk dat die Cotta Corps iets te veel over ons weten en iets van plan zijn. Ik ben er echt zeker over.' Zodra ik klaar was met mijn lange speech hapte ik naar adem. Mijn borstkas begon op en neer te gaan en ik begon warm te worden van de zenuwen. Ik liet de angstige Minerva los. 'Weetje,' begon ik. 'Laat maar zitten. Ik snap dat je hier nog te klein voor bent. Je zult het niet allemaal snappen. Ga maar slapen.' 

'Nee.' Eindelijk kwam er geluid uit de mond van Minerva. Ze ging onder mijn deken zitten om de kou tegen te gaan. 'Ik snap precies wat je bedoelt, Res. Ik ben slimmer dan je denkt, geloof me maar. Die Cotta Corps waar jij over praat, heeft iets waar ik niet tegen kan. Ik weet niet wat het is, maar ik weet dat ze niet zomaar voor onze stad komen. Ze komen voor meer en daar ben ik zeker over. Dus vertel me maar wat je probeert te zeggen met alles wat je me zojuist vertelde. Wil je ze aanpakken? Je weet dat ze met een grotere groep zijn.' 

Ik knikte en begon na te denken. Ik zag mijn nootboek op mijn bureau liggen en in een oogwenk viel ik van mijn bed af om het te kunnen pakken. Ik krabbelde terug op mijn bed en begon te bladeren totdat ik bij mijn al zo bekende pagina kwam. De pagina vol met ideeën. 'Is dit te gek of kun je dit wel aan?' Ik gaf mijn nootboek en ze nam het met beide handen aan. Ik ging naast haar liggen met mijn hoofd bij haar voeten. 'En?' vroeg ik met een trillende stem. 'Niet zo gek.' antwoordde ze. Ik trok een wenkbrauw op. 'Echt niet?' Ze schudde haar hoofd. 'Ik vind je laatste idee het best: Stadhuis van binnenuit bekijken. Ik denk dat dat het best is om als eerste stap te doen voordat we meer stappen zullen zetten. Als we eenmaal het stadhuis hebben bekeken moeten we wel wat informatie kunnen vinden en zo kunnen we er achter komen of deze Cotta Corps wel te vertrouwen is.' Ik keek haar zo verbaasd aan dat mijn gezicht spieren pijn begonnen te doen. 'Wat is er?' vroeg ze.

'Vindt je m'n ideeën niet raar?'

'Nee, waarom zou ik ze raar moeten vinden?' vroeg ze lachend. 'Alles wat raar is, is dat twee meisjes het proberen op te nemen tegen de mensheid, maar zolang we elkaar hebben zouden we de hele wereld aan moeten kunnen.' 

Ik glimlachte. 'Dankjewel.' mompelde ik.

'Maar nu we toch bezig zijn,' begon Minerva. 'moeten we geen naam hebben voor onze groep?' 

'Waarom hebben we een naam nodig?' 

'Wij zijn nu ook een speciale groep. Een groep die de Cotta Corps zal bestrijden.' 

'En daar hebben we een naam voor nodig?' 

'Ja.' 

Ik ging rechtop zitten en bekeek Minerva lachend aan. 'Kom dan met ideeën.' zei ik. Even was het stil. Je kon bijna Minerva's brein horen kraken. 'Wat dacht je van... Mi...Mires?' 

'Je hebt gewoon onze namen aan elkaar geplakt.' zei ik lachend. 'Kun je echt niet met iets beters komen? Ik dacht dat je zo slim was.' Ik daagde haar voor de grap uit. Opnieuw begon ze na te denken. Na een minuutje gaf ze het al op. 'Kom op Res. Denk dan eens mee! Misschien heb jij een betere naam.' jammerde ze. Ik wist al dat ik niets kon bedenken, maar ik gaf het nog steeds een kans. Mijn hoofd was helemaal leeg, dus ik begon maar in de kamer naar inspiratie te zoeken. Er stond een bureau en een kast. Meer niet. Op mijn bureau stonden een potje met pennen, een knuffelbeer, de doos van Pandora die ik van mijn oma gekregen heb en dat was het wel zo'n beetje. Op dat moment kwam er iets in mij op. 'Wat als we onze groep 'Project Hoop' noemen?' 

'Project Hoop?' Minerva dacht even na en liet de naam nog een paar keer over haar lippen glijden. 'Project Hoop... Ja ik vind het goed.' zei ze met enthousiasme. 'Dus jij en ik zullen de Cotta Corps bestrijden onder de naam Project Hoop. Ik vind het nu al geweldig!' Ik was blij om haar zo enthousiast te zien, maar als ik eenmaal aan de gevolge dacht die ons te wachten stonden, werd ik minder blij. Ik liet mezelf weer vallen op bed. 'Minerva. Aan welke kant staan we nou? Goed of kwaad? In onze ogen zijn wij helden als we de Cotta Corps bestrijden, maar in de ogen van de burgers zijn we schurken.' 

'Res, zolang we het beste proberen te doen zou het goed moeten zijn.' 

Ik zuchtte, dacht na en gaf uiteindelijk een knik. 'Dus wat is ons plan?' 

'Morgen na school zie ik je bij het stadhuis om eens een leuke rondleiding te krijgen van de Cotta Corps of misschien van onszelf, maar we zullen een rondleiding krijgen.' Ze gaf lachend een knipoog. Na een korte stilte begon Minerva weer te praten. 'Hoe kwam je trouwens op de naam Project Hoop?' 

'Ken je het verhaal van de doos van Pandora?' 

'Nee.' 

'Als Pandora de doos opent die niet geopend mag worden, komt al het kwaad uit de doos, maar gelukkig kan Pandora nog net de doos dichtdoen en alles wat dan nog overblijft is hoop. Iets wat altijd in de mensheid overblijft, op elk moment. Ik bedacht toen dat de Cotta Corps al het kwade is en jij en ik hoop die nog in de doos blijft.' 

'Oh zo. Ik vind het goed bedacht.' Voordat ik er nog antwoord op kon geven, viel ik al in slaap na een lange, maar ook interessante dag.

HoopWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu