Lost

58 4 0
                                    

Tineke voelde haar hart opnieuw breken toen ze naar Koen keek. Op het scherm van de computer stond een foto van haar en Koen, lachend en met Barry aan hun voeten. Ze herinnerde zich die dag nog goed, en dacht nog vaak terug aan die eerste patrouille met hun drietjes. Barry was veel meer dan gewoon een hond. Hij was deel van het team, een collega die ze volledig vertrouwde en die ze graag zag. En voor Koen, was hij alles. Koen had hem opgevoed sinds hij slechts acht weken oud was, had samen met hem verschillende intensieve trainingen met succes voltooid, en had trots naast hem gestaan toen Barry officieel afstudeerde. Ze woonden samen, gingen op talloze lange wandelingen samen, soms vielen ze zelfs samen in slaap in de zetel. Koen en Barry waren vier poten op een buik.

En nu was Barry weg.

Toen Tineke hun dienstwagen zag voorbijrijden tijdens de interventie was ze gefrustreerd geweest. Gefrustreerd met haarzelf omdat ze daders hadden laten lopen, met de mannen omdat ze de zaak nog moeilijker maakten, en omdat ze daar op straat stonden zonder wagen. Het was pas toen Koen schreeuwde dat Barry nog in de auto zat, dat het probleem ineens veel erger werd. Een auto was vervangbaar, Barry niet.

Ze hadden gedaan wat ze konden, zelfs wat ze eigenlijk niet mochten, maar Koen zou er alles voor doen om Barry terug te hebben. Het was volledig uit hun handen nu. Tineke besefte nu hoe talloze mensen zich gevoeld hadden die aan de andere kant van haar bureau gezeten hadden. Ze was machteloos, het wachten was een marteling, maar de echte pijn kwam van het zien van Koen's verdriet.

Tineke zag hem graag, en het deed fysiek pijn om de tranen in zijn ogen te zien. Ze zag hoe hij met elke seconde wat meer hoop verloor, hoe hij langzaam in zijn verdriet verdronk. Toen de eerste traan over zijn wang rolde, wist ze dat ze moest ingrijpen. Koen had haar nodig, en hij was belangrijker dan het geheim dat ze deelden. Zonder zich iets aan te trekken van de collega's rondom hen, zette Tineke zich neer op Koen's schoot. Ze nam zijn betraande gezicht vast en tilde het op terwijl ze zachtjes praatte.

"Hey, kijk eens naar mij."

"Tineke..." Heel even maakte de pijn in zijn ogen plaats voor paniek. Vluchtig keek hij naar de andere collega's voor zijn ogen weer op haar vielen.

"Dat doet er nu niet toe. Het gaat goedkomen, oke? We gaan Barry terugvinden, daar moet ge in blijven geloven."

"Ik ben bang, Tineke."

"Ik weet het." zuchtte Tineke terwijl ze haar voorhoofd liet rusten tegen dat van hem. "Maar ge moet blijven geloven, voor hem. Oke?"

Ze voelde hoe Koen knikte voor hij zijn hoofd opnieuw liet zakken en zijn gezicht begroef in haar nek. Tineke sloeg haar armen om hem heen en wreef zachtjes over zijn rug, wetend dat dat gewoonlijk hielp om hem te kalmeren. Rondom haar hoorde ze de collega's in het commissariaat, maar het kon haar niet schelen wat ze zagen. Een half jaar lang hadden Koen en Tineke hun persoonlijke relatie thuis gelaten, en waren ze op het werk enkel collega's geweest. De enige getuigen van hun liefde waren de armbandjes met hartjes die Tineke elke dag om haar pols droeg, en de commissaris die ze uit respect ingelicht hadden. Werk en privé gescheiden houden, dat was het plan geweest, tot vandaag die twee werelden op elkaar crashten.

Keer op keer had ze haar hoofd over haar hart moeten kiezen op het werk. Daders achtervolgen en Koen gewond achterlaten, hem op zijn plaats zetten wanneer hij de grenzen opzocht, de verleiding weerstaan om hem te kussen wanneer hij naar haar lachte op kantoor. Maar vandaag won haar hart. Er was niets anders dat ze kon doen dan er zijn voor hem. Dus ze hield hem vast, zodat hij zichzelf niet verloor, zodat zij hem niet verloor. Zodat ze beiden konden geloven dat ze Barry nog niet hadden verloren.

Het Kineke ArchiefWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu