Hoofdstuk 14

155 3 0
                                    

POV Eliza

Ik zit In de wachtruimte op Emma te wachten. Jemig wat rijd dat kreng sloom.

Mijn pols zit gewikkeld in een blauw steun verband. Ik moet goed rust houden en mag elke ochtend, middag en avond een pijnstiller. Als er een zwelling ontstaat of als de pijn niet afneemt moet ik terug komen.

Ik zit een beetje op tiktok totdat ik de klapdeuren hoor opengaan. Ik kijk op en zie de rode lokken van mij favoriete Ginger.

"Lies!" roept hij opgewonden en rent op me af. 

Ik sta op en vlieg hem om zijn nek. "Koentje" zeg ik met me gezicht in zijn nek gedrukt.

"Doe dit alsjeblieft nooit meer Lies, we waren dood ongerust." Zegt Koen.

Ik trek me terug uit de knuffel en zie dat ze ogen waterig zijn.

"Nawh Koenie, het is oke, ik ben oke." en ik trek hem terug in de knuffel.

"Je liet me echt schrikken Lies." zegt Koen wanneer hij weer terug trekt.

"Sorry." zeg ik en veeg een traan die over zijn wang liep, met mijn goede hand weg.

Koen werpt zijn blik op mijn pols en pakt voorzichtig met zijn ene hand mijn hand en met zijn ander hand mijn onderarm. Hij brengt het omhoog en stroopt me mouw op om het goed te kunnen zien.

"Lies-" begint Koen.

Hij kijkt me recht in mijn ogen aan en vraagt, "Wat is er echt gebeurd."

"Ik zei toch-" probeer ik, maar hij kapt me af. "Flikker op met je bullshit. Je hebt ons net niks verteld."

"Jawel ik zei-"

"Eliza" zegt Koen streng. Ik kijk hem met grote ogen aan, hij noemt me sinds de bijnaam nooit meer zo. Hij is bloed serieus. "Wat. Is. Er. Ge. Beurd." herhaalt Koen akelig langzaam.

Ik trek me arm uit zijn greep en ondersteun hem met me ander arm.

"Ik wil het er niet over hebben." zeg ik en draai me hoofd weg.

"Lies-" probeert Koen.

"Ik zei dat ik het er niet over wil hebben!" zeg ik nu boos en kijk hem met een doodsblik aan.

Geen idee waar deze uitbarst vandaan kwam. Koen zag hem in ieder geval niet aankomen en kijkt me geschrokken aan.

"Sorry ik wou niet zo naar je schreeuwen." zeg ik en kijk beschaamd naar de grond.

"Het is oke." zegt Koen en pakt mijn goede hand vast. "Kom, dan gaan we naar huis."

"Jouw huis." zeg ik kortaf.

"Ons huis." verbeterd Koen me. "Alles wat van mij is, is ook van jou."

Laat Matthy dit maar niet horen denk ik bij mezelf, maar ik zeg niks.

We lopen naar de auto en Koen doet de deur voor me open zodat ik kan instappen.

"Danku, danku." zeg ik en stap in.

Koen gaat aan de andere kant zitten en we rijden terug naar CDH.

Als we in de buurt komen begint me been te trillen. Ik ben bang. Bang voor wat de andere gaan vinden. Zullen ze boos zijn dat ik zomaar weg liep? Bang voor Matthy. Wat gaat hij doen als hij me zo ziet? Bang voor het gevoel dat ik hem ga geven. Straks voelt Matthy zich kut en schuldig. Maar het aller bangste ben ik voor de vragen. Wat moet ik zeggen als ze vragen hoe ik hier aan kom. Ik ga Matt niet verlinken. Hij haat me misschien wel en heeft me pijn gedaan, maar ik ga hem niet verklikken. Dan heb ik het al helemaal gedaan.

Ik schrik op uit me gedachten als Koen zijn hand op me been legt. Ik merk nu pas hoe erg ik aan het trillen ben en scheld mezelf uit omdat mijn lichaam mij zo verraad.

"Lies praat met me alsjeblieft." smeekt Koen wanneer hij zijn ogen naar mij schenkt.

"Het is niet aan mij." zeg ik en staar uit het raam.

"Wat deed Matthy?" zucht Koen dan.

Ik kijk hem geschrokken aan, "Hoe weet jij-, wa- huh?" stotter ik.

"We dachten allemaal dat het wat met Matthy te maken had, behalve Raoel. Maar aan jouw reactie te zien, denk ik dat ik het al weet." zegt Koen afkeurend en verstevigd zonder dat hij het door heeft zijn grip op mijn been.

"Koen." zeg ik.

"mhmm." antwoord hij met ze blik nog steeds op de weg.

"Hij deed precies hetzelfde als jij nu doet." zeg ik dan.

Koen kijk me geschrokken aan, "Hoe bedoel je?!" vraagt hij verontwaardigd.

Ik knik naar me been waar zijn hand ligt en ik zie zijn ogen afdwalen.

Hij verlost zijn greep en er vormt lichte handafdruk in mijn been.

"Ow mijn god" stottert Koen, "Lies het spijt me, ik wou niet-"

"Heyy rustig." sush ik Koen.

"Ik ben gewoon fragiel en in emotie en zonder dat je het door hebt ken je je eigen krachten niet." zeg ik lief en pak zijn hand vast en leg onze handen in mijn schoot.

"Jij wou me geen pijn doen en Matthy ook niet."

"Oke." zucht Koen.

"Kunnen we dit tussen ons houden?" vraag ik zachtjes.

"En wat als de andere er naar vragen?" vraagt Koen terug.

"Dan zeg je dat ik er met je over gepraat heb. Het niks ernstigs is en ze het moeten laten."

"Oke" zucht Koen voor de zoveelste keer.

Niet veel later komen we dan ook aan bij CDH.

Koen doet weer de deur voor mij open en we lopen samen naar binnen.

Iedereen zit buiten behalve Emma en Matthy, maar voordat ik kan vragen waar hun zijn horen we geschreeuw van boven.

Ik en Koen wisselen elkaar een blik en rennen meteen naar boven.

"Matthyas Maarten het Lam doe die godverdomme deur nu open!" schreeuwt Emma tegen een dichte deur en bonkt er nog een paar keer op.

"Hey hey rustig aan, één iemand met een gekneusde pols is gek zat oké." zeg ik als ik achter haar sta.

Ze draait zich in één beweging om en vliegt me om mijn nek, "Thank god." zegt ze opgelucht.

"OW KUT." zegt ze dan en trekt terug uit de knuffel. Ik kijk haar vragend aan.

"Ik was je helemaal vergeten op te halen!" 

"Hahah, maakt niet uit lieverd. Koen heeft me opgehaald."

"Nee-" begint Emma, maar ik kap haar af, "Het is oké, echt waar."

We geven elkaar een glimlach en een snelle knuffel.

"Wil je ons nog vertellen waarom je die deur eruit probeert te slopen?" vraag ik dan lachend.

"Wil jij vertellen hoe jij je pols hebt gekneusd?" vraagt ze terug.

"Nope." antwoord ik.

"Ik ook niet." antwoord zij.

"Kom we gaan terug naar de rest. Iedereen was hartstikke bezorgd." zegt Emma en we lopen met z'n drietjes naar buiten. Niet wetende dat Matthy alles had gehoord.

Hopeloos - Matthyas Maarten het Lam, BankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu