Hoofdstuk 18

23 4 38
                                    

Voordat het Feto lukt om het lichtknopje te bereiken, strompelt ze tegen Laurens en zijn zeer natte jas aan. 'Pas op,' snauwt hij, en voor zover zijn romantische inborst.

'Laat me er even langs,' zegt Feto net zo geïrriteerd. 'Dan kunnen we wat zien.'

Na het nodige gedoe, baadt de winkel in het licht en knipperen zowel Laurens en Feto lustig voordat ze wat kunnen zien.

'Daar is het kantoor,' wijst Feto. 'Misschien ligt daar iets wat voor droge kleding kan doorgaan. Geef je ook een slinger aan de thermostaat, dan kan je je jas uitlaten.' Dat gedrup is behoorlijk irritant.

Laurens loopt gehoorzaam naar de deur en probeert de klink uit. 'Op slot,' meldt hij.

Waarom? Er ligt daar niks kostbaars opgeslagen. Bovendien staat daar de werktelefoon en aangezien haar eigen exemplaar leeg is door iets teveel Candy Crush, wilde ze Lenie met de vaste lijn bellen.

Ineens gaat er rilling van ongemak door haar heen. Haar stem klinkt gespannen als ze vraagt: 'Hoe vol is de batterij van jouw telefoon? Eh... het kan zijn dat ik ons per ongeluk heb opgesloten en als we hier klaar zijn, moet iemand ons naar buiten laten.'

'Ik heb helemaal geen telefoon bij me,' zegt Laurens op een duh-toon. 'Als ik op een date ga, geef ik haar al mijn aandacht.'

Dat is dan mooi stom. Maar zelf heeft ze haar zaakjes niet veel beter voor elkaar en daarom besluit ze er niks van te zeggen.

'Oké, dat probleem lossen we zo wel op. Eerst zorg ik voor warmte,' beslist ze. Dat moet in de vorm van verhitte chocolademelk, aangezien er zich alleen een thermostaat in het kantoor bevindt.

Het voelt vreemd om drinken klaar te maken in de relatieve rust. Alleen het gemopper van Laurens en het gezoem van diverse apparaten breekt de stilte. Nu het ruim na zevenen is en het om een doordeweekse dag gaat, zijn de meeste andere winkels ook gesloten en er valt daarom niks meer te beleven in de winkelstraat.

Aan de ene kant is het daardoor onmogelijk om hulp van voorbijgangers te krijgen, maar het scheelt ook een gênante situatie met wildvreemden. Hoe dan ook, Feto besluit het op z'n beloop te laten.

Na enige tijd komt ze met twee goedgevulde mokken aanzetten en schuift degene met de meeste slagroom naar Laurens, die een plekje op de bank heeft gevonden. Als ze tegenover hem wil plaatsnemen, zegt hij: 'Nee, kom hier. Ik heb het koud. We moeten elkaar warm houden.'

Dat escaleerde snel.

'Drink eerst wat,' probeert Feto hem te overtuigen, maar Laurens blijkt het toppunt van koppigheid te zijn en hij blijft haar strak aankijken totdat ze zucht en zich verplaatst. Nu hij zijn jas heeft uitgedaan, blijkt inderdaad dat zijn trui droog is. Hij straalt zelfs zo'n warmte uit dat Feto er eigen voordeel uit kan halen.

Laurens kijkt haar tevreden aan en vouwt dan zijn handen om de warme beker. Daarna brengt hij zijn mond naar de kop in plaats van andersom en slurpt voorzichtig. Dat weerhoudt hem er niet van om een beetje slagroom op zijn neus te krijgen en Feto weet niet wat ze schattiger vindt; dat witte toefje op zijn prominente neus, of zijn ogen die er scheel naar staren.

Wacht. Sinds wanneer ziet ze hem als een schattig persoon? Met een kuch kopieert ze zijn bewegingen en buigt zich naar voren voor een slok vloeibare chocola. Ook zij moet eerst door de slagroom ploegen en Laurens blijkt minder verlegen te zijn dan zij, zodra hij haar neus voorzichtig afveegt. Feto lacht schuw en ze voelt lichte kriebels in haar maag die er eerder niet waren.

Laurens niest opnieuw.

'Het spijt me.' Feto voelt zich berouwvol. 'We moeten de nacht hier doorbrengen, ik hoop dat je niet ziek wordt.'

Boys over flowers || fanfictie [onc2024]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu