Hoofdstuk 5

24 5 11
                                    

Feto heeft het weekend gehad om tot rust te komen, maar zoals elke week het geval is, is de maandag onherroepelijk aangebroken, wat de reden is van haar als lood aanvoelende tas. De eerste lessen zijn alweer voorbij, maar nu hebben ze de eerste pauze en tegenwoordig is ze helemaal niet blij met de vrije tijd die ze op school moet uitzitten.

Omdat Malas zich misschien op het dak bevindt, heeft ze een ander plekje nodig om zich te verschuilen tot de volgende les. Als ze iets goeds weet te vinden kan ze er zelfs wat eten. Ze is tegenwoordig extra blij met haar gewoonte om haar eigen broodtrommel mee te nemen, waardoor ze de kantine kan ontwijken. Wel moet ze ervoor zorgen dat ze haar lunch zo vroeg mogelijk op de dag al wegwerkt, want als klasgenoten er eerder bij zijn dan zijzelf, moet ze de rest van de dag hongerlijden.

Zoals het een eliteschool betaamd heeft de Passiebloem een eigen zwembad en daar beproeft ze deze keer haar geluk. Ze moet blijven bewegen om de rest voor te blijven en ze is er trots op dat ze daar steeds beter in wordt.

De zon schijnt wel, maar de dichte rolluiken zorgen ervoor dat er nauwelijks licht en natuurlijke warmte binnenkomt. De geur van chloor overspoelt haar zintuigen en het is er zo schemerig dat ze met haar ogen knijpt om een ondefinieerbare bult op een ligstoel beter te bekijken. Ze ontspant weer als ze merkt dat het om een achtergebleven tas gaat. Het water ligt volkomen stil en alleen de waterzuiveringsinstallatie zorgt voor een zacht, gelijkmatig geluid, waardoor ze zich veilig en alleen voelt. Ze zet haar voetstappen voorzichtig neer, ze wil niet uitglijden over de her en der liggende plassen.

Feto slaakt een zucht die door de hele ruimte klinkt en ze voelt hoe haar schouders omlaag zakken. Dan kiest ze een stoel dichtbij uit en ploft daarop neer. Het openen van haar broodtrommel voelt aan als een imperfectie, omdat het de rust met een scherp geluid doorbreekt. De echo ervan kaatst op een vreemde manier terug vanuit de plek waar de kleedkamers en kluisjes zijn, en Feto kijkt er met een frons naar.

Drie menshoge gedaantes breken zich los van de deur en verspreiden zich geruisloos. Feto merkt hoe haar hartslag zich onmiddellijk verhoogt. Ze legt haar broodtrommel naast zich neer en staat langzaam op.

'Wie is daar?' Haar stem klinkt ijl.

Ze houdt zich vast aan de gedachte dat het allemaal toeval is, maar diep vanbinnen weet ze al dat het niks goeds kan betekenen. De schaduwen antwoorden niet, maar hun stappen worden minder geruisloos en juist veel zekerder terwijl ze haar omringen. Feto is ingesloten.

Ze herkent de jongens vaag vanuit een eerder schooljaar, maar ze heeft nog nooit met hen gesproken of hen aanleiding gegeven enige interesse in haar te tonen. Dat is natuurlijk totdat de rode kaart in beeld kwam.

'Laat me gaan.' Het was de bedoeling dat de woorden er gebiedend uitkwamen, maar de trilling in haar stem verraadt haar.

Ze grinniken slechts, waarna ze elkaar aankijken alsof ze de anderen de vraag stellen hoe te beginnen. Feto wacht daar niet op: voordat ze haar kunnen aanraken, moet ze zorgen dat ze weg is. De enige mogelijkheid is achter zich en daarom draait ze zich om. Het lukt haar bijna om de stoel die daar staat te vermijden, maar haar enkel komt gevoelig in aanraking met een hoek en daardoor verliest ze snelheid. Ze struikelt en dan grijpt de eerste haar hardhandig beet, gevolgd door de andere twee. Feto begint wanhopig te worstelen en te schreeuwen. Dat laatste vinden ze zo te merken erger, want de grootste houdt zijn hand over haar mond. Ze probeert hem te bijten, maar daar is hij op bedacht. Zijn vlakke hand op haar wang zorgt voor een kletsend geluid door de hele ruimte. Het duurt een paar seconden voordat de pijn begint te zinderen.

Feto weet dat ze zich in een hopeloze situatie bevindt, maar ze blijft zich met alles wat in haar macht ligt verdedigen. Alleen ze wordt met de seconde vermoeider en haar adrenaline brandt zo fel dat die elk moment zal opraken. Eén van de drie begint aan haar rok te trekken en zegt: 'Ik ben benieuwd wat hier allemaal onder zit.' Hij klinkt opgewonden en de wanhoop neemt daardoor volledig bezit van haar. Ze kreunt van angst terwijl de jongens haar in een houdgreep hebben waar ze niet uit kan ontsnappen. Het zit niet in haar om lijdzaam haar lot tegemoet te zien, maar ze heeft geen keuze meer. Als ze probeert te gillen, komt er slechts een zacht piepje uit. Haar gespartel wordt steeds zwakker.

'Volgens mij zei ze dat jullie haar moesten laten gaan,' klinkt er plotseling een stem achter haar.

Zowel zij als de drie aanvallers draaien zich geschokt naar het geluid. Omdat er in die hoek geen in- of uitgang is, moest de eigenaar van de stem daar al zijn voordat Feto of de drie jongens arriveerden.

'Malas, wat doe jij hier?' De grootste jongen spuugt die woorden uit, maar voor Feto lijkt het alsof er een engelenkoor vanuit het niets begint te zingen. Ze staart in puur ongeloof naar Malas en het enige wat er zich in haar brein weet te nestelen is dat hij haar redder is. Een andere reden om zich met hen te bemoeien is er toch niet? Zijn woorden waren luid en duidelijk.

'Ik was gewoon wat aan het chillen,' antwoordt Malas. 'Normaal gesproken is het hier rustig.' Zijn volgende woorden komen er mompelend uit en Feto weet gewoon dat die voor haar bestemd zijn: 'Rustiger dan op het dak.'

Een halve minuut geleden had ze niet gedacht ooit nog te kunnen lachen, maar nu moet ze ineens moeite doen om haar gezicht in de plooi te houden en dat terwijl ze nog steeds wordt omringd door de drie klootzakken.

Ze doet een nieuwe poging om zich los te worstelen en deze keer laten ze haar gaan. In een paar stappen staat ze achter Malas en ze gluurt vanuit die veilige positie voorzichtig om hem heen.

De leider van het stel begint te protesteren: 'Hee, wacht eens even. Laurens zei...'

'Laurens? Zei Laurens dat je een meisje dat net volwassen is geworden moet opjagen en aanranden?' Malas' stem klinkt ongebruikelijk fel en daardoor deinzen de jongens automatisch achteruit.

'Niet precies in die woorden,' mompelt een andere jongen.

'We-'

'Ik wil het niet horen,' onderbreekt Malas zijn uitleg. 'Dit moet ophouden. Ik zal met Laurens praten en je kan op een slechte afloop voor jezelf rekenen als ik jullie ooit nog eens zoiets zie doen.'

Als een lid van de F4 zoiets zegt, is het menens en dat weet iedereen.

Ze mompelen nog wat, maar daarna kiezen ze eieren voor hun geld. Met een laatste vuile blik op Feto, maken ze rechtsomkeert en dan is Feto alleen met haar redder. Ze stapt voorzichtig achter hem vandaan, maar haar bewegingen zijn moeizaam en ze voelt zich zo uitgeput dat ze op haar benen wankelt. Malas heeft dat door en hij grijpt haar op het laatste moment bij haar bovenarmen beet. 'Gaat het?'

'Nu wel weer,' zegt ze. 'Dankzij jou. Dankjewel.'

Ze kan hem alleen met woorden bedanken, terwijl ze alles voor hem zou willen doen. Het voelt pijnlijk incompleet aan voor haar als ze hem slechts met grote, stralende ogen aanstaart.

Hij kijkt even terug en geeft haar dan een klein lachje. Kon ze dat maar in een blikje bewaren om er af en toe eens in te gluren, maar het moment is alweer voorbij.

'Geen probleem,' zegt hij. 'Jullie verstoorden mijn rust, dus ik moest wel ingrijpen.'

Feto begrijpt heel goed dat hij dat zegt om de nog steeds intense lucht te klaren en ze lacht stralend terug. Ze merkt een onbekend gevoel in haar maag op, alsof er tientallen vlinders in rondfladderen. Het is niet onprettig en het wordt heftiger als ze naar de lange jongen staart. Hij glimlacht opnieuw. Zijn ogen zijn halfdicht. Het lijkt erop dat hij terugverlangt naar de rust van eerder.

Feto wil wat zeggen om de stilte te doorbreken, maar ze weet niet wat. Op dat moment wil ze er alles aan doen om zijn aandacht iets langer vast te houden. Terwijl ze naar woorden zoekt, opent Malas zijn mond en zegt: 'Ik geef je mijn telefoonnummer. Je kan me altijd bellen als er wat is, oké?'

Die uitkomst is stukken beter dan waar ze ooit op dacht te hopen en daarom knikt ze enthousiast.

Het nare incident van net verdwijnt razendsnel naar de achtergrond van haar gedachten.

Boys over flowers || fanfictie [onc2024]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu