Angela
We lopen het bos in, en ik hoor al snel een rivier stromen. Raven loopt voor me, en zijn zwarte vleugels zijn zo dicht mogelijk tegen hem aangedrukt, zodat er geen takken tegenaan komen. Ik vraag aan de jongens: 'Volgens mij is er niet zo ver hiervandaan een rivier. Kunnen we daarheen gaan?' 'Ja hoor', is het antwoord van Atlas. 'Oke...' Raven klinkt een beetje alsof hij het eigenlijk niet wil. Toch loopt hij voorop richting het geluid.
Na een tijdje lopen zie ik tussen de bomen door water glinsteren. Ook al zitten we in een grot, er is gewoon licht, alsof we gewoon buiten in het zonlicht staan. Als ik naar de lichtbron zoek, kan ik die niet vinden. Raar. Atlas lijkt het ook al op te merken. 'Waar komt dat licht vandaan?' 'Weet ik niet. Ik was er ook al naar aan het kijken', is mijn reactie. Ik besluit er later maar over na te denken. Nu eerst wat water drinken. Ik ren snel naar de rivier, en drink wat van het heldere water. Het is verfrissend, en ik merk nu pas dat ik het heet had, doordat ik nu voel dat ik afkoel. Naast me zakt Atlas op zijn knieën neer, en ook hij drinkt wat van het water. Ook Raven komt naast me zitten, en hij drinkt een heel klein beetje van het water, waarna hij goedkeurend knikt en meer van het water drinkt in grotere slokken. Daarna staat hij op, en zet een paar stappen achteruit.
Er klinkt een luide krak, en als ik me omdraai is Raven weg, en is er een gat een paar stappen van de rivier vandaan. Ik loop er voorzichtig heen, en kijk uit dat ik niet in het gat val. Ik kijk naar beneden, en zie Raven daar liggen. 'Gaat het?', vraag ik aan hem. 'Half', kreunt hij. Hij staat moeizaam op, en kijkt omhoog. 'Hoe moet ik hier nou weer uit komen?', vraagt hij zich hardop af. 'Kan je naar boven vliegen?', vraagt Atlas, die ondertussen ook naast het gat staat. 'Nee. er is te weinig ruimte, en ik weet niet of ik wel kan vliegen na die val. Mijn vleugels doen flink pijn.' Ik denk even na voor ik vraag: 'Denk je dat het gaat lukken om te klimmen?' Hij probeert een punt te vinden waar hij zich vast kan houden, maar de wand is te glad. 'Nee', zegt hij. 'Wacht even', zegt Atlas. 'Laat me even iets proberen.'
Hij doet zijn ogen dicht en lijkt zich heel erg te concentreren. Na een paar minuten schiet er opeens een steen een stuk uit de aarde die een wand vormt voor Raven. Hij kan nog maar net wegduiken, want de steen kwam bijna in zijn gezicht terecht. Een stukje hoger schiet er nog een steen een stukje uit de wand, en na nog een minuut nog een stukje hoger weer een, en een stukje hoger nog een. Zo gaat dat een paar minuten door, tot er stenen uit de wand steken tot helemaal bovenaan het gat. Op dat moment doet Atlas zijn ogen weer open en zegt tegen Raven: 'Kom maar naar boven. Als het goed is kan je op die stenen staan en zo naar boven klimmen. Raven probeert het voorzichtig uit, en de stenen kunnen zijn gewicht gelukkig dragen. Hij stapt op de eerste steen, en pakt ook twee stenen vast. Zijn andere voet zet hij op een andere steen. Hij verplaatst steeds maar één hand of voet, zodat hij zo stevig mogelijk staat en minder kans heeft dat hij valt. Als hij bijna boven is, glijdt zijn rechterhand van de steen af die hij vasthoudt terwijl hij zijn linkerhand net naar een andere steen verplaatst. Hij valt bijna, maar ik leun nog net op tijd net ver genoeg over de rand heen om hem vast te pakken zodat hij niet valt. Bijna val ik ook, maar Atlas weet mij nog net vast te pakken, waarna hij me naar boven trekt, en ik trek Raven weer mee.
Raven gaat languit op de grond liggen, om even uit te rusten. Na een tijdje staat hij langzaam op en vraagt met een stem die verraadt dat hij duidelijk uitgeput is: 'Was jij dat, Atlas?' 'Jep', is het antwoord. Ook hij klinkt uitgeput. 'Gaat het wel, Atlas?' Vraag ik. Het heeft hem toch niet te veel kracht gekost om die stenen uit de wand te laten komen? 'Ja hoor', zegt hij. 'Moeten we hier anders nog even uitrusten?', vraag ik. 'Dat klinkt eigenlijk wel goed', zegt hij, en hij zakt op de grond in elkaar, doodop. Atlas gaat zitten, en leunt tegen een steen aan die er ligt. Ook ik ga zitten, tegen een boom aan. Als iedereen uitgerust is, zullen we wel weer verder gaan.
JE LEEST
De Training
FantasyLeaf, Juniper, Will, Phoenix, Atlas en Raven worden op een dag wakker in een grot, en weten niet waar ze zijn. Ze ontmoetten elkaar en werken samen om te ontsnappen. Ze verslaan monsters, leren hoe ze hun wapens moeten gebruiken en hun magische krac...