Hoofdstuk 8

1 0 0
                                    

Will

Zodra ik weer wat zie, lig ik op mijn buik op de grond van de grot, vlak naast het water. Ik ga zitten, ook al ben ik uitgeput, en zie een heleboel Aqui en vijf mensen voor me staan. Iedereen lijkt opgelucht dat ik wakker ben. De Aqui juichen, en ik zie dat de vijf mensen Juniper, Leaf, Phoenix, Raven en Atlas zijn. Ook zij staan te juichen. Ik ben doodop, en val in slaap, al na een paar seconden.

Zodra ik weer wakker word, lig ik in een bed. Ik ga zitten, en zie dat Juniper en Leaf aan het uiteinde van het bed zitten. Juniper is de eerste die opmerkt dat ik recht overeind zit, en ze lijkt nogal opgelucht te zijn. Je bent weer wakker!' roept ze. 'Hoe voel je je?', vraagt Leaf. 'Een beetje moe, en alsof ik een tijd lang heb geslapen.' 'Oke. Weet je waardoor dat komt?' 'Nee.' 'Wil je dat ik het uitleg?' 'Graag, als je het weet.' 'Oke. Het komt erop neer dat je te veel van je kracht hebt gebruikt net. Door al dat water weg te houden van die ene plek, gebruikte je veel van je kracht. Omdat je het niet gewend bent je kracht te gebruiken, volgens mij, ben je snel uitgeput als je het gebruikt.' 'Dat klopt, ik kwam er pas in die ene grot achter dat ik dingen met water kon doen. Bedankt voor de uitleg. Heb jij dat ook?' 'Nee, ik heb dat niet, omdat ik al wist dat ik dingen kon doen met de natuur sinds ik vijf jaar oud was. Toen ben ik gaan leren ermee om te gaan, en nu kan ik er redelijk veel mee. Juniper, hoeveel kan jij met jouw krachten?', vraagt Leaf. 'Geen idee, ik kwam er ook pas kort geleden achter', is het antwoord. Ondertussen ben ik opgestaan. Ik kijk de kamer rond. Er staat een simpel bed, en verder een paar stoelen. De muren, het plafond en de vloer zijn gemaakt van glas. Buiten de kamer is water, waarin vissen zwemmen. Aan de andere kant van de kamer is een glazen deur, die leidt naar een gangetje. 

Ik loop naar de deur toe, en open hem. Ook het gangetje is gemaakt van glas. Leaf en Juniper komen achter me aan. Het gangetje leidt naar nog een deur, gemaakt van hout. Ook die maak ik open, en ik kom uit in een van de gangen waar ik eerder doorheen heb gelopen, op weg naar de wapenruimte. Ik kijk weer naar de bollen van water met lichtgevende vissen erin. Rechts van me staat een Aqui, een vrouwelijke. 'Hoi', zegt ze. 'Hoe gaat het?' 'Prima', beantwoord ik de vraag. 'Volg mij', zegt ze. Ik knik, en ze loopt weg. Ik volg haar, en Juniper en Leaf volgen mij weer. Na een paar minuten lopen doet de Aqui een deur open. Juniper, Leaf en ik lopen naar binnen. 

De kamer is blauw, net als alle andere kamers waar ik tot nu toe geweest ben. In de kamer staat een boekenkast, gevuld met boeken. Ook staat er een eettafel en een lage tafel. Aan de eettafel staan 7 stoelen. Naast de lage tafel staan twee banken en vier comfortabel uitziende stoelen. Er hangt een klok aan de muur tegenover de deur, het is 7 uur 's avonds. Ik loop verder naar binnen, en ga zitten op een van de stoelen. Phoenix, Raven en Atlas zeggen niets. Na een paar minuten ben ik de stilte zat en vraag ik: 'Waarom zijn jullie zo stil?' 'Omdat we zometeen met ons allemaal en Tsunis erbij het erover gaan hebben', is het antwoord van Raven. Dus ik blijf weer stil. Na nog een paar minuten loop ik naar de boekenkast en pak een boek dat er interessant uit ziet. Ik ga weer op de bank zitten en begin te lezen. Na ongeveer een uur wordt de deur open gedaan en komt Tsunis binnen. Hij gaat op een van de andere stoelen zitten, en ik leg het boek dicht op de tafel neer. 'Hoe gaat het?', vraagt Tsunis, met een blik op mij. 'Prima, ik ben alleen een beetje moe.' 'Bedankt dat je het tegen het monster opnam.' 'Natuurlijk. Ik ben blij dat het is gelukt. Hoe komen jullie trouwens hier?' Die vraag stel ik aan Juniper, Leaf, Phoenix, Raven en Atlas. 

'We zijn achter je aan de rivier in gezwommen. We besloten dat we niet zomaar daar bij de rivier konden blijven staan, terwijl een wezen, dat we niet kenden, jou de rivier in trok en daarna meenam door een of andere spleet. Raven stelde voor om achter je aan te zwemmen', beantwoordt Phoenix mijn vraag. Ze kijkt Raven aan, met een iets aardigere blik dan normaal. 'Dat is aardig. Bedankt voor de hulp, trouwens. Hoe hebben jullie het nou precies gedaan?' 'Nou, ik pakte een pijl, en Phoenix zette hem in de fik. Toen schoot ik hem af, en toen de pijl in het water belandde, zorgde ik ervoor dat er een luchtbubbel om de punt heen kwam, waardoor het vuur bleef branden tot de pijl het monster raakte', zegt Juniper. 'Slim bedacht', vindt Leaf. Iedereen is weer een beetje stil, tot Tsunis vraagt: 'Heeft iemand hier zin in eten?' Meteen roept iedereen ongeveer tegelijk: 'Ja!' 'Ga dan maar aan de eettafel zitten. Ik vraag wel of er wat te eten gebracht kan worden.' 

De TrainingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu