shipwreck

dillema

Ik word wakker in een donkere kamer. Er gaat een licht aan. Ik zie twee mensen. Nou ja, ik denk dat ik twee mensen zie want die lamp schijnt recht in mijn gezicht. Ik hoor er een zeggen.' Eindelijk is ze weer wakker. Dat duurde zo lang.' Ze maken wat meer licht. Ik zie dat we in een schuur of zoiets zijn.' W-wie zijn jullie?' vraag ik. ' Wij zijn van het B.O.A.D. Dat staat voor het Bureau van Onderzoek naar Andere Dimensies. Wij willen alles weten over Jason. Hij komt, zoals jij natuurlijk al weet, niet uit deze wereld. We willen wat meer weten over Jason. Daar kan jij ons bij helpen. Jij weet veel over hem. Er valt veel over hem vertellen, dus begin maar alvast.' ' En wat als ik jullie het niet wil vertellen?' ' dan sluiten we je hier op en zit je hier voor de rest van je dagen. Je hebt een uur om er over na te denken.' Ze lopen weg en laten mij alleen achter. Ik wil Jason niet verraden, maar ik wil ook nog even blijven leven. Wat een dillema! Ik heb er in ieder geval een uur om over na te denken. Een uur later komen Pieter en Luuk binnen. Tom is nergens te bekennen.' Heb je erover nagedacht?' vraagt Luuk.' Ja, ik ga jullie lekker niets over Jason zeggen. Ze komen me wel redden. Ze merken echt wel dat ik weg ben. Maak je alvast maar gereed.' Zeg ik uitdagend. Pieter komt aan en slaat me in mijn gezicht. Daarna loopt hij weg met Luuk op zijn hielen. De lichten gaan uit. Ik zit weer in het donker.

Ik geen besef van tijd. Misschien is Jason al weer in de Witte wereld. Zonder mij. Als hij mij al mee wilde nemen. Dan gaat de deur open. Ik verwacht Luuk of Pieter te zien, maar het is Tom.'Wat moet je hier.' Snauw ik. Ik kan hem niet vertrouwen. Hij komt dichterbij en kust me. Ik wil het niet. Niet nu. Hij zegt:' ik heb je gemist.' Ik geloof niet dat hij het meent. ' Hoe kan ik je nu in godsnaam vertrouwen. Eerst ben je aardig, is er niets aan de hand. Dan negeer je me, vervolgens ontvoer je me en nu wil je weer vrienden worden? Ik snap jou echt niet meer Tom. We waren maatjes vroeger. Voordat ik Jason vond.' Hij kijkt me boos aan.' Ik wilde het net met je over hem hebben. Ik weet dat jullie verliefd zijn. Ik kan jou niet meer vertrouwen. Als je vrijheid  wil, moet je het zeggen.' ' natuurlijk wil ik vrijheid. Maak me los en ik vergeef het je.' Hij zucht, maar hij maakt me wel los.' Daarachter is een deur. Als je daardoor gaat,  kom je uit in het bos. ren rechtdoor zo snel als je kan. Dan zie je het hotel. Succes!' Roept hij. Ik ren door de deur. Als ik in het bos loop, zie ik Luuk staan. Hij ziet mij ook staan. Oh nee, wat nu?