terug?

23 6 0
                                    

Waarom volgt hij me toch altijd? Is hij mijn stalker of zo? ' Wat doe jij hier?  En waarom volg je mij de hele tijd? Heb je niet iets beters te doen dan mij de hele tijd te achtervolgen?' zeg ik. ' Ik doe dat omdat ik van je houd, Lilly.' Zegt hij. Het valt me nu pas op dat hij altijd een zonnebril draagt. En ja, waarschijnlijk is hij mijn stalker. Als hij zijn zonnebril af zou doen, zou ik kunnen zien wie het is. Nou ja, ik weet wel dat het Pieter is, maar oke. ' Doe je zonnebril af, dan kan ik je ogen zien. Dat praat wat fijner.' Daag ik hem uit. Hij zucht en zegt:' Dan zou je me voor altijd haten. Dat is nu net wat ik niet wil.' Ik snap er niets meer van. Hij loopt naar me toe en kust me. Maar een iemand kust me zo. Dat is Tom.

Maar dat kan niet want Tom is dood. het kan ook gewoon Pieter zijn. Ze zijn een tweeling, dus hun lippen zijn  hetzelfde. Nee, dit is echt Tom. Heeft hij zijn eigen dood in scène gezet en waarom? ' B-ben jij Tom? zo ja, waarom heb je je eigen dood in scène gezet?' Hij begint te lachen wanneer ik vraag of hij Tom is. ' Je bent nog dommer dan ik dacht, schat. Ik ben Pieter, zijn tweelingbroer. Hij heeft zijn dood niet in scène gezet. Ik heb hem vermoord vanwege jou. We vonden je allebei leuk. Ik wist dat hij voor je zou springen als ik een pistool op jou zou richten. Hij gaf gewoon te veel om jou. Vroeger, toen we klein waren, toen we je voor de eerste keer zagen, waren we meteen allebei verliefd op jou. We lijken op elkaar. Ik heb een jaar Tom gespeeld. Jij had niets door.' Hij komt steeds dichterbij. Ik voel me er ongemakkelijk door. ' We kunnen verdergaan. Alsof er niets gebeurd is. Alleen jij en ik.' ' Nee, ik laat me niet door jou meeslepen. Niet na wat je met mijn Tom hebt gedaan.' Hij begint weer te lachen. Nu is het een nerveuze lach. Ik word er gek van. ' Aaaah hou eens op met lachen. Het is heel irritant!' Roep ik. Nu wordt hij ineens boos. ' Ik was Tom. We kunnen  doen dat ik Tom ben en toch verdergaan.' ' Ik blijf bij het antwoord nee.' Ik loop stapje voor stapje achteruit, naar de deur toe. Hij lijkt niets door de hebben. Ik draai de sleutel om, gooi de deur open en ren naar buiten, recht Katies armen in. Ik zie dat de politie naar boven komt. Pieter hoort het ook en klimt snel het raam uit. Als ze boven zijn, is hij al weg. Ze vragen of ik mee wil gaan naar het bureau. Ik knik ja en loop met ze mee. 

shipwreckWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu