Eenmaal op het bureau ga ik op een stoel zitten. ' Hoe heet je?' ' Mijn naam is Lilly van Veen. Ik woon op het Coast college, hier 300 kilometer verderop.' ' Wat doe jij hier.' ' Ik kwam hier om een vriend op te zoeken. Ik ging met mijn vriendje, mijn neef en 3 vrienden hem dus opzoeken. We logeren in het Bossche hotel. Toen had iemand me gevangen genomen. Ik ben ontsnapt. mijn vriendje heeft me helpen ontsnappen. Toen ben ik naar mijn vrienden gegaan. Daarna wilde ik wat gaan eten, maar toen zag ik hem. Ik moest mee terug komen of hij zou me neerschieten. Ik koos voor neerschieten. Toen sprong mijn vriendje voor mij en toen en toen.' De tranen komen in me op en rollen over mijn wangen. De politie merkt het.' En toen schoot jouw ontvoerder jouw vriendje neer.' Ik knik. ' Ken je misschien de moordenaar van je vriendje?' Ik wil het wel vertellen, maar ik kan het niet. Ik kan tegenwoordig niets meer. Ik word er gewoon depressief van. Ik doe het gewoon.' Ja, het is de tweelingbroer van mijn vriendje, Pieter.' Ik wil hier weg.' Mag ik nu gaan?' vraag ik. Ze knikken en ik loop de kamer uit. De anderen staan op mij te wachten. Het enige wat ze doen is knikken. Ik knik terug. We stappen in de auto en rijden naar het ziekenhuis, naar Luuk. Als we daar aankomen, lopen we naar de receptie.' Luuk van Veen, in welke kamer ligt hij?' vraagt Jack. ' Ik zal eens kijken.' zegt de receptioniste. ' Er ligt hier helemaal geen Luuk van Veen. Wel een Luuk maar van hem weten we geen achternaam. Die ligt in kamer 12. Dat is naar rechts en dan de tweede kamer.' 'Dank u.' We lopen naar de toegewezen kamer. We gaan naar binnen en zien Luuk liggen. Hij probeert te gaan zitten, maar dat gaat moeilijk vanwege zijn arm. ' Hoe gaat het met je nu?' vraag ik. ' Gaat wel. De zuster zegt dat ik er wel overheen kom.' Hij geeft me een glimlach.' Ik zal er helaas niet bij zijn wanneer Jason vertrekt. ' Ik sla mijn ogen neer. Ik denk dat ik mijn keuze heb gemaakt. Die kan niemand meer veranderen.
JE LEEST
shipwreck
FantasyIedereen loopt wel eens over het strand. Maar niet iedereen vindt een schipbreukeling. Dit overkwam Lilly. Ze vond een jonge man op het strand. De man kwam alleen niet van die wereld. In een race tegen de klok probeert ze de man te helpen naar huis...