Schrijftips

Writersblock

Dit is waarschijnlijk het irritantste waar schrijvers tegenaan lopen: Je hebt je Word document open of je notitieblok klaarliggen en... Dan komt er niets. Geen woord op papier, alleen een wit vel. Dan kun je daar natuurlijk naar blijven staren, maar dat helpt niet. De volgende dingen helpen mij om van een writersblock af te komen:

Wisselen van schrijfgerei

Ik schrijf zelf altijd op mijn laptop in Word. Typen gaat nou eenmaal veel sneller dan met de hand schrijven en daarom vind ik dat fijner, maar als er niks in mij opkomt wissel ik mijn laptop nog weleens in voor een ouderwetse pen en papier. Gek genoeg helpt dat om toch weer ideeën te krijgen.

Naar buiten gaan

Fietsen, wandelen, shoppen, parachutespringen... Het maakt niet uit wat je buiten doet, maar zorg dat je een andere omgeving hebt en laat je verhaal even los. Wedden dat er opeens een idee in je hoofd op popt?

Luister goed in je omgeving

Op kantoor, op vakantie of op school. Soms hoor je hilarische dingen in je omgeving die je nog weleens inspiratie kunnen geven voor een verhaal. Bijvoorbeeld, in mijn boek Kinderen van Praesidium gaan de zes vrienden naar Marnix' oma die hun kersentaart aanbiedt. Uiteindelijk blijken er wormen in de kersen te zitten, maar als ze dit tegen zijn oma zeggen krijgen ze de meest nonchalante opmerking ooit: "Ach, daar ga je toch niet dood aan?"

Dit is echt gebeurd bij een klasgenoot en ik ben heel blij dat ik daar niet bij was XD

Verzin (korte) opdrachten en voer ze uit

Dit helpt om je creativiteit te stimuleren en voor degenen die echt even nul fantasie overhebben, heb ik hier een paar schrijfopdrachtjes neergezet die ik ooit nog ga gebruiken:

1. Pak een begin, einde of andere scène uit een boek / film / serie waarvan je wilde dat dit anders verliep en herschrijf dit.

2. Maak een verhaal door zinnen van verschillende liedjes aan elkaar te plakken. Bijvoorbeeld:

"Guess you didn't mean what you wrote in that song about me." (Drivers Licence – Olivia Rodrigo)

"And I sing you a song that would be just ours, but I sang them all to another heart." (Another love – Tom Odell)

3. Schrijf vanaf nu de rest van de dag om het half uur de zin op die je het laatst hebt gehoord / gezien / gedacht. (Dus wat iemand zei of wat jij zei / dacht / las). Kijk aan het einde van de dag wat voor raar verhaal eruit is gekomen.

4. Denk aan de droom die je vannacht had of een droom die je het meest is bijgebleven en schrijf daar een (kort) verhaal over.

5. Kijk rond in de kamer waar je nu zit en verwerk de eerste drie voorwerpen die je in het oog springen in een (kort) verhaal.

Voer een gesprek met één van je personages

Je wilt niet weten hoe vaak ik tegen lucht heb lopen praten in mijn kamer omdat ik me voorstelde dat Lendovicus, Floris of mevrouw Milligan er stond...

Word je personage

Ik deed het uren, dagen en zelfs weken: doen alsof ik het hoofdpersonage van mijn boek was. Het fijne van deze manier is dat je het altijd kunt toepassen, zelfs als je geen tijd hebt. Super handig voor iedereen hier die bedolven wordt onder huiswerk!

Natuurlijk hebben niet al je personages in je boek te maken met een schoolsetting, maar ook dan helpt het om je in te leven in de hoofdpersoon van je boek. Stel dat meneer of mevrouw Huppelepup weer eens aan je klas vraagt of iemand kan helpen om de luistertoets klaar te zetten omdat hij / zij zelf uit het tijdperk van de jagers en verzamelaars komt zonder technologie, wat zou jouw personage dan doen? Helpen? Hem / haar zeggen dat hij / zij toch echt eens een computercursus moet volgen? Aanbieden om te helpen om vervolgens stiekem in zijn / haar mail te kijken?

In het begin voelt het misschien een beetje raar en onwennig, maar deze manier helpt (voor mij) wel ontzettend goed.

Let op! Je hoeft je niet te gaan gedragen naar het personage. Het mag natuurlijk wel, maar als jouw hoofdpersoon een chagrijnige ranger is (ik kijk naar jou Lucas Cooper), zullen je vrienden het vast niet erg op prijs stellen als jij je gaat gedragen als die chagrijnige ranger.

Nog een waarschuwing: leef je niet té veel in. Toen ik deed alsof ik Auria was omdat ik me moest voorstellen hoe zij zich zou voelen als ze ineens iemand met pikzwarte ogen zag die naar haar zit te staren, kreeg ik diezelfde avond nog een niet zo fijne droom waarin iemand met lichtgevende rode ogen naar mij staarde.