1. We starten met de epiloog

101 13 58
                                    

Of ik deze hele tijd al wist dat ik in een verhaal zat?✨³ Natuurlijk. De chaos was daarvoor te gestroomlijnd. In een wereld als de mijne is het niet logisch dat iemand als ik het overleeft tot het einde. In plaats daarvan bleef ik als enige over, puur omdat ik weigerde dood te gaan.⁴ En natuurlijk omdat ik mijn verstand gebruikte: geluk is dus niet altijd met de dommen. Anders leefde Agmir nog.

De wetenschap heeft ervoor gezorgd dat ik beslissingen nam waar een normaal persoon twee keer over zou nadenken. Maar ik klaag niet, want het heeft me gebracht tot waar ik nu ben en dat is in de lucht. De wereld onder me wordt gereset en ik zal na mijn landing als enige levende ziel nog weten wat er precies gebeurde.

Met een pijnlijk gevoel in mijn immense borstkas zie ik hoe de appelboomgaarden✨⁴ van Galowus worden opgeslokt door Duyster. De poorten naar de andere werelden verdwijnen. Ik weet dat het niet echt is, maar mijn van nature traag kloppende hart versnelt door alle emoties. Alleen achterblijven in deze wereld stond nooit op mijn verlanglijstje en al helemaal niet in mijn huidige vorm. Een angstaanjagende gedachte bereikt mij en zorgt voor een misselijkmakende sensatie: wat als mijn krachten gestopt zijn met werken? Wat als ik voor altijd vast zit in deze laatste transformatie?¹⁵

Zowel Sgaaduw als Llicgt worden als het ware verslonden terwijl het bos oprukt en geen centimeter van Vayra onbedekt laat. De magie die al eeuwen broeide is uitgebarsten en het neemt alles en iedereen mee in zijn groei.

Hoe lang moet ik nog vliegen voordat ik weer kan landen? De stilte op deze hoogte wordt pijnlijk en ik mis de gesprekken die ik met Drac had. Nooit eerder maakte ik me druk om de gevoelens van het wezen dat ik overnam, maar met haar is dat anders. Zij raakte een gevoelige snaar bij mij door haar eerlijkheid. Door haar kreet om hulp en natuurlijk door de intense spanning die we samen meemaakten toen we ontsnapten.

Uiteindelijk raak ik in een soort trance, terwijl ik mijn vleugels rust geef door de juiste luchtlagen op te zoeken.

Ik word bijna geraakt door een lomp geval, maar mijn zesde zintuig zorgt ervoor dat ik net op tijd opkijk. Een massieve vogel richt zijn scherpe bek op mijn ogen in een poging zijn territorium te verdedigen tegen het enige monster dat groot genoeg is om een gevaar voor hem te zijn. De Wolkenstrijder vormt met zijn lichtblauwe kleur bijna een eenheid met de gelijkaardige tint van de lucht, maar het wit van mijn eigen schubben zorgde gelukkig voor de nodige aarzeling bij het beest, waardoor ik alleen maar het vuur in mijn binnenste hoef op te roepen en uit te ademen. De Wolkenstrijder dwarrelt crispy naar beneden. Er zijn momenten dat ik graag in deze gedaante vertoef en net was daar één van.

Ik volg de daling van mijn onfortuinlijke aanvaller met mijn blik tot hij wordt opgeslokt door het bos, waarbij het mij opvalt dat de bomenrijen van Duyster niet meer uitdijen. Hoe dichterbij ik vlieg, hoe groter het kleurpalet is dat ik ontwaar. Een vlucht Winderlingen ontsnapt op dat moment tussen de bebladerde kruinen en ze veroorzaken een zachte bries. Hun vleugels zijn zo groot dat hun lange, reigerachtige nek daardoor nauwelijks meer opvalt. Kleinere gevleugelde dieren – ik herken wat vlinderachtige Zephygrafen – omzwermen verderop een Luchtmanatee, wiens vinnen op wolken lijken. Het zachte paars van zijn vel geeft een rustgevende gloed af en zijn woordeloze gezang klinkt prettig.

De schaar Zonrazors die voorbij scheert, laten hun door merg en been klinkende gepiep aan mij horen, waaruit ik ontwaar hoeveel honger ze hebben.

Vertel mij wat nieuws.

Hoewel ik de laatste soort ontwijk, zelfs mijn huidige machtige gestalte is niet bestand tegen de reflecterende en messcherpe gouden veren van de majestueuze vogels, laat het zien van deze bekende diersoorten mijn hoop opbloeien. Wat als de mensen, de monsters en de andere wezens de buitengewone groei van Duyster overleefden? Het bos laat de tijd vreemd verlopen en dat weet ik omdat ik er eens in verdwaalde. Dat was natuurlijk ruim voor mijn avontuur met Drac. Na wat als een paar uur voelde, wist ik het pad weer terug te vinden en ontsnapte ik Duyster. Echter het hield mij achteraf gezien tien jaar vast²³, wat mij een behoorlijke achterstand gaf op mijn leeftijdsgenoten. Zelf was ik namelijk niet verouderd. Ik ben benieuwd hoe het bos met zijn geheimen omgaat nu het ons allemaal verplicht om erin te wonen.

Mij heeft niemand ooit beschuldigd van terughoudendheid en daarom zoek ik tussen de zee bomen een open plek waar ik mijn enorme gestalte kan laten landen. Mocht ik niks vinden, plet ik gewoon een stuk bos: daar hebben we zo te zien voldoende voorraad van.

Alsof Duyster mijn gedachten raadde, zie ik opeens zoveel ruimte dat er zelfs een Tarrasque kan zonnebaden – al is dat gelukkig niet het geval. Volgens de verhalen bestaat er maar een enkel exemplaar van in heel Vayra en die hoop ik niet tegen te komen. Zijn aanvalstechniek is zo vals dat ik mijn magie niet op tijd kan inzetten en ik ga liever niet dood.

Ik duik ernaartoe en land sierlijk, waarna ik met mijn kop schud om alle indrukken rondom mij een plekje te geven. Mijn natuurlijke habitat zijn de bergen en het is hier te levend voor mijn smaak. Het liefst verberg ik mij in een diepe grot, waar ik al mijn kostbaarheden om mij heen verzamel. Bij de laatste gedachte schrik ik opeens op: dat zijn niet mijn eigen dromen, maar die van het monster wiens lichaam ik momenteel gebruik. Ik wist dat Drac een sterke persoonlijkheid heeft, maar om dat zo subtiel in mijn brein door te voeren is een extra talent waar ik voor moet oppassen. Het is tijd voor een nieuw omhulsel.

Behendig zigzaggend tussen de bomen, dwaal ik door Duyster. Het bos laat mijn grote lijf recalcitrant toe door met zijn bomen uit te wijken, maar ook door zijn slanke takken "per ongeluk" op mij te laten afketsen. Zodra ik mijn buik met vuur vul en rook dreigend door mijn neusgaten laat kringelen, is dat laatste gelukkig snel genoeg afgelopen.

Op het moment dat ik een stroompje gewaarword hoor ik ook een meisjesstem die: 'Dat beloof ik,' naar een punt achter haar roept. Ze klinkt vrolijk en onbezorgd, en een moment later zie ik hoe het kind met een kruik naar het water toeloopt, neerknielt en hem vult. Ik sta zo doodstil dat ze me niet opmerkt.

Ze gedraagt zich primitief en zo zien haar kapsel en kleding er ook uit. Maar dat kan me allemaal niet schelen. Door haar aanwezigheid weet ik dat het menselijk ras het heeft overleefd en in dat geval moet mijn eigen lichaam zich ook ergens bevinden. Hoe ik mijn volgende queeste ga inkleden is kristalhelder.

De kans om mijn kern en mijn lijf weer met elkaar te laten verenigen, zal ik niet laten schieten.✨¹¹ 

***

✨¹Chaosprompt 1: Het eerste hoofdstuk van je verhaal is de epiloog.

✨³Chaosprompt 3: Jouw hoofdpersoon weet heel goed dat hij in het boek zit.

⁴Prompt 4: Iedereen had dood moeten gaan, maar jij weigerde.

✨⁴Chaosprompt 4: Appels hebben een prominente rol in jouw verhaal en zijn in elk hoofdstuk aanwezig.

¹⁵Prompt 15: Je bent een gedaanteverwisselaar, maar op een dag stoppen je krachten met werken. Je zit vast in het lichaam van je laatste transformatie.

²³Prompt 23: Je raakt verdwaald in het bos. Na wat als een paar uur voelt, weet je het pad terug te vinden. Maar als je het bos uitstapt, zijn er tien jaar verstreken.

✨¹¹Chaosprompt 11: Geef je verhaal een open einde. 

GeoWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu