Hoofdstuk 1

73 5 2
                                    

Vijf jaar geleden kwam ik op deze plek; een oude loods in een arme wijk van New York. Er zijn veel misdaden hier in de buurt en er hangt een nare sfeer, maar dat maakt ons niet uit. Vroeger waren wij, Yentl, Meri, Alexis en ik, de onschuldige, hulpeloze meisjes die amper in leven konden blijven. Maar langzaam werd onze groep groter en de leden van de groep ouder. Nu zijn wij de bazen van dit gebied, de leiders. Sommige mensen zouden ons beschrijven als een gang die deze wijk terroriseert, maar zo is het niet. We doen dit enkel om in leven te blijven en als wij er niet zouden zijn, zouden andere deze plek allang onveilig gemaakt hebben.

Vroeger had onze groep geen leiders nodig, maar toen het eerste meisje zich bij ons aansloot kwamen er ruzies en besloten we dat we leiders moesten komen. Yentl en ik zijn toen verkozen en dat is, ondanks het groeiende aantal meiden, alle jaren zo gebleven. Deze groep heeft leiders nodig, al zie ik het zelf liever anders. Het geeft orde en dat is nodig als we willen overleven. Misschien zouden we een paar jaar geleden nog wel kunnen rondkomen zonder leiders, maar sinds de crisis in New York is alles moeilijker geworden. Het gaat slecht, niet alleen met ons, maar met heel Amerika. Onze groep werkt hard, maar iedereen voelt de nare, bedrukkende angst. Er moet iets gebeuren voor we uit elkaar vallen en niets meer zijn. Deze groep is mijn familie geworden, zonder dit ben ìk niets meer.

Elke dag denk ik nog aan de vreselijke dingen die gebeurde toen ik jonger was. Mijn ouders die vermoord werden en de mishandelingen van mijn broer. Ik en Alexis hadden altijd honger, voelde altijd angst en vertrouwde niemand behalve elkaar. Ons leven is verbetert, maar we moeten nog steeds vechten om ons hoofd boven water te houden. Alexis heeft altijd gezegd dat ik ben voorbestemd om deze groep te leiden en te vechten voor haar en de mensen van wie ik houd. Ze gelooft er ook heilig in dat onze moeder dat wist toen ze mij baarde en dat ze mij daarom de naam Junaid heeft gegeven; jonge vechter. Alexis vind het ook enorm bij me passen, het is dan wel een jongensnaam, maar dat past juist bij me als de onverschrokken leider die ik ben, zegt ze altijd.

Alexis is de enige die altijd in me geloofd heeft. Ze weet dat ze altijd op me kan rekenen en daarom denkt ze dat ik een of andere heldin ben. In werkelijkheid ben ik niet anders dan alle meiden die hier lopen, iemand met een moeilijk verleden en de wil om dat te veranderen. Misschien ben ik één van de enige die dapper genoeg is om daadwerkelijk plannen te maken en verder te kijken, maar dat is gewoon een kwaliteit die ik heb. Iedereen zou dat kunnen, al kost het mij wat minder moeite. Desondanks krijg ik altijd moed en kracht van de hoop die Alexis heeft. Ze is zo onschuldig en lief, ik wil haar niet in gevaar brengen en ik wil een heldin zijn voor haar. De echte heldin is Alexis zelf, alleen ze zal dat nooit zien.

Als ik naar mezelf kijk in de spiegel zie ik geen heldin. Ik zie een meisje dat verwaarloost is, geen huis heeft en wanhopig is, maar dat probeert te verbergen. De pijn van het verleden is weggestopt onder een andere, nieuwe huid. Ik ben iemand die zich groter voordoet dan ze werkelijk is. Iedere keer als ik in de spiegel kijk en in mijn bruine ogen kijk, zie ik angst. Nu weer.
Mijn paarse haar omringt mijn gezicht en geeft me een ruige uitstraling, net zoals mijn neuspiercings, zwarte make-up en donkere kleding, maar in mijn ogen zie ik angst.

Ik zucht en keer me van de spiegel af. Iedere ochtend hoop ik dat mijn blik verandert is, maar de leider zijn van de groep geeft verantwoordelijkheden, zorgen en angst. Angst om fouten te maken waarmee ik andere in gevaar breng. Vandaag is mijn blik alleen maar ernstiger dan normaal. Ja, Yentl en ik hebben een plan bedacht om van onze problemen af te komen, maar dat plan zal iedereen eerst in groot gevaar brengen. Vandaag gaan we de meiden naar hun mening vragen en, als ze akkoord zijn, het plan uitzetten. Als we besluiten dit te doen moet er nog veel gebeuren in korte tijd, maar de weinige tijd is niet onze grootste vijand.

Als ik niet de verantwoordelijkheid had van zo'n grote groep en als de kans dat we opgepakt worden niet zo groot was, had ik het plan allang uitgevoerd. Maar de kans dat iemand opgepakt wordt en dat ik haar niet in veiligheid kan brengen is groot en ik wil niet beslissen over iemands lot. Ik wil niet de reden zijn dat iemand anders zijn vrijheid kwijt raakt. De vrijheid die we nu hebben is het belangrijkst in ons leven. Die vrijheid die we hebben geeft ons de mogelijkheid te doen wat we willen en te zijn wie we willen zijn. We hoeven ons niet aan stomme regeltjes te houden en we zijn geen slachtoffer van de plannen van de regering. Natuurlijk hebben we onze eigen regels en zouden we ons aan de wet moeten houden, maar simpel gezegd: We just don't give a fuck.

Dangerous (5 seconds of summer fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu