Hoofdstuk 2

57 5 1
                                    

Tien dagen geleden stond ik voor mijn vrienden en stelde ik het plan voor, dit plan. Tien dagen geleden begon het. Maar tien dagen, maar 240 uur, 14.400 minuten, 864.000 seconden.

Het voelt langer, misschien korter, ik weet het niet goed. De tijd voelt zo onwerkelijk en in ieder geval niet als tien dagen. Waarschijnlijk is de reden van die onwerkelijkheid dat ik niet wil dat het tien dagen is. Dat ik niet wil dat ik op dit moment in een gestolen, wit busje zit op weg naar het concert van 5 Seconds of Summer. Ja, ik zie er tegen op. Ik zie er tegen op om 4 onschuldige jongens hun leven af te nemen, maar ik zie er nog meer tegen op om mezelf in deze gestoorde situatie te werpen en om alles wat ik heb op het spel te zetten. Mijn vrienden en zusje. Ik voel me misselijk worden bij het idee aan een leven zonder hen. Mijn vrienden zijn als mijn familie. Zij hebben me altijd gesteund en kracht gegeven om door te gaan met vechten. Zij zijn mijn kracht en hoop.

De zachte stem van mijn zusje haalt me uit mijn gedachten. "Juna," fluistert ze terwijl ze me voorzichtig tegen mijn schouder stompt "gaat het wel goed met je? Je ziet nogal bleek."

Ik staar naar Alexis en glimlach geruststellend. "Yup, I'm fine. Maak je maar geen zorgen om mij."

Alexis knikt langzaam en wendt zich weer tot Meri, die naast haar zit. Mijn ogen blijven nog even op de twee hanger voordat ik weer vooruit kijk. Tegenover me zit Vera, een zeventien jarig meisje met donkerbruin, bijna zwart, haar en bruine ogen. Ze lijkt op het eerste gezicht wat afstandelijk, maar als je haar eenmaal kent blijkt ze vreselijk aardig. Naast Vera zit Evelyn, of zoals iedereen haar altijd noemt, Eve. Ze is 18 jaar, al ziet ze er meer uit als 14. Haar bruine haar krult en valt om haar bleke, sproeterige gezicht, maar het meest opvallende zijn haar blauwe ogen. Groot en onschuldig. Het is zo'n meisje dat je nooit verwacht op straat te zien, in tegenstelling tot Vera, die er onverschrokken en sterk uit ziet. We zitten achterin met z'n vijven en voorin zit Yentl nog. Zij is de enige die een auto kan besturen zonder de auto gelijk te molesteren en ze heeft zelfs een nep rijbewijs, al gebruiken we die amper. We rijden dan ook bijna nooit met de auto, simpelweg omdat we het niet nodig hebben, maar ook omdat we auto's moeten stelen, wat best riskant is. De enige keren dat we een auto gebruiken is om ergens in te breken, maar dan gebruiken we niet eens ons 'eigen' busje. Vaak stelen we een auto die we dan één nacht gebruiken en vervolgens weer ergens achteraf dumpen.

Het duurt nog minstens een half uur voor ik eindelijk voel hoe het busje vaart mindert. De spanning is het afgelopen halfuur behoorlijk toegenomen. De laatste tien minuten zwegen we alle vijf en staarden we voor ons uit. Onze gedachten bij de gevolgen die het plan zou kunnen hebben. Toen ik naar de andere meiden keek zag ik de bezorgde uitdrukkingen, maar ook hun hoop. De hoop op een beter leven, waarin ze niet elke dag hun eten hoeven te stelen. Iedere keer als ik naar mijn zusje kijk zie ik diezelfde hoop in haar ogen. Een hoop die zij altijd al heeft gehad en een hoop die mij ervan overtuigd dat dit het juiste is om te doen. Ik kan de andere niet behoeden voor wat er komen gaat en ik kan niet de verantwoordelijkheid van hun toekomst op mijn schouders nemen. Ik blijf in mijn hoofd herhalen dat ik niet alleen verantwoordelijk ben voor dit plan en dat ze er zelf voor hebben gekozen, dus dat het niet mijn schuld is als het mis gaat. Al weet ik diep vanbinnen dat ik de persoon ben die dit plan heeft bedacht en dat ik nooit met het schuldgevoel zou kunnen leven als we gepakt worden.

Veel tijd om er over na te denken heb ik niet, want Yentl opent de deuren van het busje en het licht schijnt naar binnen. Haar lippen vormen een grijns als ze ons ziet. Haar ogen hebben een ondeugende twinkel en ze kijkt of ze nog nooit zo veel plezier heeft gehad. Het zou me niets verbazen als ze zo meteen hard op gaat roepen wat we van plan zijn.

Ik frons mijn wenkbrauwen bij het zien van mijn beste vriendin die alleen maar heel veel zin lijkt te hebben in dit absoluut gestoorde plan. "Je weet dat we gaan doen heel illegaal is en dat we alles kwijt kunnen raken?" Vraag ik.

Dangerous (5 seconds of summer fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu