Hoofdstuk 4

41 5 1
                                    

Het laatste stuk naar het busje ren ik. De angst en adrenaline zorgt ervoor dat ik niet wil stoppen. Mijn ademhaling gaat onregelmatig en er lopen tranen van mijn ogen. Ondanks dat tot dusver alles is gelukt ben ik bang dat er toch iets fout gaat. 

Zodra ik bij het witte busje ben aangekomen trek ik de deur van de bijrijders kant open en spring naar binnen. Yentl zit al achter het stuur, klaar om op te trekken en weg te scheuren en nog voordat ik zit voel ik het busje al bewegen. Ik hoor hoe de losse steentjes tegen de kant van de auto omhoog vliegen en een hard tikkend geluid veroorzaken. 

'Rustig,' sis ik naar Yentl 'zo worden we alleen maar verdacht.'

Yentl staart me verveelt aan, maar vermindert toch snelheid. Ik laat een diepe zucht ontsnappen en zit voorzichtig achterover. Mijn ademhaling gaat weer regelmatig en het voelt alsof de ketens die me de hele dag al in hun greep houden eindelijk losser gaan zitten. 

We verlaten het concert terrein zonder problemen en weten ook het centrum van de stad te ontvluchten zonder het geluid van sirenes achter ons aan te horen. De vraag of het ons dan echt daadwerkelijk is gelukt gaat wel duizenden keren door mijn hoofd, maar niemand kan daar nu nog antwoord op geven. Pas na nog een paar dagen in angst te leven zal daar een bevredigend antwoord op mogelijk zijn. 

Mijn hoofd leunt tegen het koude raam aan en terwijl ik naar buiten staar denk ik aan het leven dat ik Alexis kan geven zodra we het geld binnen hebben. Vanaf het moment dat ik me kan herinneren heb ik een goede band gehad met mijn zusje. Ze was, vanaf haar geboorte al, één van de belangrijkste dingen in mijn leven. Natuurlijk hebben we ook vaak ruzie en is Alexis het bijna nooit met me eens, maar de band die we hebben is speciaal en belangrijker voor me dan wat dan ook. Alexis doet me denken aan mijn moeder, haar glimlach en de twinkeling in haar ogen.

'Yentl?' Vraag ik zachtjes.

Yentl kijkt mijn kant op en trekt haar wenkbrauwen op.

'Mis je je ouders nog? Gewoon het gevoel van veiligheid dat ze je zouden moeten geven, hun knuffels, de liefde?'

'Jij weet misschien hoe het voelt hoe liefhebbende ouders te hebben, maar ik heb nooit gehad. Kan ik het dan missen? Nee, ik denk het niet. Verlang ik ernaar? Ja.'

Ik kijk naar Yentl en glimlach, ze antwoord precies zoals ik haar verwachte te antwoorden. 'Ik weet niet of het helpt, maar ik ben trots op je en zou je best willen knuffelen,' zeg ik met een lach.

Yentl steekt haar rechter arm uit en trekt me in een onhandige omhelzing. 'Hé, ik wil nog niet dood. Ga normaal rijden idioot!' Roep ik. Yentl kijkt naar me vanuit haar ooghoeken en barst in lachen uit.

Yentl stopt de auto en zodra we stil staan draait ze zich naar me om en geeft ze me een stootje op mijn schouder. 'Ik ben anders nog steeds minder gevaarlijk achter het stuur dan jij.'

Ik lach en schudt mijn hoofd. Yentl heeft me weer een stuk beter later voelen.

Zodra ik uitstap verwelkomt de koude buitenlucht me. De wind speelt met mijn haar en zorgt ervoor dat de frisse herfsttemperatuur kouder aanvoelt dan dat hij werkelijk is. Ik sla mijn armen om mezelf heen om te zorgen dat ik warm blijf en gooi met mijn heupen de autodeur dicht. Ik loop naar de deur van de loods en trek de twee houten deuren, die het busje verhinderen om naar binnen te gaan, open.

Het busje rijdt langs me en terwijl ik de houten deuren weer sluit en op slot doe groeit het zenuwachtige gevoel in mijn buik. Nu we aangekomen zijn betekend het dat de ontvoering is gelukt, maar ook dat ik zometeen Luke weer onder ogen moet komen. Ik had Luke Hemmings nooit moeten zien op het concert terrein. Het maakt het alleen maar moeilijker om hem nu te behandelen als een gevangenen, de gevangenen die hij is. 

Dangerous (5 seconds of summer fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu