Mijn hoofd bonkt. Moeizaam open ik mijn ogen. Ik bevind me in een kar. Niet zomaar een kar - een kooi met wielen, met een tralies en een zware ijzeren deur. Verder dan dat kan ik niet kijken, omdat er een groot zwart doek over gespannen ligt. Er komen komt nauwelijks daglicht in, dus ik vermoed dat het al nacht moet zijn. Hoelang ben ik buiten bewustzijn geweest?
De kar schokt en hobbelt en ik realiseer me al snel door dat hij wordt voortgetrokken. Door paarden, vermoed ik. Neen, het zijn er meer dan één. Daarnaast hoor ik ook zachte stemmen. Ik kan ze niet verstaan, maar de mannenstem herken ik meteen. Johannes. Hij en de vrouw hebben me meegenomen. Ze hebben me iets gegeven waardoor ik buiten westen geraakte. Ik bal mijn vuisten. Mijn hoofd bonkt nog steeds pijnlijk hard en ik heb intense dorst.
Ik kijk om me heen in de kar op zoek naar voedsel of drinken, maar verder dan een paar lakens en een hoofdkussen vind ik niks. Niet te geloven dat het zover is kunnen komen. Ik trek mijn knieën naar me toe en leun tegen de wand van mijn kooi. Van alle mensen, had ik niet verwacht dat Dora me zou verraden. Waarom had ze het gedaan? Ze heeft er waarschijnlijk een flink bedrag voor gekregen. Dat moet wel.
Een pijnlijke schok gaat door mijn lichaam wanneer we een hobbeltje overrijden en een kreun ontsnapt me. De conversatie valt stil en ik weet dat ze me hebben gehoord. Niet veel later houdt het hoefgetrappel op en komt de kar tot stilstand. Ik verzet me in een betere houding wanneer ik voetstappen mijn kant hoor opkomen.
Het doek wordt verschoven en Johannes staat voor de kar met in een hand een olielamp. Zijn witte kleding lijkt bijna te gloeien tegen de duistere achtergrond achter hem. Ik probeer een glimp op te vangen van waar we zijn, maar hij versperd mijn uitzicht. 'Ah, je bent wakker', zegt hij kil. 'Denk je dat je kalm kunt blijven, dan mag je bij ons zitten. 'Jullie hebben me gedrogeerd', zeg ik beschuldigend. Hij lacht schamper. 'Je verdiende het.' Ik spuug naar hem.
Met een afkeurende blik kijkt hij me aan. 'We zullen nog veel werk aan jou hebben.' Hij laat het doek weer zakken en loopt weg. Uitgeput zak ik ineen. Mijn keel staat in brand. Zo'n dorst had ik nog nooit gehad, maar ik had nog wel genoeg waardigheid om meneer de priester om geen gunst te vragen.
Ik moet weer ingedommeld zijn, want ik schrik met een schok wakker. In de kar is het nog steeds donker, dus zoveel tijd moet er niet tussen gezeten hebben. Beduusd probeer ik enig geluid op te vangen waar ik van wakker geworden ben. Ik realiseer me nu pas dat hij niet meer rijdt en het ijzig stil is. Ik spits mijn oren en mijn zintuigen staan op scherp.
Dan hoor ik het. Er zit iets in het bos. 'Wat is dat?' hoor ik de vrouwenstem zeggen, die ik inmiddels herken als een van de zusters van de Gezegende Gelovigen. 'Stil, vrouw', sist Johannes naar haar. Het blijft een paar tellen stil en dan zegt Johannes weer iets: 'De paarden weigeren verder te gaan. Ze voelen iets.' Er kruipt een rilling over mijn rug.
Ook ik voel iets loeren vanuit het bos. Ik ben te bang om me te verroeren om het doek wat opzij te kunnen schuiven.
'Wat doe jij hier?' hoor ik Johannes opeens zeggen en alle haartjes op mijn rug schieten overeind. Zijn stem sloeg een slag over en ik hoorde een mengeling van paniek en angst. Instinctief druk ik mezelf iets dichter tegen de wand aan.
Er klinkt een zacht lachje, amper hoorbaar vanuit mijn positie in de kooi. 'Ik heb geen enkele reden om mijn aanwezigheid aan jou te verantwoorden.' Die stem. Een diepe mannelijke stem, die dominantie en gezag oproept. Hij zorgt voor een zware spanning in de lucht. Johannes snauwt: 'Dat heb je wel. Je bevindt je aan de verkeerde kant van de muur. Dit is mensenland!'
Mijn gezicht moet wel wit wegtrekken wanneer ik doorkrijg wat Johannes daarmee bedoelt. Het is iemand van de fae. Alleen zij kunnen zich hier aan de verkeerde kant van de muur bevinden. Ik moet toegeven dat Johannes de ballen heeft om zo'n opmerking te maken. Ik kan de man tegen wie hij het heeft niet zien, maar als alleen zijn stem me al zoveel angst aanjaagt...
YOU ARE READING
De laatste dochter
FantasyIn een wereld waar mensen en fae sinds de oorlog in een ongemakkelijke vrede leven, groeit Rosalie op in een streng meisjesweeshuis. Net wanneer de vrijheid binnen handbereik lijkt, neemt haar leven op haar achttiende verjaardag een onverwachte wend...