Hoofdstuk 1

105 24 14
                                    

Het was net begonnen met licht worden in Tarkan, alle dorpelingen ontwaakten langzaam. Een voor een druppelde de straat vol met mensen. Vanaf een afstandje was goed te zien hoe alle blonde koppies elkaar begroetten, om vervolgens aan het werk te gaan. Want zo zag een dag eruit in Tarkan. Wanneer de zon op kwam ontwaakte het dorp. Zonder enig gejammer maakten ze zich klaar en vertrokken naar hun werk. Als de schemer begint haasten ze zich weer naar hun huis, om daar meteen hun bed in te duiken. Er was geen klok die de mensen gebruikten, nee de stand van de zon vertelde genoeg. Vandaag was het een normale dag, zoals alle anderen. De zon brak om een normale tijd door de wolken heen en wekte de inwoners. Binnen een tijdje zou de hele bevolking aan het werk zijn.

Zo ook mijn vader. Hij kwam op de vroege morgen naar beneden gelopen in zijn nachthemd. Hij leek zich niet te haasten en zette rustig een kopje thee. Eventjes zuchtte hij en begon met het scannen van de voorste pagina van de krant. "Goedemorgen vader." Ik zat al een tijdje vanaf de hoek van de kamer toe te kijken. Ik viel niet op in het donker. "Goedemorgen dochter." murmelde hij terug. Hij schonk me geen vriendelijke blik - om eerlijk te zijn keek hij niet eens mijn kant op- en sloeg de krant open. Ik stond op en liep naar haar vader toe. Natuurlijk kende ik hem al wel langer dan vandaag en wist dat hij last had van ochtendhumeur. Even sloeg ik kort mijn armen om zijn nek en gaf hem een knuffel. Het leek alsof er eventjes een kleine glimlach op zijn gezicht verscheen. Het was voor mij inmiddels een ochtendritueel geworden. Wanneer vader de laatste slok van zijn thee zou nemen, zou moeder binnen komen lopen. Nog eventjes en de dag zou ook in Huize ... begonnen zijn. Ik bereidde mezelf al voor op de drukte die mijn zusje en broertje samen zouden veroorzaken. Gelukkig lukte het Sophia, mijn oudere zus, meestal wel goed om ze in bedwang te houden. Alleen had zij het ochtendhumeur van mijn vader geërfd en had ik in de ochtend dus helemaal niks aan haar. Mijn vader pakte zijn kopje nog een keer op en hield het schuin, een teken dat er nog maar weinig in zat. Hij zette het kopje aan zijn lippen en goot het laatste restje thee naar binnen. Als directe reactie hierop - tenminste zo leek het - zwaaide de deur open. Fiëro wurmde zich tussen de benen van zijn moeder door, om als eerste te kunnen plaatsnemen aan de grote eettafel. Moeder keek hem semi-boos aan en liep achter hem aan naar de tafel. Op haar rug droeg ze Nora, die woest begon te bewegen toen ze zag waar moeder haar naartoe bracht. In de deuropening was enkel de altijd verlegen Amelia achter gebleven. Zoals iedere dag wachtte ze tot iedereen zat voordat ze de kamer betrad. Moeder zette Nora in haar stoel en liep vervolgens naar haar man. Die had inmiddels zijn krant weggelegd en keek tevreden naar Fiëro en Nora. Moeder gaf vader voorzichtig een kus op zijn mond en liep daarna door naar mij. Ik had al die tijd bij het aanrecht staan wachten. Nadat mijn moeder een kus op mijn voorhoofd had gedrukt, kon ik beginnen met het klaarzetten van het ontbijt. Ik gooide de spullen op tafel en nam daarna zelf ook plaats aan de eettafel. Bijna iedereen zat nu op zijn plek, dus we konden bijna beginnen met eten.

"Sorry dat ik laat ben!" Sophia kwam de trap af gedonderd en liep in snelle pas richting de eetkamer. Hierbij keek ze niet goed uit en struikelde haast over Amelia, die nog steeds in de deuropening stond. "Waarom sta je hier nog steeds, ik heb honger, ga aan tafel zitten." Sophia schreeuwde het zowat en ik had de neiging om mijn handen tegen mijn oren te drukken. Amelia haalde haar schouders op en liep zwijgend naar haar plek aan de tafel. Ze schoof de stoel naast me naar achter en klom er voorzichtig op. Ook Sophia nam plaats op een stoel naast mij. Iedereen had een vaste plek tijdens het eten. Aan het hoofd van de tafel zat vader, omdat hij natuurlijk het belangrijkste van het gezin is. Aan zijn linkerzijde zat Sophia en aan zijn rechterzijde moeder. Vanaf Sophia zat iedereen op chronologische volgorde. Zo kwam het dat ik tussen Sophia en Amelia in zat. Stiekem was Amelia mijn lievelingszusje. Ze was de enige die net zoals ik rustig was en geen last had van ochtendhumeur. Zij maakte dat ik me niet compleet misplaatst voelde in dit huis. Ik schonk haar een glimlach en aaide met mijn hand over haar glanzende haren. "Oke, zit iedereen klaar? Dan beginnen we nu met het ochtendgebed." Mijn moeders stem verstoorde de prettige stilte. Samen met mijn familie noemden we het gebed op:
"Wij danken de Zon voor ons ontwaken. Wij danken de Zon voor het verdrijven van de nacht. Wij danken de Zon voor de nieuwe dag."
Na deze woorden gezegd te hebben was het ochtendritueel ten einde en konden we in alle rust beginnen aan het ontbijt.

Rust was helaas niet het goede woord want op Amelia en mij na, kletste iedereen met elkaar. Ik zonderde me zoals gewoonlijk af van de rest in mijn gedachten. De dag was pas net begonnen of ik was al bezig met dagdromen. Toen ik me besefte dat ik weggezonken was, was de tafel bijna helemaal leeg. Sophia boog zich over me heen en pakte mijn bord van de tafel. Vader en moeder waren verdwenen uit de kamer, vermoedelijk om zich aan te kleden. De enige die ook nog aan tafel zat was Amelia. Ze staarde net zoals ik naar de plek waar haar bord eerst stond. Voorzichtig raakte ik haar arm aan. "Amelia, kom, we moeten ons brood klaar maken." De blonde haartjes op haar armen gingen even overeind staan; ze schrok van mijn aanraking en stem. Ze knikte eventjes en schoof toen haar stoel naar achteren. "Hoe lang duurt het nog voor we moeten gaan?" Ze keek me glimlachend aan. "Niet meer zo heel lang, dus hop hop." Iedereen vroeg altijd aan mij de 'tijd.' Ik had immers het beste tijdsgevoel van iedereen in dit huis. Amelia pakte haar eten en stopte het in het rieten mandje dat op het aanrecht stond. Ik volgde haar voorbeeld en deed hetzelfde. "Ga maar eventjes in de zitkamer zitten." Ik klopte op haar schouder en duwde haar alvast in de goede richting. Fiëro zat ook al klaar op de bank. Ik pakte het rieten mandje op en controleerde of er drie pakketjes in zaten. Moeder kwam binnen en zette Nora weer op de grond. Nora begon zwaar te worden, want moeder had steeds meer moeite met haar dragen. Ze liep naar me toe en gaf me een kus op mijn mond. "Veel plezier vandaag op school." Nu kwam ook vader binnen. Hij had zijn pak aan en trok zijn stropdas recht. "Dag schat, ik zie je vanavond weer." Hij liep ook naar mij toe en wilde iets zeggen. Maar zijn woorden werden onderbroken door een luide bel. De klank galmde door het dorpje heen. Vader vergat waar hij mee bezig was en liep naar de voordeur. Nog een keertje zwaaide hij naar ons. Ik verzamelde mijn broertje en zusje en verdween door de deuropening. Een nieuwe werkdag was begonnen.


A/N: Hopelijk heb ik jullie een beetje kunnen vermaken met dit eerste hoofdstuk. Opgedragen aan iemand die mij zoveel lovende woorden heeft gegeven over mijn proloog, dat ik de hele avond een big smile op mijn gezicht had. Vote en Comment, zou ik erg leuk vinden. (:


Strijders van de nachtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu