Ik doe mijn ogen open en probeer om me heen te kijken, maar zodra ik mijn hoofd beweeg schiet er een pijnscheut door me heen. Ik zie alleen wat wazige vlekken. Waar ben in? Wat is er gebeurd? "Rustig blijven liggen!" Hoor ik iemand zeggen. "Waar ben ik?" Probeer ik te vragen, maar er komt alleen maar wat gekraak uit mijn mond. "Rustig maar, je bent in het ziekenhuis. Je bent veilig." Zegt de stem alsof ze mijn gedachten kan lezen. Ineens zie ik een zwarte vlek. Hij wordt steeds groter. "Niet wegzakken, blijf erbij." Zegt de stem, maar dat kan ik niet. Ik zak weg in de zwarte vlek.
Als ik mijn ogen weer open doe zie ik twee mensen, een man en een vrouw. Ik zie een kamer, een ziekenhuiskamer. "Wolfs, ze is wakker, haal een arts!" Zegt de vrouw tegen de man als ze ziet dat ik mijn ogen open heb. De vrouw komt naar me toe. "Hallo, kan jij mij vertellen hoe je heet?" Vraagt ze met een zachte lieve stem. "Britt." Zeg ik fluisterend. "En je achternaam?" "Hendriks. Britt Hendriks." Zeg ik. "Oké, dankjewel." Zegt de vrouw. Dan komt er een andere vrouw binnen, ze heeft een lange witte jas aan, een dokter. De vrouw pakt mijn hand en zegt:" Hallo, ik ben Silvia van de Berg, arts. Hoe voel je je? Ben je misselijk? Hoofdpijn?" Ik probeer na te denken. Nu pas voel ik de pijn, in mijn rug, arm en ik voel sneeën in mijn bovenbenen. "Ja." Is het enige wat ik kan zeggen. "Waar heb je pijn?" vraagt Silvia. "Mijn ......rug.....arm.....been." Zeg ik met moeite. "Oké. Je voelt je nu waarschijnlijk nogal suf, maar dat komt door de medicijnen die je krijgt via het infuus. Ik zal dat zo even stop zetten. Probeer maar even te slapen, als je dan wakker wordt voel je je waarschijnlijk wel wat beter." Ik doe mijn ogen dicht en zak weer in het zwart.
Als ik weer wakker wordt herinner ik me ineens wat er is gebeurd en waarom ik hier lig. Ik voel de tranen opkomen en kan ze niet tegenhouden, ik begin te huilen, steeds harder en harder. De vrouw die me naar mijn naam had gevraagd komt binnenrennen. Ze probeert me te troosten. Ik zie dat ze ook tranen in haar ogen heeft. Ik weet de tranen de baas en stop met huilen. "Gaat het weer een beetje?" Vraagt de vrouw medelevend. "Ik weet het niet." Zeg ik eerlijk. "Wie ben jij eigenlijk?" Vraag ik dan. "Eva van Dongen, van de politie." Zegt ze. Van de politie, zij zoekt vast degene die ervoor heeft gezorgd dat ik hier nu ben. "Britt, ik moet nu even weg, maar ik kom straks weer terug, oké?" Zegt ze. Ik weet niet waarom, maar ik wil niet dat Eva weggaat. "Oké." Zeg ik toch. Als Eva de kamer uit loopt komt Silvia binnen. "Britt, we hebben röntgenfoto's gemaakt toen je sliep en daarop is te zien dat je twee ruggenwervels hebt gebroken. Je hebt ook een aantal sneeën op je bovenbenen en een aantal grote blauwe plekken, maar die zullen vanzelf genezen. Je zal een korset moeten gaan dragen voor je rug." Ik laat Silvia's woorden op me in werken. Op een of andere manier boeit het me niet zo veel, ik merk dat niks me meer echt boeit. "We gaan nu een korset voor je laten maken." Zegt Silvia. "Oké." Is het enige wat ik zeg. Ze haalt mijn bed van de rem en duwt me door de lange ziekenhuisgangen. Na een tijdje gaat ze een al er in waar we stoppen. In de kamer staat een man, met grijs haar en een baart. "Hallo, ik ben Herman." Zegt hij. "We gaan zo proberen of jij kan staan, want dan kunnen we een gipskorset voor je maken." Zegt hij. "Oké." Zeg ik. "Kan je voorzichtig gaan zitten?" Vraagt Silvia. Ze pakt mijn arm vast en helpt me. Als ik zit begint alles te draaien en ik wordt heel misselijk. "Komt omdat je zo lang hebt gelegen." Geeft Silvia me een verklaring. "Hoelang dan?" Vraag ik. "Je bent twee dagen buiten bewustzijn geweest." Twee dagen! Dat ik best lang. "Je kan je aan die palen vasthouden en dan voorzichtig gaan staan." Haalt Herman me uit mijn gedachten. Ik doe wat hij zegt, maar als ik sta voel ik een enorme pijnscheut. Toch blijf ik staan. Herman begint Van alles om mijn middel te wikkelen, wat hij daarna weer losknipt. Hij neemt het losgeknipte verband mee en gaat weg. "Je mag weer gaan zitten." Zegt Silvia. Ik ga weer zitten. Even later komt Herman terug met het verband, dat inmiddels hard is geworden, in zijn handen. Hij doet het weer om mijn middel en sluit het met het klittenband dat hij eraan heeft gemaakt. "Dit geeft je rug bescherming zodat de breuken kunnen herstellen." Zegt hij. "Oké, dankjewel." Zeg ik. Het korset zit niet fijn, maar ik voel wel minder pijn in mijn rug. Silvia zegt dat ze me weer naar mijn kamer brengt en dat ik daar een gesprek heb met de politie. En inderdaad, als we de kamer binnenkomen zit Eva daar, met de man waar ik haar eerder ook al mee heb gezien. "Hey Britt." Begroet Eva me. "Hallo." Zeg ik. Silvia zet mijn bed weer op de rem en loopt de kamer uit. "Britt, dit is Wolfs, mijn collega. Zou je ons kunnen vertellen wat er is gebeurd?" Zegt Eva. Ik slik.
JE LEEST
Britt (Flikken Maastricht)
FanfictionDoor van alles wat er is gebeurd in het leven van Britt komt ze bij Eva en Wolfs te wonen. Samen met hen en haar vriendje bouwt ze een toekomst op, maar dat gaat niet zonder slag of stoot.