hoofdstuk 13

5.3K 228 7
                                    

Oliver was naar huis gegaan en ik zat nu alleen op mijn kamer. Ik kon niet geloven dat ze hem echt weggestuurd hadden. Het was gewoon gemeen. Ik maakte zelf wel uit of ik hem wou zien of niet! Precies!!

Waarneer verander ik eigenlijk in mijn wolf? Vroeg ik. Bij de eerste volle maan. Precies als die het felst schijnt. Dat is over ongeveer...oh een paar dagen al! Antwoordde Delia. Wat! Dat is zo snel. Zei ik. Tja, maar geen zorgen alles komt goed. En ik ben heel mooi hoor.

Ik rolde met mijn ogen. Nee echt, ik ben wit met zilveren strepen en zilveren ogen. Zei ze trots. Dat klinkt inderdaad wel mooi. Maar ik zit nu hier vast! Zei ik. Klopt. Je kan proberen via de regenpijp naar beneden te klimmen. Je hebt immers al wolvenbloed in je. Je krachten worden als maar sterker. Zei ze aanmoedigend. Ik weet het niet..ben ik niet te zwaar? Vroeg ik weifelend. Nee! Je wilt hier toch weg? Dan moet je er ook wat aan doen. Kom op je kan het. En je ziet Oliver dan weer! Zei ze. Oke maar voor jou is het makkelijk praten want jij doet het niet. Ik doe het! Zei ik.

Ik liep zuchtend naar het raam en hing mijn benen uit het raam. Waar was ik aan begonnen. Ik ging hier mijn leven op het spel zetten voor een jongen die ik misschien drie maanden kende. So what. Je houdt van hem en hij is je mate! Ik rol met mijn ogen. Ja, dat wist ik. Maar alsnog voelde het vreemd. Omdat ik tot voor kort geleden ook nog geen flauw benul had van de wolven wereld.

Ik liet me voorzichtig uit het raam zakken en ging aan de regenpijp hangen. Bijna gleed ik weg. Ik schrok en moest op mijn lip bijten om een gil te voorkomen. Anders zouden mam en pap het gemerkt hebben. Ik ging rustig verder en kwam beetje bij beetje dichter bij de grond.

Toen ik eindelijk op de grond stond draaide ik me om. Een paar jongens stonden te kijken. Shit!!! Ze hebben me gezien. Ik zag er vast heel dom uit! Zei ik beschaamd tegen Delia. Laat ze lekker kijken. Ze denken vast gewoon wat een mooi meisje. Zei ze. Maar ik hoorde aan haar stem dat ze het ook niet echt fijn vond. Een jongen zat naar mijn benen te staren. Ik keek naar beneden en zag dat mijn rok een beetje omhoog was gegaan door het klimmen. Beschaamd trok ik het wat naar beneden en liep toen langs ze. ' Mooi hoor! 'Riep eentje me na. Oke. De volgende keer check ik of er mensen kijken en als ik ga klimmen doe ik een broek aan! Goed idee.

Ik liep richting Oliver's huis. Het was al nacht, dus ik wist niet of hij nog wakker was. Waarschijnlijk niet. Ik wilde niet aanbellen, want anders zou ik zijn vader ook wakker maken. Ik zuchtte. Dan maar weer door het raam. Ik klom aan de regenpijp omhoog en verplaatste mijn handen een voor een naar de balkonrand.

Ik hing er nu aan. Ik probeerde me omhoog te trekken, maar ik was te slap. Ik had immers mijn wolven krachten nog niet. Je kan het echt. Je bent over een paar dagen al een wolf. Ik probeerde het nog een keer en ik wist gewoon dat ik het kon. Ik zette veel kracht en klom erover heen.

Ik zuchtte. Het was gelukt. Ik liep naar de kamer, maar Oliver had het glas ervoor geschoven. Ik tikte op het raam. Oliver werd alleen niet wakker. Zuchtend liet ik me op de grond zakken. Mooi alles voor niets gedaan. Nee je kan met hem praten via de mateband. Concentreer je heel diep op hem en het lukt. Je kan in gedachten met hem praten.

Ik sloot mijn ogen en dacht aan Oliver. Aan zijn ogen, zijn gezicht, aan alles. Ik voelde iets vreemds in me een warmte, een connectie. Ik zag Oliver met mijn ogen dicht. Ik dacht heel erg aan zijn naam en opeens hoorde ik het. Gwen?

Oliver!

Gwen! Je bent het echt! Heb je de mateband versterkt?!

Ja. Kan je het raam even open doen? Ik sta op je balkon.

Wat!?

~~~~~~~~~~~~~♥~~~~~~~~~~~~~~
Weer een hoofdstuk. Hopelijk heeft iedereen een fijne vakantie. ♡

To the Moon and back to Him.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu